Parlementaire controle op inlichtingendiensten kan beter

De parlementaire controle op de de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst staat nog niet op punt. ‘Er zijn enkele dingen die op het politieke plan verfijnd moeten worden’, zegt Jean-Claude Delepière.

Delepière is directeur van de nieuwe superantiterreurdienst Ocad, voluit het Coördinatieorgaan voor de Analyse van de Dreiging. Delepière was tot voor enkele maanden voorzitter van het Comité I, het orgaan dat namens het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten. Hij is tevens voorzitter van de Cel voor Financiële Informatieverwerking.

Het wetsontwerp Bijzondere inlichtingenmethoden (BIM), dat werd ingediend door de PS-ministers van Justitie en Defensie Laurette Onkelinx en André Flahaut, voorzag niet alleen een dramatische uitbreiding van de bevoegdheden van de geheime diensten.

Het wou eveneens een nieuw controlesysteem installeren, waardoor de bestaande controle door de begeleidingscommissie van het parlement de facto zou worden afgeschaft. Het Comité I zou in dat scenario vleugellam worden gemaakt en vervangen door nieuwe controleorganen die rechtstreeks zouden rapporteren aan de regering.

“Dat is een van de moeilijke aspecten”, gaf Delepière toe na een rondetafel over de inlichtingendiensten, die zaterdag georganiseerd werd door informateur Didier Reynders (MR). Delepière herinnerde eraan dat de wet de noodzaak voorziet van “communicatie tussen het Comité I en de voogdijministers”.

Maar “er zijn dingen die verfijnd moeten worden op het politieke vlak”, stelde de Ocad-directeur. En wel op zo’n manier “dat de rapporten van het Comité I kunnen worden geëxploiteerd door zowel het parlement als de voogdijministers”.

Nog in het weekend raakte bekend dat Pascale Vandernacht, de kabinetsadviseur van minister Onkelinx, die werkte rond terrorismebestrijding en inlichtingendiensten, benoemd is tot de staatsraad. Vandernacht was de drijvende kracht achter het omstreden BIM-wetsontwerp.

Bron » De Morgen