Na een periode van bijna 18 jaar, hervalt 57,6 procent van alle veroordeelden. Dat blijkt uit de eerste nationale recidivecijfers. Volgens de onderzoekers zijn dergelijke studies erg belangrijk om zicht te krijgen op de effecten van veroordelingen.
Op Luxemburg na, was België het enige West-Europese land waar geen nationale of grootschalige recidiveonderzoeken bestonden en geen representatief beeld van recidive aanwezig was. Het onderzoek van Benjamin Mine en Luc Robert van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), brengt daar nu verandering in.
De heren analyseerden het traject tot november 2013 van alle 136.530 veroordeelden in 1995. Het ging daarbij over alle veroordelingen: de rechterlijke beslissing tot een straf of een internering en zelfs de opschorting van de uitspraak. Ter illustratie: in 70 procent van de gevallen gaat het om een verkeersdelict.
Na een opvolgingsperiode van bijna 18 jaar, blijkt 57,6 procent van alle mensen met een eerste of enige veroordeling te hebben gerecidiveerd. Van deze groep recidivisten zal maar liefst 72,5 procent binnen de vijf jaar opnieuw in aanraking komen met het gerecht. In 29,6 procent van de gevallen blijft het daarbij, maar een groep van 170 personen liep dat op tot elk minstens 50 nieuwe rechterlijke beslissingen.
Aan de hand van 24 categorieën is gekeken naar het type feiten in samenhang met recidive. Vooral diefstal met geweld blijkt te leiden tot een hoog recidivepercentage. En ook 69 procent van alle personen die een maatregel of straf kregen wegens inbreuken tegen de wetgeving op de verdovende middelen of wegens inbreuken inzake dronkenschap, hebben gerecidiveerd.
De relatie tussen het type hoofdstraf of maatregel bij de eerste aanraking met het gerecht en recidive is ook onderzocht. De proportie recidive is het hoogst bij personen die in 1995 een jeugdmaatregel opgelegd kregen (83,2 procent), gevolgd door personen met een gevangenisstraf in combinatie met een (penale) boete en een andere bijkomende straf (73,2 procent) en personen met uitsluitend een gevangenisstraf (70,3 procent).
Bij onderzoek naar variabelen die samen zouden hangen met recidive, vallen vooral geslacht en leeftijd op. Mannen hebben 1,76 keer zoveel kans op recidive dan vrouwen. Hoe jonger was in 1995, hoe meer risico op recidive en hoe ouder.
“Hiermee is de eerste steen voor grootschalig of nationaal onderzoek over recidive gelegd”, stellen de onderzoekers, die zelf evenwel meteen enkele kanttekeningen plaatsen bij hun onderzoek. “Slechts een fractie van alle feitelijk gepleegde delicten monden uit in een rechterlijke beslissing, en bovendien bevat de databank geen gegevens over de strafuitvoering.” Toch wijzen ze op het belang van dergelijke studies om de effecten van veroordeling te onderzoeken.
Bron » De Standaard