De Kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Bergen heeft Franz Leclercq, ex-hoofdcommissaris van de toenmalige gerechtelijke politie van Bergen, buiten vervolging gesteld voor de moord op inspecteur Simon Poncelet. Het openbaar ministerie wilde Leclercq voor het assisenhof zien verschijnen.
Simon Poncelet werd in de nacht van 21 op 22 februari 1996 in de inkomhal van de kantoren van de toenmalige gerechtelijke politie van Bergen neergeschoten met vier kogels. Twee jaar na de feiten werd Leclercq aangehouden. Op 10 juli 1998 werd de gewezen hoofdcommissaris opnieuw in vrijheid gesteld. Hij heeft zijn betrokkenheid bij de moord steeds ontkend.
In het onderzoeksdossier zaten enkele onduidelijkheden. Zo was geen opheldering gebracht over een vingerafdruk op de glazen toegangsdeur naar de politielokalen. De analyse van al wie in de dagen voor de moord in de lokalen waren geweest, leverde niets op. Bovendien is nooit een kogelhuls gevonden op de plaats van de moord noch is er een spoor van het wapen waarmee de jongeman werd afgemaakt.
Volgens het onderzoek zou Simon Poncelet die nacht zelf en in alle vertrouwen de deur hebben geopend voor zijn belager, die hij zodoende zou hebben gekend. Als motief voor de ex-commissaris Leclercq om de moord te plegen, zag de onderzoeksrechter het feit dat deze door Simon Poncelet was betrapt toen hij het bureau van de hoofdcommissaris doorzocht op zoek naar compromitterende informatie. Simon Poncelet zou toen hebben aangekondigd dat hij dit zou melden.