Habran geeft toelichting bij alibi voor overval

Voor het Luikse assisenhof heeft Marcel Habran vandaag toelichting gegeven bij zijn alibi voor de overal op het geldtransport in Borgworm, op 12 januari 1998. Op het ogenblik van de feiten zou hij zich in Florenville bevonden hebben. Getuigen hadden het ook over de persoonlijkheid van Lilo Scerra. “Om 07.17 uur tankte ik met mijn bankkaart benzine in Florenville”, legde Marcel Habran uit.

“Vervolgens, om 07.22 uur, nam ik met mijn kaart geld uit de muur in een Dexia-bankkantoor, waarna ik naar de krantenwinkel trok en er een Quick Pick-lotje van acht cijfers kocht.” “Nadat ik dat gedaan had, ging ik naar een wasserij in de buurt van Florenville, maar die was gesloten. Ik ging terug naar Florenville om er een koffie te drinken en voor ik terugkeerde naar de stomerij, voerde ik nog een internationaal gesprek met mijn echtgenote. Even na 8 uur was ik terug thuis en verwittigde mijn vrouw mij dat er in Borgworm een bloedige overval had plaatsgevonden.”

“Ik heb dat alibi geconstrueerd, en heb opzettelijk een parcours afgelegd langs verschillende plaatsen, om het te kunnen gebruiken als men mij er ooit over zou ondervragen”, legde Habran uit. “Ik was wel degelijk in Florenville die dag. Pol Maréchal had me verteld dat hij die dag een geldtransport zou overvallen.” Habran vermoedde dat de onderzoekers bij hem zouden terechtkomen en besloot daarom voor een alibi te zorgen. “Het was pas na de dood van Maréchal dat ik daarvoor kon uitkomen.” De uitbater van de krantenwinkel in Florenville bevestigde dat Habran een regelmatige klant was en die dag inderdaad op de lotto gespeeld heeft.

Hij kocht die dag vroeg ’s ochtends het enige Quick Pick-lotje van acht cijfers. Ook een verantwoordelijke van de Nationale Loterij bevestigde dat er die dag in de krantenwinkel maar één Quick Pick-lotje van acht cijfers is gespeeld. Een verantwoordelijke van de bank zei dat er in de bank videocamera’s waren die beelden maakten van de klanten. Habran zegt dat hij naar de bank ging om er zeker van te zijn dat hij gefilmd werd. “Ik heb zelfs smoelen getrokken zodat ze mij zouden zien”, zei hij. De beelden van die bewuste dag bestonden echter niet meer op het moment dat de onderzoekers ze opvroegen.

Het hof hoorde ook een aantal getuigenissen over Lilo Scerra. Ten tijde van de feiten leefde Scerra samen met twee verschillende vrouwen die van elkaar niks afwisten. Hij had ook verschillende affaires. Scerra was actief in het prostitutiemilieu en de wagentrafiek. “Was hij een pooier?”, vroeg voorzitster Dewart aan een van de vrouwen.

“Er waren vrouwen die vrijgevig met hem waren”, antwoordde die daarop. Scerra zou tegen haar hebben gezegd dat hij samen met Dalem en Kremer de overval in Borgworm voorbereidde. Scerra zou ook geld hebben gegeven voor de aanschaf van wapens. Volgens zijn partner echter was hij een ziekelijke leugenaar. Hij zou zelf hebben toegegeven dat hij had gemoord en betrokken was bij andere overvallen.

De jonge vrouw voegde er aan toe dat hij Dalem vaak gebruikte als alibi. Zo deed hij haar bijvoorbeeld geloven dat hij bij Dalem was, terwijl hij eigenlijk naar zijn andere vrouw trok. Volgens de tweede vrouw praatte Scerra nooit over zaken. Ze vindt het dan ook niet logisch dat hij gepraat zou hebben over zijn betrokkenheid bij de feiten in Borgworm. De vrouw gaf ook toe dat ze tussen 2004 en 2005 een verhouding had met Dalem. Na de dood van Pierrin in 2004 vreesde Dalem voor zijn leven. Morgen hoort het hof andere getuigen. De getuigenis van Rolando Cerri, de eerste beschermde getuige in het dossier, is uitgesteld naar maandag.

Bron » De Morgen