“Laat burgers terreurcel infiltreren”

Om snel en voldoende info te krijgen over terreurgroepen, zou de politie moeten kunnen werken met burgers die als ‘mol’ infiltreren. Daarvoor pleit de procureur-generaal van Brussel, Johan Delmulle.

De procureur-generaal van Brussel, de baas van het openbaar ministerie in Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant, breekt een lans voor extra mogelijkheden voor politie en gerecht om terroristen op te sporen.

Volgens procureur-generaal Johan Delmulle is de tijd gekomen om de speurders betere instrumenten te geven. Hij pleit ervoor werk te maken van een betere informantenwerking, een regeling rond spijtoptanten en burgerinfiltranten.

Vooral dat laatste is een opvallend voorstel, want het is zeer omstreden. Nu mogen enkel daarvoor opgeleide politiemensen, gewoonlijk van de speciale eenheden, criminele milieus infiltreren.

In zijn toespraak om het gerechtelijk jaar te openen, geeft Delmulle verschillende argumenten om ook burgers te laten infiltreren in terroristische milieus én hen toe te laten indien nodig zelfs criminele strafbare feiten te plegen.

Valse naam

“Het is vandaag zeer moeilijk, vaak zelfs onmogelijk, om een politieman te vinden die het juiste profiel heeft om in een zeer gesloten en achterdochtig milieu binnen te dringen en zich er te handhaven”, zegt Delmulle. “Dat vraagt ook tijd, tijd die er niet altijd is als je ziet hoe snel verdachten soms radicaliseren en tot actie overgaan. De federale politie heeft ook te weinig infiltranten, zeker met het juiste profiel, om een antwoord te bieden aan het enorm toegenomen aantal onderzoeken.”

Terreurcellen moeten daarom nog meer van binnenuit worden bestreden, vindt Delmulle. Nu kan er wel worden gewerkt met informanten die deel uitmaken van een terroristische groepering.

“Maar er zou een volgende stap moeten worden gezet. Een burgerinfiltrant zou moeten kunnen werken onder een fictieve identiteit (iets wat een informant niet kan, red.). Hij zou meer moeten kunnen doen dan enkel passief inlichtingen verzamelen – waartoe een informant nu beperkt is.”

In bepaalde omstandigheden zou de infiltrant zelfs strafbare feiten moeten kunnen plegen, om zo zichzelf niet te verbranden.

“Uiteraard zou bij de federale politie en het Openbaar Ministerie een sluitend controlesysteem moeten bestaan”, voegt Delmulle daar nog aan toe. “Maar er wordt best niet te lang gewacht met de wettelijke creatie van de figuur van de burgerinfiltrant.”

Strafvermindering

Daarnaast stelt Delmulle ook voor om meer geld vrij te maken voor informantenwerking. Dat geld moet dienen voor de premies voor personen die informatie geven over bijvoorbeeld terroristen, maar ook voor politiemensen die de informanten beheren.

De procureur-generaal vindt ook dat het tijd is om een regeling voor spijtoptanten uit de grond te stampen, zodat verdachten die cruciale info geven in terreuronderzoeken strafvermindering of andere voordelen zouden kunnen krijgen.

Federaal procureur Frédéric Van Leeuw stelde dat ook al eens voor in een interview met De Standaard. Delmulle stond voor Van Leeuw aan het hoofd van het federaal parket, dat de terreuronderzoeken in ons land voert.

Delmulle vindt wel dat het Strafwetboek al voldoende is verbeterd voor de strijd tegen terreur. Een verdere uitbreiding van het begrip “terrorisme” is bijvoorbeeld niet meer nodig, die is de jongste maanden al sterk verruimd, zodat ook ‘lone wolves’ sneller kunnen worden aangepakt en er in het algemeen vroeger kan worden ingegrepen.

Bron » De Standaard