Maandag is het dertig jaar geleden dat de bende van Patrick Haemers ex-premier Paul Vanden Boeyenants ontvoerde. “Haemers vertrouwde me destijds toe dat hij op zijn proces zou verklappen wie hem de opdracht had gegeven. Een zakenman die met VDB in de clinch lag”, zegt Etienne Delhuvenne (67), meer dan tien jaar de advocaat van Le Grand Blond.
De topgangster met zijn blauwe ogen stierf op 14 mei 1993 in de cel, verhangen aan een radiator van 130 cm hoog. “Zelfmoord of niet: daardoor is er nooit een naam genoemd”, zegt Delhuvenne in een interview met de Franstalige krant La Dernière Heure.
Volgens de advocaat heeft Haemers tegenover hem altijd volgehouden dat hij VDB op bestelling ontvoerde. Hij kreeg een voorschot van 5 miljoen Belgische frank (125.000 euro, red.) op een rekening in Zuid-Amerika. De opdrachtgever was een zakenman die een probleem had met VDB. Volgens de advocaat leverde hij de speurders ook de bewijzen van die rekening. “Er stond 10 miljoen op die rekening: vijf miljoen voorschot en vijf miljoen van het losgeld. Maar daar is nooit meer over gesproken.”
Delhuvenne kent naar eigen zeggen de naam van de opdrachtgever, maar wil die niet publiek maken.
“Haemers wilde de naam gebruiken om vrijgesproken te worden op zijn proces. Hij zou het in de beschuldigdenbox vertellen.” Door zijn dood kwam het er nooit van. Delhuvenne onthult nu na al die jaren dat het vader Achiel Haemers was die destijds 1 miljoen Belgische frank betaalde om Patrick te laten ontsnappen uit de gevangenis van Sint-Gillis.
Uiteindelijk waren het Murat Kaplan en twee leden van de Bende Haemers die ontsnapten in zijn plaats. “Patrick Haemers had een plan: in grote weelde leven in Punta Del Duoblo, Uruguay. Hij sprak me over een plek aan de kust met ongeziene luxe. Hij had het onder andere over gouden kranen.”
Bron » Het Laatste Nieuws