Door de nietigverklaring van de wet op de bewaring van communicatiegegevens door het Grondwettelijk Hof vreest de justitie vleugellam te worden in haar strijd tegen de zware misdaad. Vraag is maar of die bezorgdheid terecht is.
Met het schrikbeeld van een ‘Big Brother’-staat die iedereen bespioneert in gedachten bevalen eerst het Europees Hof van Justitie en daarna ook het Belgische Grondwettelijk Hof de vernietiging van de zogenaamde ‘data-retentiewet’, die telecomoperatoren verplicht informatie over dataverkeer één jaar te bewaren en op eenvoudig verzoek aan de justitie door te spelen.
Het gaat daarbij niet om de inhoud van communicatieverkeer, maar om gegevens over hoeveel keer er via e-mail contact was, van welke plaats een sms verstuurd werd, hoe lang telefoongesprekken duurden… De Liga voor Mensenrechten, die de zaak aanhangig maakte, spreekt van een belangrijke overwinning voor de burgerrechten. “Burgers mogen niet het gevoel hebben constant in de gaten te worden gehouden”, stelt advocaat Raf Jespers. “Het is buitensporig en in strijd met het recht op privacy en op de bescherming van persoonsgegevens.
Politie- en veiligheidsdiensten daarentegen zijn geschokt. Ze voeren aan dat onderzoeken naar moord- en terreurverdachten, drugshandelaren, hackers en pedofielen nu in het gedrang komen.
Hun bezorgdheid is begrijpelijk. Justitie heeft een grondwettelijke plicht als ‘grote broer’ te werken ten dienste van de collectieve veiligheid. Ook op het internet is dat haar taak. Zoals er politie in het straatbeeld hoort, zijn er op de informatiesnelweg ‘e-cops’ nodig die surfende kinderen beschermen en voorkomen dat kredietkaartgegevens gestolen of Syrië-strijders geronseld worden.
Hebben de gerechtelijke overheden daar massale ‘dataretentie’ voor nodig, zoals ze nu beweren? “Nee”, zegt Europees Parlementslid Sophie in ’t Veld (ALDE) beslist. De Nederlandse politica van D66 buigt zich in de commissie Justitie en Burgerlijke Vrijheden al jaren over het spanningsveld tussen privacy en veiligheid. “EU-lidstaten begonnen in 2005 overhaast massaal gegevens te bewaren, op basis van een Europese richtlijn die na de bomaanslagen in Londen snel werd gemaakt. Nu, tien jaar later, is nog nooit aangetoond dat terreurcomplotten of zware misdaden werden opgelost door die bewaarde gegevens.”
In ’t Veld gaat nog een stap verder. Te véél informatie, te grote focus op databestanden, leidt af van het gerichte speurwerk, stelt ze. “Ik noem maar enkele grote aanslagen: 9/11, Madrid, Londen, Boston, Oslo, het Joods Museum in Brussel, Charlie Hebdo… De daders waren bijna allemaal vooraf bekend bij de veiligheidsdiensten vanwege klassieke gerechtelijke antecedenten. Dat droeg niet bij tot het voorkomen van de aanslagen.”
Ook privacy- en justitie-expert Paul De Hert (VUB), hoogleraar van de vakgroep Law Science Technology & Society (LSTS), vindt het goed dat de wet op het bewaren van communicatiegegevens op de schop gaat. Hij benadrukt wel dat dataretentie als principe mogelijk moet blijven voor justitie en politie, maar dan alleen tijdelijk, als iemand verdacht wordt van strafrechtelijke handelingen. “Het Grondwettelijk Hof blijft dat met zijn arrest ook mogelijk maken. Het heeft niet geoordeeld dat datarentie verboden is, wel dat het met de juiste ‘checks en balances’ toegepast moet worden.”
Volgens De Hert moet het arrest van het Grondwettelijk Hof gebruikt worden als een opportuniteit. “Het is een gelegenheid voor de politici om een betere wet te maken, die het vertrouwen van de burgers in de rechtsstaat herstelt.”
Minister van Justitie Koen Geens, minister van Telecom Alexander De Croo en staatssecretaris van Privacy Tommelein zaten vrijdag samen om het arrest te bespreken. Het is de bedoeling dat er zo snel mogelijk een nieuwe wet komt die rekening houdt met de bezwaren van het hof, zo meldde Geens gisteren in De zevende dag.
Bron » De Morgen