Over een jaar of drie moet de Staatsveiligheid bijna verdubbeld zijn in omvang. Daarnaast komen er extra investeringen in ICT. ‘Een historische stap’, vindt administrateur-generaal Jaak Raes.
De cijfers van budget en personeel bij de Staatsveiligheid zijn al jaren om rode kaken bij te krijgen, wanneer ze worden vergeleken met die van buitenlandse diensten. Vandaag werken er 583 mensen, het vaste jaarlijkse budget ligt tegenwoordig rond de zestig miljoen euro. Tot na de terroristische aanslagen in Brussel in 2016 zat dat rond de 45 miljoen. ‘De opruiming van zwerfvuil in Vlaanderen kost 61 miljoen euro. Twintig procent meer dan het budget van de Staatsveiligheid’, verklaarde administrateur-generaal Jaak Raes tijdens de parlementaire onderzoekscommissie naar die aanslagen.
Landen als Nederland, Denemarken, Zweden of Kroatië hebben ‘significant meer middelen’ ter beschikking, stelde de dienst vorig jaar nog vast. Regelmatig wordt er ook op gewezen dat Brussel na Washington D.C. de stad is met het meeste diplomatieke activiteit, wat onvermijdelijk ook spionage met zich meebrengt. De te kleine Staatsveiligheid is daar niet altijd tegen opgewassen.
Die spionage en inmenging bij diplomatie identificeert de Staatsveiligheid als één van de drie prioriteiten in haar strategisch plan voor de komende jaren. De twee andere zijn de strijd tegen terrorisme en extremisme, en de bescherming van het wetenschappelijk en economisch potentieel – zeg maar voorkomen dat er wordt gespioneerd bij bedrijven en universiteiten. Zeker dat laatste was jarenlang een ondergeschoven kind.
Om die dreigingen het hoofd te bieden, komt er een forse investering in de capaciteit van de inlichtingendienst. Tegen 2024, wanneer deze regeerperiode ten einde komt, moet het aantal medewerkers van 583 naar duizend zijn gestegen. De Staatsveiligheid mikt op zo’n 135 aanwervingen per jaar in plaats van één keer een grotere instroom. ‘Het duurt algauw twee jaar tot iemand is ingewerkt’, zegt Raes. ‘Nieuwe mensen krijgen hun opleiding van iemand die hier al actief is, en we kunnen hen niet allemaal ineens wegtrekken van hun dagelijkse werk.’
Boter bij de vis
Voor deze inhaalbeweging maakt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) ‘meerdere tientallen miljoenen euro’s per jaar’ vrij. Over de exacte investering op het budget worden voorlopig geen cijfers vrijgegeven.
‘Eindelijk komt er boter bij de vis’, zegt Van Quickenborne. ‘We investeren ook jaarlijks gemiddeld 7,5 miljoen euro extra voor ICT-toepassingen. Deze zomer komen de eerste nieuwe modules voor dataverwerking.’
Jaak Raes sprak bij de bekendmaking van de investeringen van een ‘historisch moment’, en dat is niet overdreven. Er is brede eensgezindheid over dat er jarenlang te weinig geld naar de dienst is gegaan. ‘Dit zal de Staatsveiligheid toelaten om met gelijke wapens te strijden’, zegt Raes. Het moet ook het internationaal profiel van de dienst verstevigen. Raes: ‘Je kunt niet verwachten dat partnerdiensten je overstelpen met informatie als ze niet zeker zijn dat het hier goed wordt verwerkt.’
Forse investering moet Staatsveiligheid bijna verdubbelen
Voor de nieuwe aanwervingen, die via Selor zullen verlopen, volstaat een universitair diploma. ‘Veel van onze analisten zijn bijvoorbeeld geschiedkundigen’, zegt Raes. ‘Voor bepaalde dossiers hebben we wel mensen met een specifieker profiel nodig, bijvoorbeeld beheersing van Berbertalen.’ 135 aanwervingen per jaar lijkt een haalbare kaart, maar zo zeker is het niet dat die vlot ingevuld geraken. De concurrentie van de privésector, die betere voorwaarden kan bieden, is hard, en verschillende veiligheidsdiensten vissen in dezelfde vijver.
Online infiltratie
Behalve de versterking op budgettair en personeelsvlak, worden er ook functies gecreëerd of versterkt. ‘In de strijd tegen terrorisme en extremisme zal het mogelijk worden voor “virtual agents” om online te infiltreren bij bepaalde groepen en misdrijven te plegen om het vertrouwen te winnen’, zegt Van Quickenborne. ‘De ministerraad heeft een wetsvoorstel daarover goedgekeurd op 29 mei, dat gaat nu naar de Raad van State. Die infiltraties gebeuren wel altijd met goedkeuring van de commissie Bijzondere Inlichtingenmethoden.’
De Staatsveiligheid zal ook twee verbindingsofficieren uitsturen, één in Washington en één bij Europol in Den Haag, om korter op de bal te spelen bij informatiewinning en -verspreiding. Als dat goed werkt, komen er op nog meer plaatsen. Voor de contacten met bedrijven, universiteiten en spin-offs zal de inlichtingendienst werken met ‘front officers’, een soort vertegenwoordigers van de Staatsveiligheid die hen moeten wijzen op de risico’s van spionage en hoe ze die kunnen voorkomen.
Bron » De Standaard