Wetenschap wordt steeds belangrijker om misdaden op te lossen. Maar topspecialisten trekken aan de alarmbel: “Misdadigers dreigen vrijgesproken te worden wegens slecht bewijsmateriaal. De gerechtsexpertise moet professioneler.”
Wetsgeneesheer Wim Van de Voorde, die aan het hoofd staat van het forensisch instituut van de KU Leuven, vreest voor de toekomst van de forensische wetenschappen in ons land. Samen met gerechtspsychiater Rudy Verelst slaakt hij een noodkreet over de sector waarvan hij een pionier is.
“We staan op een kruispunt”, zegt hij. “Willen we naar een Amerikaans systeem waarbij gerechtsdeskundigen, in dienst van advocaten, selectief onderzoek doen? Of willen we ons systeem behouden, met experts die onafhankelijk en objectief naar de waarheid zoeken?” Als we voor dat laatste kiezen, dan zijn enkele cruciale ingrepen noodzakelijk, zegt hij.
Een eerste pijnpunt is dat nu iedereen als expert kan worden aangesteld. Er is geen enkele controle. “Het volstaat een magistraat te overtuigen om jou in te schakelen”, zegt Van de Voorde. “In Nederland bijvoorbeeld bestaan lijsten van experts, samengesteld door specialisten. Parket en rechtbanken mogen alleen de deskundigen inschakelen die op die lijst staan.”
Door dat gebrek aan structuur is er ook geen enkele kwaliteitscontrole. “In andere landen krijgen deskundigen een accreditatie. Zij moeten bepaalde procedures en standaarden volgen, als minimumgarantie voor kwaliteit. Dat moeten ook wij dringend gaan invoeren, anders dreigen onze onderzoeken binnenkort waardeloos te worden als buitenlandse rechtbanken ze willen gebruiken.”
Zijn bezorgdheid wordt gedeeld door het NICC (Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie), dat veel gerechtelijke expertise bundelt. “Een accreditatie is inderdaad noodzakelijk”, zegt directeur-generaal Jan De Kinder. “Nu is er geen enkele controle op de deskundigen.”
Ten slotte vormt ook de betaling een probleem. Niet alleen gaat het om lage bedragen: een expert krijgt bijvoorbeeld 416 euro voor een autopsie en 350 euro voor een uitgebreid psychiatrisch verslag.
Van de Voorde en Verelst vinden ook de manier van betalen niet goed. “Zolang je de deskundigen per prestatie betaalt, staan ze onder druk om veel onderzoeken te doen. Dat kan ten koste van de kwaliteit gaan. Een beter alternatief is te werken met instituten die een basistoelage krijgen. Dan koppel je de inhoud en de betaling los van elkaar.”
Stefaan De Clerck (CD&V), de ontslagnemende minister van Justitie, schaart zich volmondig achter de analyse van de Leuvense specialisten. “Dit probleem kan niet langer uitgesteld worden”, zegt hij in een reactie.
“Dit is een complex probleem, dat een heel brede sector behelst. Want het gaat niet alleen om forensische onderzoeksopdrachten. Het gaat ook over verzekeringsspecialisten, architecten in zaken van bouwfraude, enzovoort. Wij hadden een wetsontwerp opgesteld waarin dat allemaal werd geregeld, maar door de val van de regering hebben we daar niet verder kunnen aan werken. Dit is een van de knelpuntdossiers die de volgende regering prioritair moet aanpakken.”
Bron » De Standaard