Een van de meest enigmatische gerechtelijke dossiers uit de Belgische geschiedenis is voorgoed begraven. Abdelkader Belliraj gaat in ons land definitief vrijuit voor zes moorden.
Abdelkader Belliraj (63), de ‘superterrorist’ uit Evergem, werd sinds 2008 in ons land verdacht van zes politieke moorden uit 1988 en 1989. Maar die misdrijven zijn vandaag – 30 jaar na de feiten – stuk voor stuk verjaard. Dat heeft de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Brussel donderdag beslist na jarenlang juridisch getouwtrek.
Belliraj werd in 2008 in Marokko tot levenslang veroordeeld omdat hij betrokken zou zijn geweest bij een complot om in Marokko hoge militairen, politici en Joden te vermoorden. Op het moment dat hij in Marokko werd opgepakt, woonde Belliraj, bijgenaamd ‘de mankepoot’, al enkele jaren officieel in Evergem. Hij reisde vanuit ons land veel, onder meer naar Libanon, Algerije en Libië, en keerde ook vaak terug naar zijn thuisland Marokko.
Aan de Marokkaanse speurders vertelde hij hoe hij in augustus 2001 naar Afghanistan reisde en daar Osama bin Laden ontmoette. Belliraj zei ook aan de Marokkaanse politie dat hij sinds 2001 een tipgever was van de Belgische Staatsveiligheid. De Staatsveiligheid heeft altijd geweigerd dat te bevestigen of te ontkennen. Maar tijdens de recente zittingen voor de KI bleek dat inderdaad te kloppen. Of Belliraj Bin Laden echt heeft ontmoet, zal allicht altijd een mysterie blijven.
Aboe Nidal
Maar Belliraj praatte niet alleen over Bin Laden. Tijdens zijn ondervraging in 2008 bekende hij aan de Marokkaanse speurders ook op een bijzonder gedetailleerde manier hoe hij eind jaren 80 samen met zijn kleine terroristische cel in Brussel in opdracht van de beruchte Palestijnse terrorist Aboe Nidal zes politieke moorden had gepleegd. Ook voor die moorden werd hij in Marokko veroordeeld.
De moorden die de grootste weerklank kregen, waren die op de imam van de Brusselse grote moskee, Abdulah Al Ahdal, en zijn vicedirecteur Salem Bahri op 29 maart 1989 (beiden Saudi), en die op de Joodse dokter Joseph Wybran op 3 oktober 1989. Die moordzaken beheersten destijds dagenlang het nieuws. Belliraj zei in zijn bekentenis van 16 februari 2008: ‘Ik kreeg de opdracht van de organisatie van Aboe Nidal om in België een lijst aan te leggen van Joodse personaliteiten die we als doelwit konden nemen en liquideren. Met hetzelfde doel legde ik een lijst aan van Saudische hooggeplaatsten in België. Ook hen wilde Aboe Nidal liquideren. Zo wilde hij het Saudische regime dwingen om Aboe Nidal financieel te steunen, en niet alleen de PLO van Yasser Arafat. Speciaal daarvoor heb ik in België een cel opgericht.’
Behalve de moorden op Joodse en Saudische personaliteiten bekende Belliraj aan de Marokkaanse politie ook nog de moord op de klusjesman van de Saudische ambassade en twee moorden die alleen kleine berichten in de kranten hadden opgeleverd. De eerste was die op de homoseksuele kleermaker Marcel Bille, die volgens Belliraj ‘een Joodse seksuele deviant was’, de tweede op de kruidenverkoper Raoul Schouppé. Alweer bleken zijn bekentenissen griezelig precies.
Raison d’état
Toen hij een paar maanden later in zijn cel in Marokko door Belgische speurders ondervraagd werd, trok Belliraj zijn bekentenissen weer in. Zijn advocaat Vincent Lurquin is altijd blijven volhouden dat Belliraj zijn bekentenissen in Marokko onder druk van foltering heeft afgelegd. Ook de vermoedelijke medeplichtigen van Belliraj die nog in België wonen, brachten geen opheldering. Zij ontkenden dat ze iets te maken hadden met de moorden die Belliraj hen had aangewreven. Ze kenden hem wel en net zoals hij waren ze in de jaren 80 politiek actief geweest in pro-Iraanse bewegingen.
Het juridische getouwtrek duurde jaren en uiteindelijk vroeg het federaal parket aan de KI om Belliraj niet te vervolgen. Volgens het parket waren er geen aanwijzingen dat hij betrokken was bij de moorden. De KI heeft zich woensdag over die vraag niet uitgesproken, maar heeft wel de verjaring vastgesteld. ‘De weduwe van dokter Wybran vecht al dertig jaar voor gerechtigheid’, zei haar advocate Michèle Hirsch vrijdag aan De Standaard. ‘Ze kent dankzij Marokko een deel van de waarheid. Maar in België zal ze nooit gerechtigheid vinden.’
Voor Hirsch staat het boven elke twijfel dat Belliraj de moordenaar van dokter Wybran is. ‘Een zesvoudige moordenaar was tegelijk een informant van onze Staatsveiligheid die moest infiltreren in het terroristische milieu. Dat het federaal parket niet heeft doorgeduwd in deze zaak, heeft maar één oorzaak: raison d’ état, staatsbelang.’
Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut