De Bende van Nijvel zit in de ziel van de stad Aalst

Het is blijkbaar een ongeschreven irrationele wet in Aalst: tegen het sluitingsuur ga je beter niet naar Delhaize. 32 jaar geleden raakte de overval van de Bende van Nijvel de ziel van de stad, mijn stad. Nooit ging die pijn echt weg. Bij elk bezoek aan de Delhaize dwalen ook mijn gedachten af naar die noodlottige uren op een donkere zaterdagavond in november 1985. Iedereen weet nog goed waar hij was of hoe hij de momenten en dagen erna beleefde. Bij mij op school zat een meisje die haar vader verloor. Bij een vriendin werd een klasgenootje vermoord. Een jeugdvriend stond oog in oog met de overvallers.

Jo, die jeugdvriend, lag 32 jaar geleden naast David Van de Steen, in het vuur van de strijd, tijdens de overval van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst. David verloor zijn hele gezin. Jo kwam er ongeschonden uit. “Ik heb het kunnen plaatsen. Een heel leven lang kon ik het wegduwen maar nu komen de vragen toch prangend naar boven.”

Want enkele weken geleden raakte bekend dat de vermoedelijke reus van de bende Christiaan Bonkoffky is. Een man die vlakbij Jo woonde. Ze gingen naar hetzelfde café. Jo ziet hem zo voor zich: aan de toog, met zijn hond. Op een gegeven moment bleef Chris B. weg. “Kwam hij toen te weten wie ik was?”, vraagt Jo zich nu af. “Of heeft hij al die tijd dat hij met mij aan de toog zat, geweten dat ik het kind was waarop hij zijn loop richtte die zaterdag in 1985?” Het laat hem niet meer los.

Over emotionele schade wordt niet gesproken

Zoals Jo zijn er veel Aalstenaars. Het nieuws dat de reus van de Bende van Nijvel in Aalst zou gewoond hebben en er wijkagent was, ging als een schokgolf door de stad. Is hij dan in onze huizen binnen geweest? Lag hij op het dak van de Delhaize om de winkel te beveiligen de dag na de overval? Kwam hij in ons wijkcafé en dronken we pinten met hem?

In elk gesprek, in elke ontmoeting, kwamen de vragen naar boven. Ik ging naar de herdenking op het kerkhof in Aalst en hoorde er harde woorden. Veel vragen ook en vertwijfeling. Mijn hart ging uit naar de slachtoffers: het is onmogelijk in alle sereniteit afscheid te nemen van je vader of je zus. Omringd door hoogwaardigheidsbekleders en pers.

Verstoken van enige zinnige uitleg voor je verlies. Over die emotionele schade hadden de slachtoffers nog niet gesproken. Wel over wat fout liep in het dossier en hoe kwaad hen dat maakte. Maar wat het met hen doet als mens? Dat niet. Dus gingen we praten met mijn stadsgenoten. Voor sommigen een opluchting om voor het eerst gehoord te worden, voor anderen ook deels een overwinning van hun angst. Zij getuigen onherkenbaar.

Aalst is in het hart geraakt

Overal komt hetzelfde terug: de dag na de overval gingen we gewoon terug aan het werk, terug naar school. Thuis  werd er niet over gesproken. Een tijdsgeest en een volksaard: als we er niet over praten, gaat het vanzelf weg. Maar zo een trauma’s verdwijnen niet. Ze nestelen zich in ons brein en worden losgemaakt telkens er “nieuws” komt over het dossier. De herbeleving is dan levensecht en beangstigend. Dat emotionele leed is nooit erkend.

Aalst heeft een groot hart en dat hart is geraakt op 9 november 1985. Maar het draagt de littekens tot vandaag. Antwoorden en transparantie over de verantwoordelijken van dit onmenselijke leed. De stad schreeuwt erom. Met haar alle slachtoffers ook van andere aanslagen van de Bende.

“Elke verwerking begint met erkenning”, zegt psychiater Mark Van Bellinghen in onze Pano. Het is hoog tijd voor erkenning zodat de verwerking en het rouwen eindelijk kan beginnen. Wanneer krijgen deze slachtoffers waar ze recht op hebben? En de ziel van Aalst een pleister op een open wonde?

Bron » VRT Nieuws | Sara Van Boxstael