De wet over moordzaken ‘met grote maatschappelijke impact’ is onbedoeld voordelig voor de Bende van Nijvel zelf

Douglas De Coninck is journalist. Hij stelt dat een toekomstige regering de verjaringswet moet terugdraaien.

Minder dan drie maanden geleden, net voor de verkiezingen, keurde het federale parlement met niets dan goede bedoelingen een wetswijziging rond de verjaring in moordzaken goed. Nadat verjaring eerder was opgeheven in zaken rond misdaden tegen de menselijkheid en genocide geldt dat nu ook voor moordzaken “met een grote maatschappelijke impact”. Zo staat het er.

De wet is overduidelijk geschreven op maat van de Bende van Nijvel. Ze werd in de voorbereidende parlementaire debatten ook luid en duidelijk geclaimd door nabestaanden van de slachtoffers van de moorddadige raids op vooral supermarkten uit 1982, 1983 en 1985.

Een nakende verjaring is voor generaties speurders op meerdere momenten een akelig dichtbij komend zwaard van Damocles geweest. Met de herdenking van 20 en 30 jaar Bende van Nijvel werden de verjaringstermijnen voor roofmoord telkens met 10 jaar verlengd. Ook toen, altijd weer, met goede bedoelingen: de hoop levend houden dat de moordenaars van 28 gewone burgers, hoe lang geleden ook, zich ooit zouden moeten verantwoorden in een rechtbank.

Ze zijn niet zo talrijk meer, de mensen die dat hele dossier, 4 miljoen pagina’s dik, nog een beetje kunnen overzien. Een van hen is ex-onderzoeksleider Eddy Vos. Hij pleitte er onlangs in Humo voor om het onderzoek in handen te geven van historici. Diezelfde aanpak leidde in het verleden tot de opheldering van de tot dan toe onoplosbaar gewaande moorden op Julien Lahaut (1950) en Patrice Lumumba (1961).

Los van het feit dat een op een particuliere zaak afgestemde wet zelden erg weloverwogen kan zijn, is er een irritant neveneffect als het samengaat met het stopzetten van het onderzoek. Doordat de aan de Bende van Nijvel toegeschreven misdrijven niet meer kunnen verjaren, blijft volgens advocaat Jef Vermassen het geheim van het onderzoek voor eeuwig en altijd gelden. Tenminste, dat is wat hij vrijdag onthield van het vragenuurtje na een bijeenkomst van het federale parket met nabestaanden.

Tot op de dag dat alsnog daders kunnen worden vervolgd – maar die kans is met het stopzetten van het onderzoek nu echt wel nihil – blijft het strafonderzoek geheim. Dat betekent dat historici er nooit mee aan de slag zullen kunnen. Het betekent dat bijvoorbeeld toekomstige criminologen nooit artificiële intelligentie zullen kunnen loslaten op de vele miljoenen data in dit dossier.

Het federale parket heeft een situatie gecreëerd die slechts voordelig kan zijn voor één partij: eventueel nog in leven zijnde daders van de feiten die worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel. Dat was ongetwijfeld nooit de bedoeling, maar het is de pijnlijke realiteit waar de nabestaanden nu mee verder moeten.

Als de regering in wording iets wil betekenen voor deze mensen draait ze bij haar aantreden de nieuwe verjaringswet meteen weer terug. Want los van de Bende: aan de hand van welke criteria ga je meten vanaf welk punt een moordzaak voldoet aan het criterium ‘grote maatschappelijke impact’? Wie gaat daar dan trouwens over?

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck