De verstandhouding tussen het Belgische en Amerikaanse gerecht is al maanden niet optimaal. In juli 1997 maakte de Amerikaanse ambassadeur bij minister van Justitie Stefaan de Clerck zijn beklag over de wijze waarop een rogatoire commissie van de cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel voert, was verlopen. Sindsdien is het nooit meer tot een normale samenwerking gekomen.
‘De vaststelling dat de service vanuit de Verenigde Staten niet de best mogelijke is, is juist’, luidt het bij Justitie. De Bende-speurders zeggen ronduit dat de Amerikanen verscheidene van hun onderzoeken blokkeren.
De Bende-speurders hebben het raden naar de terughoudendheid van de Amerikanen, maar stellen vast dat drie onderzoeken door de houding van de Amerikanen geblokkeerd zijn. ‘Wij zijn ongerust over deze gang van zaken’, zeggen de speurders. ‘Wij vragen ons af of ons speurwerk als hinderlijk wordt ervaren door de Amerikanen.’
Tijdens het al ruim 13 jaar aanslepende onderzoek werd de rol van de Amerikaanse inlichtingendiensten evenals die van de landen uit het voormalige Oostblok meer dan eens in vraag gesteld. De hypothese dat sommige inlichtingendiensten meer zouden weten over de Bende-aanslagen die in de jaren 80 aan tenminste 28 personen het leven hebben gekost, is meermaals geopperd. Nooit vond het gerecht hier aanwijzingen van, net zomin als over een mogelijk aandeel van de inlichtingendiensten of van extreem-rechts in de Bende-aanslagen.
De terughoudendheid van het Amerikaanse gerecht treft meer onderzoeken dan het Bende-onderzoek. Onder meer het onderzoek van de Brusselse onderzoeksrechter Damien Vandermeersch naar Peter Schmitt en Aurore Martin, de Duivelse minnaars. Zij worden er door het Belgische gerecht van verdacht hun respectieve levensgezellen vermoord te hebben om de levensverzekeringspremies (meer dan 40 miljoen) te kunnen opstrijken. Het koppel werd in november 1997 aangehouden in Miami en rechter Vandermeersch wacht al maanden op het fiat van de Amerikanen om het koppel in Amerika te kunnen ondervragen.
In het onderzoek naar de Bende van Nijvel blokkeren de Amerikaanse autoriteiten volgens de Belgische speurders drie dossiers. Een eerste waarin het Amerikaanse gerecht dwarsligt, betreft de overheveling van de inhoud van de computer van ex-rijkswachter Martial Lekeu. Midden de jaren 80 en net voor de tweede reeks Bende-aanslagen week de rijkswachter uit naar de Verenigde Staten.
Het gerecht vermoedde dat Lekeu meer wist over de Bende van Nijvel. Hij werd zelfs meermaals aangewezen als een van de verdachten van de bloedige overvallen. Zelf ontkende hij een lid van de Bende van Nijvel geweest te zijn. In juni 1997 overleed Martial Lekeu en meteen trok de cel-Jumet naar Orlando om materiaal in beslag te nemen voor een DNA-analyse. Daaruit bleek dat Lekeu niet een van de Bende-doders was.
De speurders verhoorden ook verschillende personen die Lekeu in Orlando gekend hebben en leerden uit officiële documenten dat Lekeu als undercoveragent was opgetreden voor de Amerikaanse douanediensten. Eén getuige vertelde de speurders dat Martial Lekeu al zijn informatie in zijn computer had opgeslagen. Het FBI werd ingeschakeld om de computer in beslag te laten nemen, wat ook gebeurde. Maar sindsdien heeft het Belgische gerecht niets meer over de computer of de informatie die in de computer was opgeslagen, vernomen.
Het Belgische gerecht wil ook een lid van de Amerikaanse ambassade in Parijs verhoren, omdat die naar verluidt onthullingen over de Bende van Nijvel zou gekregen hebben. Het gerecht wil een rogatoire commissie naar Parijs sturen, maar de Amerikaanse ambassade in Parijs staat weigerachtig tegenover het verhoor. Daardoor kan de man niet verhoord worden.
Het derde dossier waar het Belgische gerecht tegenkanting van de Amerikaanse autoriteiten voelt, betreft Jean-François Buslik. Buslik, een vriend van gewezen rijkswachter Madani Bouhouche, is een Amerikaan die in de jaren 80 in België woonde en werkte. In het dossier Bouhouche-Beijer werd hij bij verstek veroordeeld tot de doodstraf. De Bende-speurders hebben de voorbije maanden tot vijfmaal toe aan Interpol Washington gevraagd het adres van Buslik in de Verenigde Staten te zoeken, omdat zij denken dat hij interessante informatie over de Bende van Nijvel kan hebben. Vijf vragen waarop nog geen antwoord kwam.
Bron » De Tijd