Boek en tentoonstelling over geschiedenis van geheime dienst

 

Met een boek en een tentoonstelling over de 175-jarige geschiedenis van de staatsveiligheid onderneemt de geheime dienst zijn eerste voorzichtige stappen naar meer transparantie. De recente perikelen over het eerste jaarverslag van de inlichtingendienst tonen echter aan dat de evolutie naar meer openheid een moeizame en gewaagde onderneming kan zijn.

“De regels van corporate governance en accountability zijn evenzeer van toepassing op de inlichtingengemeenschap, maar dat besef – het moet eerlijk worden toegegeven – is vrij laat gekomen.” Dat schrijft Koen Dassen, de chef van de staatsveiligheid, in het gisteren gepubliceerde boek De staatsveiligheid. Essays over 175 jaar veiligheid van de staat (Politeia). Het is volgens Dassen de bedoeling om “de activiteiten van de inlichtingendienst op een wetenschappelijk verantwoorde manier te onttrekken aan de sfeer van geheimzinnigheid die er nog te veel rond heerst”.

Dat er een boek over de staatsveiligheid verschijnt, waaraan werd meegeschreven door een aantal medewerkers van die dienst (die zich weliswaar niet met hun functie presenteren, maar als politicoloog of historicus), is op zichzelf al uitzonderlijk. Spannende verhalen of onthullingen moet de lezer niet verwachten.

De publicatie beperkt zich tot meestal droge bijdragen over de geschiedenis en het juridisch en institutioneel kader van de inlichtingendienst, verlucht met beelden van oubollig spionagemateriaal. Wel een primeur is dat het boek voor het eerst een foto openbaar maakt van Godelieve Timmermans, de vroegere administrateur-generaal van de staatsveiligheid, die het slechts twee jaar uithield in die topfunctie en in 2002 voortijdig ontslag moest nemen omdat ze het vertrouwen van de regering kwijt was geraakt.

Merkwaardig is dat het boek er kwam op initiatief van professor Marc Cools, manager van een Antwerpse beveiligingsfirma, gewezen adviseur van voormalig VLD-minister van Justitie Marc Verwilghen en medestander van ex-VLD’er Hugo Coveliers, en diens vrienden van de conservatieve denktank Nova Civitas. Cools staat overigens bekend als een pleitbezorger van de privatisering van inlichtingenwerk.

In dezelfde drang naar meer transparantie situeert zich de tentoonstelling Undercover. 175 jaar veiligheid van de staat, die van 1 november tot 31 januari 2006 loopt in het Algemeen Rijksarchief in Brussel. “Zelfs na 175 jaar blijft een waas van mysterie over de staatsveiligheid hangen”, meldt de folder.

“De tentoonstelling wil dat helpen doorbreken. Het is de bedoeling om aan de hand van welgekozen historische feiten en actuele aandachtspunten het publiek een blik te gunnen achter de schermen van de dienst.” Spectaculaire onthullingen vallen ook daar niet te verwachten, de tentoonstelling richt zich vooral op scholieren en is voornamelijk educatief bedoeld.

Ondertussen blijft het wachten op het eerste jaarverslag van de staatsveiligheid. Buitenlandse zusterdiensten publiceren al geruime tijd zo’n verslag en het Comité I, het orgaan dat namens het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, dringt sinds lang aan op de publicatie van een dergelijk document.

Eerder dit jaar leek bijna zo ver. Onder impuls van Dassen werd een jaarverslag opgesteld, gedrukt en verspreid onder de personeelsleden van de staatsveiligheid. Maar tot een ruimere verspreiding kwam het niet. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) bleek immers vooraf niet op de hoogte te zijn gebracht van het initiatief en stelde haar veto.

Bron » De Morgen