De eerste “potpourriwet”, die vandaag in de plenaire Kamer besproken wordt en focust op het burgerlijk procesrecht, heeft tot doel een aantal procedures te versnellen en efficiënter te maken. De tekst bevat ook een bepaling die ervoor zorgt dat de speurders tien jaar extra de tijd krijgen om het mysterie rond de Bende van Nijvel op te lossen.
De belangrijkste wijzigingen die het ontwerp doorvoert, zijn bekend. Het gaat daarbij om het terugdringen van de mogelijkheden tot het onmiddellijk instellen van hoger beroep tegen tussenvonnissen en het schrappen van de schorsende werking van het hoger beroep, om zo onnodige beroepen terug te dringen.
Ook komt er een beperking van het verplicht advies van het Openbaar Ministerie en van het gebruik van de kamers met die rechters in burgerlijke zaken. Niettemin kan men beslissen dat er toch drie rechters nodig zijn, bijvoorbeeld in complexe zaken.
Via de e-box zullen alle gerechtelijke instanties, advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen op een juridisch geldige manier met elkaar kunnen communiceren. Voorts komt er een vereenvoudiging van de betaling van niet-betwiste achterstallige facturen door bedrijven, zodat daar niet telkens een rechter aan te pas moet komen. Daarnaast zullen de betrokken partijen via een vaste vorm hun conclusies moeten formuleren.
Het wetsontwerp verlengt tot slot de verjaringstermijn voor misdaden die bestraft kunnen worden met levenslange opsluiting. Die komt op veertig jaar te liggen, in plaats van de huidige dertig jaar. Dat is belangrijk voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel.
Bedoeling is dat de speurders tien jaar langer de tijd krijgen om de daders van de bloedige aanslagen uit de jaren tachtig te zoeken. De kans is immers bijzonder klein dat tegen 9 november 2015, dertig jaar na de overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst, het mysterie rond de Bende van Nijvel zal worden opgelost.
Bron » VRT Nieuws