Wat onderzoeksrechter Simone Coelst op 12 januari 1998 in Borgworm aantrof op de plaats waar een Brink’s-geldtransport was overvallen, leek nog het meest op een bloedbad. Dat getuigde ze voor het assisenhof in Luik, op het proces Habran. Coelst vertelde ook hoe tijdens het onderzoek naar de overval 32 verschillende pistes onderzocht worden.
Toen ze op de plaats van de feiten aankwam, was de onderzoeksrechter onder de indruk van wat ze er aantrof. “De geldwagen was echt doorzeefd met kogels. Het was zelfs verbazend dat een van de drie begeleiders aan de dood was ontsnapt”, vertelde Coelst. “Het voertuig bevond zich rechts van de rijbaan op de pechstrook en ervoor stond een Chrysler stil. Overal over de autosnelweg bevonden zich politievoertuigen, alsook voertuigen die door spijkers tot stilstand waren gebracht.”
Coelst vertelde de leden van de jury welke onderzoeksdaden werden gesteld om de daders van de overval te pakken te krijgen. Op 6 februari 1998 vond een reconstructie plaats. In totaal werden 32 verschillende pistes onderzocht, aldus Coelst. Uiteindelijk was het Lilo Scerra, een politie-informant, die het onderzoek vooruit hielp – in ruil vroeg hij een gevangenisregime van halve vrijheid. Scerra verklaarde aan de onderzoekers dat hij betrokken was bij de feiten, omdat hij op vraag van Thierry Dalem en Claude Kremer op verkenning was geweest. Dalem en Kremer zouden volgens Scerra aan de overval hebben meegewerkt, samen met nog een andere dader.
Maar diens naam werd door Scerra niet genoemd. Vervolgens was het Rolando Cerri die in ruil voor het statuut van beschermde getuige aan het praten ging. Hij wees Dalem, Kremer, Pol Maréchal, Joël Schraenen en Marcel Habran als daders van de overval. Net zoals Michel Anthemus en Nicolas Geyer voor hem, was Cerri in het begin betrokken bij het plannen van de overval, maar mocht hij na verloop van tijd niet meer meedoen. Marcel Habran zou maar later bij de voorbereiding van de overval betrokken geraakt zijn. Maréchal en Schraenen kwamen er bij in de plaats van zij die niet meer meededen met het plan. Didier Singleton bevestigde de onderzoekers uiteindelijk wat ze al wisten.
Zich op het assisenproces richtend tot de onderzoeksrechter, zei Claude Kremer dinsdag dat hij nooit geconfronteerd is geweest met Rolando Cerri, de man die hem aan de galg praatte. “Jullie zijn nooit geconfronteerd geweest, zelfs niet via een videoconferentie? “, vroeg de rechter aan Kremer. “Nooit”, antwoordde hij.
De verdediging van Marcel Habran vindt dat een aantal onderzoeksdaden nooit gesteld is, zoals het vergelijken van dna-sporen die aangetroffen werden op bierflesjes met het dna van potentiële verdachten als Lilo Scerra. Scerra werd op de dag van de feiten zelf genoemd als mededader van de overval, maar de onderzoekers besloten dat hij niet aanwezig geweest kon zijn op de plaats van de feiten. Onder de getuigen die morgen gehoord worden op het proces, bevinden zich onder andere de ballistisch experts.
Bron » De Morgen