Op 14 januari 1989 ontvoerden gangsters de christendemocratische ex-premier Paul Vanden Boeynants (kortweg ‘VDB’). Het begin van een thriller die een maand zou aanslepen. Vandaag, 25 jaar later, zit geen van zijn ontvoerders nog in de cel. Toenmalig Brussels zwaargewicht van de PSC (nu cdH) Paul Vanden Boeynants is in de jaren 80 hoegenaamd geen heilig boontje.
Hij wordt met zowat alle Belgische zonden van die tijd – van smeergeld over de Bende van Nijvel tot roze balletten – in verband gebracht, maar loopt in 1986 enkel een veroordeling op voor fiscale fraude. Niet dat zijn kiezers zich daaraan storen: in 1988 wint hij overtuigend bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Nauwelijks enkele maanden later, op 14 januari 1989, overmeesteren enkele mannen hem bij zijn appartement aan de Brusselse Franklin Rooseveltlaan. De dan bijna 70-jarige ‘VDB’ wordt op de achterbank van een auto gedropt, vastgebonden en naar de Noord-Franse badplaats Le Touquet gereden. Hij krijgt er een plek in een volledig donker kamer en een dieet van conserven en water.
Zijn ontvoerders? De bende van Patrick Haemers, Philippe Lacroix en Basri Bajrami: rasechte gangsters die leven van overvallen van banken en geldtransporten. Hoewel in de eerste dagen na de ontvoering in de pers anders wordt beweerd, heeft de bende geen politieke motieven. Ze willen, zoals steeds, enkel geld. VDB bleek pas kort voordien toevallig in beeld te zijn gekomen van de gangsters, na een artikel over zijn vermeende fortuin.
VDB krijgt na een paar weken in Le Touquet vat op zijn ontvoerders. Zijn vastberadenheid op dat moment zal hij nadien omschrijven met de woorden “VDB, tu ne vas pas crever ici”. De hele kwestie van het losgeld – tot zelfs de omvang van de som toe (63 miljoen frank, nu zo’n 1,5 miljoen euro) – wordt uiteindelijk door de Brusselaar zelf gefikst.
Dat een journalist net in die periode de geruchten over VDB’s smeergeldfortuin onderuit haalt, helpt daar natuurlijk mooi bij. “Waarom 63 miljoen? Omdat we gemarchandeerd hebben zoals ik dat op de beestenmarkt in Anderlecht geleerd had. Het had even goed 60 of 65 miljoen kunnen zijn”, zei hij daar ooit over.
Op 13 februari 1989 is het dan zover: VDB wordt in een Lada naar Doornik getransporteerd, waar hij – zoals in de films – tegen een muur moet gaan staan en tot twintig moet tellen voor hij zijn zwarte bril mag afzetten. VDB speelt het imagospel na de ontvoering slim: enkele dagen later volgt een historische persconferentie met het uitgebreide, ietwat theatrale relaas van zijn ontvoering.
Nauwelijks één dag na VDB’s vrijlating pakt de Franse politie Basri Bajrami op in Metz. Hij heeft nog 5 miljoen van het VDB-losgeld op zak. Weinig later komt de politie uit op de villa in Le Touquet, waar ze sporen vinden van Haemers en zelfs van zijn toen 3 jaar oude zoontje Kevin. Haemers, die op dat moment samen met zijn vriendin Denise Tyack en zijn collega-gangster Alex Zeyen in Rio de Janeiro in Brazilië zit, wordt snel opgespoord. Op 27 mei 1989 pakt de Braziliaanse politie hen op. In maart 1990 wordt het drietal uitgeleverd aan België.
Via twee assisenprocessen kan de bende van Haemers achter slot en grendel gezet worden, de spectaculaire ontsnapping van Lacroix en Bajrami in 1993 niet te na gesproken. Samen met Kapllan Murat gijzelen ze de inspecteur-generaal van het Belgisch gevangeniswezen, Harry Van Oers. Bovenop de voorruit van hun vluchtwagen hebben ze een personeelslid gelegd, een hallucinant maar iconisch beeld uit de jaren 90. Ze worden later weer ingerekend. Patrick Haemers pleegt datzelfde jaar zelfmoord in zijn cel.
VDB zelf overlijdt in 2001 na een hartoperatie. Van zijn ontvoerders zit niemand vandaag nog in de cel. Lacroix wordt in 2004 vrijgelaten. Eerst gaat hij als leerkracht in het volwassenenonderwijs aan de slag. Momenteel is hij leerkracht Engels en Nederlands in het secundair onderwijs. Sinds zijn vrijlating is Lacroix, naar verluidt, nog geen seconde van de rechte weg afgeweken. Bajrami komt ook in 2004 vrij en wordt uitgeleverd aan Kosovo, waar hij nu als een vrij man rondloopt.
Een muzikaal relict van de ontvoering van VDB is het nummer ‘Qui..?’, van Brussels Sound Revolution. Het nummer samplede fragmenten uit Vanden Boeynants’ persconferentie. Een terugkerend element in het nummer is VDB’s pijp. Volgens hemzelf hadden zijn ontvoerders de pijp uit zijn mond gerukt.
De naam BSR is een parodie op de andere BSR (Brigades Socialistes Révolutionaires) de misdaadorganisatie waaraan de verantwoordelijkheid voor de ontvoering verkeerdelijk werd toegewezen, en op Brigade Spéciale de Recherche, de Bijzondere Opsporingsbrigade (BOB), een onderdeel van de toenmalige Rijkswacht. Ook Boucherie Le Touquet – ook een dubbele verwijzing naar VDB – bracht overigens een single uit met samples uit dezelfde persconferentie, met als titel ‘Ferme ta gueule’ (‘Hou je smoel’).
Bron » De Morgen