De Staatsveiligheid wil vlotter bankrekeningen kunnen inkijken. Dat zegt de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, Alain Winants. Ook het identificeren van telefoongegevens moet vlotter kunnen. En de telecomoperatoren rekenen volgens Winants veel te hoge prijzen aan. Sinds september vorig jaar hebben de Belgische inlichtingendiensten een pak nieuwe bevoegdheden, zoals huizen doorzoeken, telefoongesprekken afluisteren en bankrekeningen inkijken.
Maar dat laatste is een ‘uitzonderlijke’ methode, de zwaarste categorie. Daarvoor mag Alain Winants niet alleen de toestemming geven. Hij moet telkens ook de toestemming krijgen van een onafhankelijke commissie met drie magistraten.
Winants stelt voor om de wet te veranderen en het inkijken van bankrekeningen te versoepelen zodat hij alleen groen licht mag geven. Winants gaat nog een stap verder voor het identificeren van telefoongegevens. Dat moet een ‘gewone’ methode worden zodat elke agent van de Staatsveiligheid dat op eigen houtje kan doen.
De baas van de Staatsveiligheid vindt ook dat de Belgische telecomoperatoren veel te hoge prijzen aanrekenen om telefoongesprekken te traceren. “De kosten lopen bijzonder hoog op. Terwijl dat in de ons omringende landen wordt beschouwd als een kostenloze dienstverlening of de kosten merkelijk lager liggen”, zegt Winants.
“Men moet beseffen dat de veiligheid van het land een prijs heeft. Die veiligheid kan en mag niet afhankelijk zijn van commerciële beslommeringen.” Sinds september vorig jaar hebben de geheime diensten de nieuwe inlichtingenmethoden nu al meer dan 600 keer toegepast. Bij de Staatsveiligheid worden vooral de telecomoperatoren bevraagd, vooral om na te gaan wie achter een bepaald telefoonabonnement schuilgaat.
In een nieuwe editie van het vakblad Orde van de Dag, die pas dinsdag verschijnt, evalueert Winants de nieuwe wet op de inlichtingenmethoden. De wet heeft al overduidelijk zijn nut bewezen, benadrukt Winants. Nu de Staatsveiligheid telefoons mag afluisteren, kon ze bijvoorbeeld het bewijs leveren van een jarenlang aanslepende spionagezaak. Maar Winants wijst ook op enkele (flagrante) lacunes in de wet.
Zo mag de Staatsveiligheid geen brieven onderscheppen, telefoons afluisteren, huizen doorzoeken en dergelijke meer wanneer er sprake is van ‘extremisme’. Extreem-rechtse groeperingen en individuen kunnen dus niet zo worden opgevolgd. Winants waarschuwt dat die situatie ‘problematisch’ is als in België iemand met het profiel van de Noor Anders Breivik opduikt.
Bron » De Tijd