Volgend jaar komt ‘Niet schieten’ in de zalen, een film van regisseur Stijn Coninx over de Bende van Nijvel. Hij werkte zeven jaar aan de prent, waarbij hij nauw samenwerkte met ooggetuige David Van de Steen. Hij overleefde op zijn negende de bloedige overval op de Delhaize in Aalst. Zijn ouders en zus overleefden het niet. “De gruwel die ik gezien heb, kan je niet in een film steken”, vertelt hij in HUMO. “Dan gaan de mensen ziek buiten.”
De twee zijn intussen goede vrienden geworden. Zo goed dat David zijn gevoelens durft tonen aan Stijn. “omdat ik weet dat het mag. Als kind mocht ik bij mijn grootouders nooit mijn verdriet tonen, want er was al verdriet genoeg. Mijn grootmoeder kon dat niet aan, en dus hield ik alles binnen. De ergste periode kwam een goed jaar na de overval. Ik was uit de kliniek, ik kon alweer stappen met krukken, de zware maanden waren achter de rug… En dan komt het besef dat alles weg is, ondanks het feit dat je nog zo je best hebt gedaan. Ik wil nooit meer terug naar die momenten.”
De overval werd in de film ook nagespeeld, waar David per se wilde bij zijn. “Het was in Turnhout, waar ze een oude Delhaize hebben nagebouwd. De mensen van de filmploeg waren verbaasd dat ik de overval per se wilde zien. Zelfs mijn vrouw Nathalie was een beetje bang hoe ik erop zou reageren.”
“Maar niks is zo erg als de beelden die ik al dertig jaar in mijn hoofd heb zitten. Mensen zonder hoofd of met een groot gat in hun buik, een man met een half weggeschoten gezicht, bloed dat tegen de muren spat en plassen maakt op de vloer… Dat is de film waarmee ik ga slapen en waarmee ik opsta, en ik denk dat ik hem tot in de laatste minuut van mijn leven zal blijven zien. De overval in de film is nog altijd een gekuiste versie van hoe het er echt aan toeging. Maar de gruwel die ik gezien heb, kan je niet zomaar kopiëren, of de mensen gaan ziek buiten.”
Geweten schoppen
“Er is één moment geweest dat ik ingehaald werd door het verleden. Toen er werd geilmd in de woonwijk waar ik ben opgegroeid, toen mijn ouders en mijn zus nog leefden. Ik sta op het pleintje van mijn kindertijd en kijk naar ons huis, waar de bovenste ramen open staan en Zita Wauters, die mijn zus Rebecca speelt, zich in de badkamer staat te schminken. Een jeugdig tienermeisje dat staat te dansen en gek te doen voor de spiegel. Een paar seconden zie ik mijn zus en zit ik helemaal terug in het verleden. Het is een herinnering die opnieuw realiteit wordt, en die ik wil vasthouden.”
Veel mensen denken dat de nieuwe verwikkelingen in de zaak een probleem geven voor de film, maar Conincx denkt daar anders over. “Ik denk dat niet, integendeel. Het is juist goed, want nu krijgen we weer heel even de indruk dat het onderzoek opnieuw ernstig wordt genomen. De vraag is hoelang het zal duren. Er hoeft maar één afaire-Bart De Pauw te passeren en alle aandacht gaat alweer een totaal andere richting uit.”
Bron » Het Laatste Nieuws