De wapenwet had ook gevolgen voor het legermuseum. Stillaert werd overstelpt met wapens van alle slag en kaliber zodat een regularisatie zich opdrong. “Tientallen wapenbezitters brachten vaak speciale wapens naar het museum, liever dan naar de politie te stappen om ze te laten vernietigen. Zelf kreeg ik een erkenning als koper en verkoper van oorlogswapens”, wil Stillaert kwijt.
Het bezit van deze vaak zware wapens in het museum werd nog maar gedeeltelijk geregulariseerd. “Van elk wapen heb ik een individuele steekkaart zodat ik steeds kan zien wie de eigenaar was. Ik weiger nochtans pertinent de namen van de eigenaars bekend te maken. Een delegatie van de provincie en de politie bracht een bezoek aan het museum en registreerde alle wapens na ze ingedeeld te hebben als oorlogswapen of niet. Dat liep niet altijd van een leien dakje.”
“Van sommige wapens had ik slechts negen stuks in mijn verzameling terwijl de verzamelaar geacht wordt er minstens tien te hebben. De administratie bracht alles grotendeels in orde. Sterk is wel dat ik een vergunning kreeg als in- en verkoper van oorlogswapens hoewel dat nooit mijn bedoeling was”, aldus Freddy Stillaert.
Bron » De Standaard