Het wettelijke bronnengeheim – dat nu voor journalisten geldt – moet uitgebreid worden naar criminologen. Daarvoor pleiten drie medewerkers van het Leuvense Instituut voor Criminologie, onder wie prof. Dirk Van Daele, in het vakblad Panopticon. Het kunnen waarborgen van anonimiteit aan informatieverstrekkers draagt volgens de onderzoekers bij tot meer accurate onderzoeksdata en een versterking van de kwaliteit van het onderzoek.
Onderzoekers kunnen de vertrouwelijkheid niet garanderen aan informatieverstrekkers, omdat criminologen niet vallen onder beroepen zoals geneesheren – het Hof van Cassatie breidde dit uit tot de figuur van de noodzakelijk vertrouwenspersoon – die krachtens artikel 458 van het Strafwetboek wettelijk tot geheimhouding verplicht zijn. Hierdoor zal de criminoloog-onderzoeker steeds verplicht zijn tot medewerking met politie en justitie en zich niet kunnen beroepen op zwijgplicht. Ook de discretieplicht brengt geen soelaas.
De redenen waarom het journalistiek bronnengeheim werd ingevoerd gelden volgens de Leuvense onderzoekers ook voor criminologen. “Zo waarborgt het journalistiek bronnengeheim dat de journalist zijn taak als waakhond kan uitoefenen waarbij hij ook informatie kan inzamelen over maatschappelijke gevoelige en/of gevaarlijke thema’s. Ook de criminoloog-onderzoeker onderneemt een zoektocht naar de waarheid en ook hij tracht burgers te informeren over maatschappelijk gevoelige en/of gevaarlijke onderwerpen, weze het dat dit informatieve aspect zich eerder op een breder maatschappelijk en institutioneel niveau situeert”, aldus de drie criminologen in Panopticon.
Bron » De Morgen