Experts over het Bende-onderzoek: “Er is met de mensen hun voeten gespeeld

Wapens waar het gerecht dertig jaar naar zocht, zijn nu mogelijk opgespoord door enkele jongens met een magneet. Een kroongetuige die de Reus kon aanwijzen, werd twintig jaar genegeerd. Waarom wordt het ­onderzoek naar de belangrijkste misdaden van ons land zo mismeesterd? Drie experts die het onderzoek naar de Bende van Nijvel al jaren volgen, laten hun licht schijnen.

Gaat het om manipulatie van binnenuit? Sabotage door de daders? Of is het gewoon flagrante incompetentie van de speurders? “Het is altijd mijn idee geweest dat de Bende het werk was van mensen uit het apparaat, die op een zijspoor waren beland”, zegt emeritus professor Paul Ponsaers, co­auteur van het boek De Bende. “Ex-rijkswachters bijvoorbeeld, die mislukt waren, en die daar een zekere rancune over hadden. Ze kenden het systeem van binnenuit. Ze maakten er geen deel meer van uit, maar ze wisten hoe ze het moesten schaden.” En hoe ze de speurders op een dwaalspoor moesten zetten. “De ­daders hebben met de voeten van de speurders gespeeld.”

Maar het povere resultaat is ook aan de onderzoekers zelf te wijten. “Zo hebben ze bijvoorbeeld in de eerste jaren ontzettend veel tijd verknoeid door onderzoek te voeren naar de bende uit de Borinage”, zegt Ponsaers. “Zelfs al hield men acht maanden lang een expertise in een schuif die die bende vrijpleitte.”

Journaliste Hilde Geens, ­auteur van het boek Beetgenomen: Zestien Manieren om de Bende van Nijvel nooit te ­Vinden, vergelijkt het met een puzzel. “Je eerste puzzelstuk is rood, je denkt aan Roodkapje. Maandenlang probeer je de puzzel te leggen, en het lukt maar niet. Want het is eigenlijk een rode koe. De onderzoekers hadden een hypothese in hun hoofd en zochten alleen puzzelstukken die die hard konden maken.”

Vriend of vijand

“Dat enkele verdachten rijkswachters waren, heeft er allicht toe geleid dat onderzoekers op de rem gingen staan”, zegt Ponsaers. “Dat heeft niets met een doofpot te maken. Het is veeleer valse solidariteit. Of gêne.” Geens: “Zo’n collega is ofwel een goeie vriend, of ­iemand die je niet kan uitstaan. In beide gevallen is het problematisch voor het onderzoek. ”

Het dossier was intussen zo enorm groot geworden, dat er ontelbaar veel pistes ontstonden. “En die bleken alleen maar tijdsverlies. Toch wilden die onderzoekers al die poortjes een voor een sluiten”, zegt ­Ponsaers. “En al die tijd bleef de essentie onaangeroerd: wie was de Bende van Nijvel? Er is hard gewerkt in dit dossier, maar er is gewoon te veel ­gezocht op pistes die zinloos waren.”

“Er zijn enorm veel hypotheses bedacht”, zegt journalist Dirk Barrez. “Maar er is uiteindelijk zo weinig onderzocht, dat er tot op vandaag níéts kan worden uitgesloten. Die ridicule resultaten staan in schril contrast met het enorme ­dossier.”

In 1995 maakte Barrez een Panorama-uitzending over de Bende, en daarmee gaf hij de aanzet tot de oprichting van de tweede parlementaire onderzoekscommissie. “Nadat het dossier in 1990 van Dendermonde naar Charleroi was verhuisd, lag het onderzoek vijf jaar zo goed als stil omdat de honderdduizenden pagina’s vertaald moesten worden.”

Het parlement concludeerde in de commissie dat er meer aandacht moest komen voor de rol van extreemrechts en de rijkswacht. We zien vandaag dat daar niets mee is gedaan. Er is 22 jaar met de voeten van het parlement gespeeld.”

Nieuwe commissie

Net zoals Paul Ponsaers is Barrez voorstander van een derde parlementaire onderzoekscommissie. “Het wordt tijd dat we de verantwoordelijken nog eens de vraag stellen: Wat hebben jullie in al die jaren eigenlijk gedaan?”

De flaters

Tunnelvisie: Vier jaar lang bleef de ­Nijvelse procureur ­Deprêtre zich vast­bijten in een misdaad­bende uit de Borinage. Alle andere sporen en pistes werden genegeerd. Zelfs al was al aangetoond dat die bende onschuldig was.

Tijdsverlies: Het onderzoek werd in 1990 weggehaald bij het parket van Dendermonde en overgeheveld naar Charleroi. Vijf jaar lang lag het onderzoek praktisch stil. Want de honderdduizenden pagina’s moesten eerst naar het Frans vertaald worden.

Op de rem: Dat ­enkele verdachten rijkswachters waren, was een hinderpaal voor veel speurders. Uit misplaatste soli­dariteit voerden ze een onderzoek met de rem op.

Parlement genegeerd: De tweede parlementaire Bende-commissie concludeerde in 1996 dat de rol van de rijkswacht en extreemrechts ­onderzocht moest worden. Dat ­gebeurde amper.

Spokenjacht: Als verdachten, zoals ­gevangenisdirecteur Jean Bultot of rijkswachter Robert Beijer, zelf een spoor aanbrachten om zichzelf uit de wind te zetten, werd dat uitvoerig onderzocht. Ook als het een dwaalspoor bleek.

Interne ruzies: Het Waalse onderzoeksteam opende in 2012 een onderzoek naar de Dendermondse speurders, om te achterhalen of zij ­wapens in Ronquières in het water gooiden. Intussen zocht niemand naar de andere wapens in het kanaal.

Kroongetuige genegeerd: Marc Van Damme vertelde in 1998 al dat Christiaan B. de Reus was. “Er waren driehonderd van die tips. ­Te veel om te controleren”, klinkt het excuus. Ook in 19 jaar tijd?

Bron » Het Nieuwsblad