Er is geen externe controle op de informanten van de Staatsveiligheid en de inlichtingendienst maakt daarvan misbruik. Dat onthult het boek ‘De geheimen van de Staatsveiligheid’ waarover De Tijd deze week bericht.
Zo heeft de Staatsveiligheid jarenlang achter de rug van het parlement en de regering illegaal gegevens gekregen via informanten die werken bij de telecomoperatoren. Zo kon de Staatsveiligheid zonder enige controle telefoon- en mail-gegevens en internetadressen krijgen. Bovendien was de praktijk illegaal, want de ‘mollen’ bij de telecombedrijven moesten daarvoor hun beroeps- en bedrijfsgeheimen schenden.
Een andere wantoestand gaat bijvoorbeeld over een bedrijfsleider die actief is in een gevoelige technologische sector. Hij voelde zich onder druk gezet door de Staatsveiligheid om onder andere bankgegevens en bedrijfsinformatie prijs te geven.
Daarnaast is jarenlang op verschillende echelons van de Staatsveiligheid geknoeid met geld om informanten te betalen. Sommige informanten kregen ook vergoedingen zonder echt nuttige info te leveren. Bij gebrek aan een interne audit bij de Staatsveiligheid kon het geknoei jarenlang duren.
Sinds 2011 is er wel een commissie met drie magistraten die alle “bijzondere inlichtingenmethodes” van de Staatsveiligheid controleert, zoals het afluisteren van telefoongesprekken of het inbreken in computers. Maar het werken met duizenden informanten controleren ze niet.
De voorzitter van de toezichtscommissie, magistraat Paul Van Santvliet, zegt geen kennis te hebben van misbruiken, maar vindt wel dat er beter een externe controle komt op de informantenwerking van de Staatsveiligheid. Hij verwijst naar de politie, waar de informantenwerking wél streng gecontroleerd en gereguleerd wordt.
De administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, Jaak Raes, is niet gewonnen voor een externe controle op de informanten. “Je moet toch niet plots een controle koppelen aan de gewone manier van inlichtingenwerk. Waar gaan we dan naartoe? Maar ik gedraag me naar de wet. Als het parlement de wet wijzigt, passen we onze werking aan”, stelt Raes.
“De Staatsveiligheid is nooit echt transparant, ook niet tegenover de minister”, getuigt oud-minister Stefaan De Clerck (CD&V). “Hoe de Staatsveiligheid met informanten omspringt, is een gevoelige, explosieve kwestie. Informanten zijn al geen doetjes. En er komt dan nog geld aan te pas. Dat is high risk. Dat wordt ook misbruikt.”
Bron » De Tijd