Waarom botsen ministers altijd met de magistratuur, en is dat bij Geens niet anders?

De magistraten kunnen klagen wat ze willen, ze zullen het met weinig mensen en veel hervormingen moeten doen. Hun bezoek aan het kabinet bracht justitieminister Koen Geens (CD&V) niet op andere gedachten. Waarom botsen ministers altijd met de magistratuur, en is dat bij Geens niet anders?

Te weinig personeel en geld

De magistratuur en de regering vechten een cijferoorlogje uit over of de rechtbanken het al dan niet met te weinig volk moeten doen. Feit is dat Justitie in vier jaar 10 procent moet besparen, wat neerkomt op 230 magistraten en 700 personeelsleden minder. In totaal werken zowat 22.000 mensen bij Justitie. “De besparing van deze regering komt boven op de jarenlange onderfinanciering van Justitie”, zegt Jan Geysen van de Nederlandstalige Vereniging van Magistraten. “Die maakt dat wij echt niet meer op een normale manier kunnen werken.”

De extra mankracht voor de strijd tegen terreur verlicht het werk op andere plekken helemaal niet. Geysen: “Die 36 magistraten en 125 personeelsleden worden in mindering gebracht op het kader dat al te klein is. We hebben nu al de helft van ons jaarbudget opgesoupeerd omdat we de achterstanden van vorig jaar nog moesten betalen. In augustus of september zal het geld gewoon op zijn.”

De minister repliceert dat hij al honderden vacatures heeft uitgeschreven. Vaak gaat het echter om vervangingen en tijdelijke jobs. “Dat we mensen voor vier of zes maanden moeten aanwerven en daarna weer afdanken, is niet meteen vooruitgang”, merkt Geysen schamper op.

Er was een tijd, in de jaren 60 en 70, dat de kaders voor 100 procent ingevuld waren. “Geloof het of niet”, zegt Paul Van Orshoven, professor grondwettelijk recht, “maar toen is de achterstand bij Justitie begonnen. Misschien net omdat magistraten toen wat te rustig hun zaken deden.” Meer magistraten zullen dus niet alles oplossen.

Een juistere diagnose lijkt dat op sommige plekken de magistratuur dunbevolkt is, en op andere plekken over voldoende mensen beschikt. Dat onevenwicht rechttrekken, blijkt echter geen sinecure. De rechtbanken zouden veel efficiënter kunnen werken, daarover groeit de consensus, maar dat raakt niet snel opgelost.

Het meest prangende probleem is hier, moet het nog gezegd, de informatica. In de jaren 90 beloofden de justitieministers al dat een moderne ICT de rechtspraak in dit land naar het volgende millenium zou brengen. Twintig jaar later blijft één groot en goed systeem onbestaande.

Eén voorbeeld: “Binnenkort moet ik mijn scanners vervangen, maar ik heb daar geen geld voor”, zegt Luc Hennart, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. “Hoe kan een rechtbank functioneren zonder dat magistraten documenten kunnen scannen?” Dat Geens zijn uitlatingen ‘roekeloos en tergend’ vindt, doet hem geenszins zwijgen. “Misschien is hij niet zo tevreden over wat ik zeg, maar ik moet wel elke dag mijn rechtbank draaiende houden.”

Schurkenstaat

Kan een internationale vergelijking dit geschil beslechten? Een recente Europese benchmarking toont aan dat België boven het Europese gemiddelde scoort. Zo besteedde ons land in 2012 81,6 euro per inwoner aan Justitie. Het Europese gemiddelde is 53,20 euro. Vergelijkbare landen zoals Frankrijk en Ierland geven per inwoner respectievelijk 55,6 en 32,2 euro uit. Zo’n vergelijking lijkt echter objectiever dan ze is, omdat de verschillende landen onder ‘het justitieapparaat’ andere dingen verstaan. Geens gebruikt ze graag om zijn gelijk te halen, maar geeft dus niet het hele plaatje.

Op zijn kabinet maakten de magistraten gisteren tweemaal hun opwachting. ’s Ochtends had de minister “geen makkelijk, maar een constructief gesprek” met de topmagistraten van dit land. Ongetwijfeld maakte hij hen duidelijk dat ze wat minder hoog van de toren moeten blazen. Zondag vergeleek Cassatievoorzitter Jean de Codt België nog met een schurkenstaat, wat niet meteen in goede aarde viel. De magistratenverenigingen die Geens ’s avonds zag, kregen een gedetailleerd overzicht van hoeveel mensen er in de magistratuur aan de slag zijn. Geens stelde ook 15 miljoen euro in het verschiet om de terreur aan te pakken.

Talloze hervormingen

Wat nog kwaad bloed zet bij de magistraten, zijn de talloze hervormingen die Geens door het parlement jaagt, de zogenaamde potpourriwetten. “De minister stopt alles in één pot, waardoor die wel ‘pourri’ moet zijn”, lacht Hennart.

Met de potpourri’s probeert Geens de werklast van de magistraten te meten en te verlichten. Hij steunt op het werk van zijn voorgangers, waardoor hij die hervormingen snel op poten kon zetten. Binnen de magistratuur voelen ze zich door deze ‘controle’ door de politiek in hun onafhankelijkheid aangetast. Het valt hen moeilijk een onderscheid te maken tussen de politiek die hen meer management of een moderne bedrijfscultuur wil opleggen, en een inperking van hun juridische of institutionele onafhankelijkheid.

Lamme goedzak

De minister voelt zich gedragen door een ‘zwijgende meerderheid’, en zet zijn critici graag weg als een conservatieve minderheid. “Ik voel mij alleszins geen lid van een kleine groep”, pareert Hennart. “Geens wil hervormen om te hervormen. Een rode draad zou wenselijk zijn. Wij vinden onze weg niet meer terug.”

Hetzelfde geluid weerklinkt bij de Nederlandstalige Vereniging van Magistraten, vooral omdat de minister ook nog eens bezig is met de ‘grote werven’ van de wetboeken. Het strafwetboek en de rest van de basiswetgeving, van erfrecht tot vennootschapsrecht; op alles wil Geens graag zijn stempel drukken. De professor-advocaat weet waar hij naartoe wil, en werkt daar – naar eigen zeggen – dag en nacht aan. “Ik pleeg constant overleg, maar ik ben geen lamme goedzak”, herhaalde hij in Het journaal.

Net dat verwijten zijn tegenstanders hem, maar dan in hardere bewoordingen. Dat hij slechts doet alsof hij luistert, en dan zijn goesting uitvoert. Hennart: “Hij geeft blijkt van overleg, maar van dat overleg blijft niets over.”

Bron » De Morgen