Het federaal parket stopt met zoeken naar de Bende van Nijvel, bij gebrek aan nieuwe sporen en informatie. Wie verantwoordelijk is voor de reeks aanslagen tussen 1982 en 1985, waarbij in totaal 28 doden en 40 gewonden vielen, blijft allicht voor altijd een mysterie.
De slachtoffers van de Bende van Nijvel – overlevenden en nabestaanden – werden vanochtend samen met hun advocaat op een bijeenkomst geïnformeerd dat het onderzoek wordt stopgezet. Die beslissing valt bijna veertig jaar na de laatste, meest bloedige aanslag van de Bende in Aalst, op 9 november 1985.
Al die tijd hebben de speurders vruchteloos naar de daders gezocht. De slachtoffers kregen een uitgebreid overzicht van de onderzoek zoals het sinds februari 2018 door het federaal parket gevoerd werd.
Meteen na de nabestaanden werd ook de pers gebrieft. “Dit is niet de boodschap die we wilden brengen, maar wel de boodschap die we moeten brengen”, zegt federaal procureur Ann Fransen. “Jaren van intensief speurwerk en vastberaden inzet hebben helaas niet geleid tot het resultaat waar we allemaal op hadden gehoopt, namelijk de identificatie van de leden van de Bende van Nijvel.”
“De onderzoeksrechter (Martine Michel, red.) en het federaal parket zijn van mening dat alle mogelijke onderzoeksdaden zijn verricht. We beschouwen het onderzoek naar de verantwoordelijken van deze gruwelijke feiten nu als afgesloten.”
Het federaal parket kreeg het dossier in handen in februari 2018. “Alle feiten die konden worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel werden vanaf het eerste pv bekeken en opnieuw onderzocht. Oude sporen werden herbekeken, nieuwe sporen werden onderzocht. Spijtig genoeg heeft dat niet geleid tot opheldering van de feiten”, aldus Fransen.
De speurders hadden voor het onderzoek de beschikking over de allernieuwste wetenschappelijke methodes, onder andere voor DNA-onderzoek en ballistisch onderzoek op de gevonden vuurwapens.
Sinds 2018 werden 593 DNA-stalen genomen, aldus Fransen. In totaal werden ook 2.748 vingerafdrukken vergeleken en 1.815 tips onderzocht. Een veertigtal overleden personen werd zelfs opgegraven om DNA af te nemen. Allemaal zonder resultaat.
“Het besluit om het onderzoek te beëindigen, was één van de moeilijkste beslissingen die we hebben moeten nemen , maar helaas noodzakelijk gezien de uitgeputte middelen en beschikbare informatie”, zegt het federaal parket nu.
Geen verjaring
De moorden en aanslagen van de Bende van Nijvel kunnen wettelijk niet verjaren sinds een recente wijziging van de wet. Als er nieuwe feiten opduiken, kan het onderzoek altijd opnieuw geopend worden.
De slachtoffers krijgen nu inzage in het dossier en het gevoerde onderzoek en krijgen ook de kans om nog bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Daarna wordt het dossier aan de raadkamer voorgelegd.
Bij de nabestaanden lijkt bitterheid te overheersen. “Ik ben verwonderd dat ze zomaar zeggen: ‘Sorry, gasten, we hebben zoveel gedaan maar we kunnen geen 28 moorden oplossen’”, vertelt Ingrid Mulder, die haar zus verloor bij de overval in de Delhaize van Aalst. “Zelfs de vraag of het misschien meer was dan louter banditisme durven ze niet op te werpen.”
“Ik kan het niet loslaten zolang er geen gerechtigheid is”, aldus Mulder. “Mijn zus en kinderen hebben recht op de waarheid. Vandaag hoopte ik stilletjes dat de pers ongelijk had, en dat ze het onderzoek toch niet zouden stilzetten. Wie het heeft gedaan, boeit me zelfs niet zo veel meer, maar ik zit wel met de vraag waarom hebben ze het gedaan.”
“Alleen de onverjaarbaarheid geeft me nog een beetje hoop”, vertelt Christine Nijs na afloop van de persconferentie. Haar broer en zijn dochtertje werden vermoord bij een overval in Aalst. “Ik was toen 24. De nacht waarop ze vermoord werden kan ik nog minuut per minuut navertellen. Ik ben naar hier gekomen met de hoop dat er nog iets zou uitkomen. Dat er toch iemand gestraft zou worden. Maar we zullen het moeten doen met niets. Daar ben ik kwaad over”, aldus Nijs.
“Mijn schoonzus zat erbij in de auto terwijl ze haar man en haar kind verloor”, vertelt Nijs nog. “Hoe ga je daarmee om? Antwoorden zouden helpen, maar die zijn er niet. We voelen ons vergeten.”
Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut