EU verzamelt niet-Europese criminelen in één databank

EU-commissaris voor Justitie Vera Jourova stelt vandaag een gemoderniseerde databank voor: magistraten en politiediensten kunnen veroordelingen en vingerafdrukken van niet-Europese burgers uitwisselen. Het moet verhinderen dat criminelen met valse identiteiten hun activiteiten verplaatsen van lidstaat naar lidstaat.

De uitbreiding van het European Criminal Records Information System (ECRIS), dat magistraten al mochten raadplegen voor EU-burgers met een strafblad, kwam in een stroomversnelling na recente aanslagen. Zo bleek de gedode Tunesische aanvaller die op 7 januari, één jaar na de raid op Charlie Hebdo, een politiecommissariaat aanviel in Parijs een strafblad te hebben in Frankrijk én Duitsland. Dit onder twee verschillende identiteiten. Magistraten in beide landen wisten dat niet van elkaar. De man had Syrische, Marokkaanse en Georgische identiteitsdocumenten bij zich.

“Hadden veroordeelde niet-Europese burgers al in de ECRIS-databank gestaan, dan waren mogelijk aanslagen en misdaden voorkomen”, zegt commissaris Jourova in een gesprek met deze krant. “Als magistraten vandaag informatie wensen over de veroordeling van een niet-Europese burger in andere lidstaten, dan moeten ze soms 28 aparte verzoeken versturen, wat duur en tijdrovend is.”

Sommige veroordeelde misdadigers en terroristen vestigen zich daarom onder aliassen in meerdere lidstaten, zonder dat deze op de hoogte zijn van hun strafrechtelijke verleden elders. “Het is de hoogste tijd om dit probleem aan te pakken. Door niet-Europese burgers met een strafblad nu ook op te nemen in de databank, mét vingerafdrukken, krijgen we een sterk hulpmiddel in handen om het gebruik van valse identiteiten tegen te gaan.”

De nood aan gegevensuitwisseling wordt onderstreept door de misdaadstatistieken. In 2014 werden in de EU 688.354 strafvonnissen geveld tegen niet-Europese verdachten, maar omwille van de complexe procedure vroegen lidstaten elkaar slechts 23.000 keer informatie over niet-EU-daders.

De bestaande databank voor veroordeelde EU-burgers bewees daarentegen al haar efficiëntie, met 288.000 inzageverzoeken per jaar, wat de strijd tegen rondtrekkende Europese daderbendes vergemakkelijkt. Magistraten kunnen hierdoor ook strenger zijn voor veelplegers, omdat bij de strafmaat rekening wordt gehouden met criminele voorgeschiedenis in andere lidstaten.

Buitengrenzen

De databank zal volgens Jourova ook haar nut kunnen bewijzen aan de buitengrenzen, waarlangs de Syrië-strijders die de aanslagen pleegden in Parijs met valse identiteiten binnenkwamen. In de hotspots waar vluchtelingen worden geregistreerd, zijn er nu wel magistraten die moeten nagaan of iemand ooit een veroordeling opliep in een lidstaat. Maar ook zij moeten nog inlichtingen vragen aan elke lidstaat.

Bezwaren ingecalculeerd

Een beperking van de databank is dat veroordelingen van daders in hun land van herkomst niet automatisch zullen worden opgenomen. Dat kan alleen als een lidstaat die een bilateraal justitieakkoord heeft met een derde land – zoals België met Marokko – beslist om criminele antecedenten die zijn doorgegeven in ECRIS te vermelden.

Jourova verwacht dat de Informele Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken, op 26 januari, én het EU-parlement snel groen licht geven. Mogelijke bezwaren over data- en privacybescherming zijn ingecalculeerd. Jourova: “Alleen bevoegde magistraten en politiediensten krijgen inzage. De databank wordt ook niet gekoppeld aan andere systemen.”

In de nabije toekomst volgen ook andere initiatieven, die stap voor stap moeten leiden naar één Europese justitieruimte. “Een van de prioriteiten wordt het opzetten van een EU-instrument voor het verzamelen van ‘e-evidence'”, legt Jourova uit, “opdat Europol en Eurojust in overleg met de internetindustrie nog meer digitale bewijzen kunnen verzamelen. Als de misdaad geen digitale grenzen kent, dan mag ons strafrechtsysteem er ook geen hebben.”

Bron » De Morgen