Standpunt: Bende helaas minder knullig dan Dutroux

De zoveelste licht surrealistische wending in het Bende-onderzoek is een feit: de reus is waarschijnlijk de reus niet. Althans volgens verklaringen van speurders die in de pers gelekt zijn, officieel weten we dat nog niet. De vermeende reus zou dan toch al die tijd maar een gewone rijkswachter zijn geweest en geen monsterlijke moordenaar – het is een verschil dat kan tellen. Nu willen echter juist zijn familieleden zich hier niet bij neerleggen en komen ze zelfs met van een horloge geschraapt DNA aanzetten om het onderzoek toch weer nieuwe vaart te geven. Hadden we die al gehad: dat de speurders iemand voor 99% vrijpleiten, maar de familie tegensputtert?

Minister van Justitie Koen Geens deed een oproep die op zich ongetwijfeld verstandig is: niemand is nu gebaat bij lekken en speculaties. Laat de speurders hun werk doen in discretie. De oproep was gericht tot pers, advocaten en nabestaanden.

De hele grote ‘maar’ hier is: waarom zouden we nu ineens dat vertrouwen moeten hebben in het onderzoek waar Geens om vraagt? En waarom kunnen parket of minister niet een grondiger stand van zaken geven om het soort van mist te vermijden waarin iedereen met zijn hoogst persoonlijke hypotheses afkomt? Daar kan een reden voor zijn. Het is mogelijk dat ze bij het parket echt opschieten en dat elke bijkomende informatie die ze geven het onderzoek kan bemoeilijken of beschadigen.

Dat kan dan maar beter het geval zijn. En het mag ook niet meer te lang duren. We mogen hopen dat een zo degelijke en hard werkende minister als Geens niet de zoveelste is die maar wat staat te blazen op het Bende-vuurtje – onderwijl vervelende vragen afwimpelend – tot het finaal uitdooft.

Van duistere intriges aan gerechtelijke zijde hebben we in dit land meer dan ons deel gehad. En van knulligheid. Hebt u niet gekeken naar de reconstructie van de ontsnapping van Marc Dutroux in Telefacts? Het leek een hilarische sketch uit De Buurtpolitie, maar het is echt zo gegaan toen, op 23 april 1998. De gevaarlijkste naoorlogse seriemoordenaar van ons land mocht in die dagen in het gerechtsgebouw in Neufchâteau zijn dossier gaan inkijken. Zijn bewaking: twee brave gendarmen.

Dutroux duwde de ene tegen de andere, grabbelde een pistool mee en zette het op een lopen. Een paar buurtbewoners uit Neufchâteau kunnen dat wonderlijke moment nog navertellen, hoe ineens Dutroux in eigen persoon voorbij kwam gerend door de kleine straatjes van het Ardense stadje. De rijkswachter was overigens vergeten echte munitie in zijn pistool te steken. Dutroux rende met een ongeladen wapen rond en hij reed zich wat later vast in een doodlopende bosweg. Al goed dat misdadigers soms ook knullig zijn. Behalve die van de Bende van Nijvel dan.

Bron » Gazet van Antwerpen