Seksisme! Waarom moeten Sylvie en Anja wel een stapje opzijzetten en commissaris-generaal Fernand Koekelberg niet? Het is een voor de hand liggende maar vooral naïeve vraag. Dit is nu eenmaal het leven zoals het is in het leger. Het zijn vrouwen, remember.
De politiehervorming kwam er – laat ons dat niet vergeten – omdat niemand het geflater van de goede oude rijkswacht nog langer kon aanzien. De zaak-Dutroux, de Bende van Nijvel, het Heizeldrama, het zonder pardon doodschieten van een paar brave Limburgse mijnwerkers en vul maar aan. Decennia lang leek niemand vat te krijgen op die alomtegenwoordige rijkswacht. Waren er tienduizend manifestanten, dan telde de rijkswacht er met een brede grijns duizend. Zei de procureur-generaal dat softdrugs niet langer een topprioriteit waren, dan werd het voor de rijkswacht meer dan ooit een topprioriteit.
Het korps had een eigen inlichtingendienst die, wars van wat voor democratische controle ook, politici observeerde en ficheerde. Zei een minister dat het niet goed ging, dan riep rijkswachtsyndicalist Paul Van Keer: “Aha, dan gaan wij onze dossiers over de politici eens openen!”
Het was een andere eeuw, maar het is amper tien jaar geleden. De rijkswacht stapelde de flaters verder op en wee het gebeente van wie er iets over durfde te zeggen.
Sla er de boeken van Lode Van Outrive uit de vroege jaren tachtig op na: de analyses zijn toen honderdvoudig gemaakt. Dat herhaaldelijke geflater, dat had niets te maken met pech of toeval. De rijkswacht, gendarmerie, was in oorsprong, structuur en handelen een militaire organisatie. Ze was in 1830 gecreëerd volgens een napoleontische opvatting over een krachtige en centraal gestuurde ordehandhaving, het liefst te paard. Zeer nuttig om de laatste aanhangers van Willem van Oranje of priester Daens te verjagen, zeker, maar niet echt meer van deze tijd. Zoals elk leger kende de rijkswacht een onverbiddelijke hiërarchie, die denken en twijfelen gelijkstelde met insubordinatie.
De dood van Julie en Mélissa, de 39 doden op de Heizel, de zoveelste op een bloedbad uitgelopen betoging: altijd weer klonk achteraf dezelfde uitleg. De rijkswachter-pineut van de dag had alleen maar het bevel gevolgd. Het bevel was heilig. Het bevel verving de rede. Er is trouwens nog nooit een oorlog gewonnen met een leger vol denkende soldaten.
De politiehervorming hield grosso modo in dat 1.300 rechercheurs van de gerechtelijke politie (GPP) samen met meer dan 16.000 gens d’armes zouden worden geïntegreerd in één korps. Een federale politie dus, waarbij de ex-rijkswacht de oude militaristische zeden en gebruiken van zich af zou gooien en zich ten dienste zou gaan stellen van de samenleving, en niet langer van zichzelf.
Ik daag iedereen uit om na te gaan wat er geworden is van die 1.300 GPP’ers. Waar zitten zij in het organogram van de federale politietop? Nergens. Ga kijken naar om het even welke nieuwjaarsreceptie in om het even welk arrondissement. Achteraan in de zaal, in een hoekje, vormen ze jaar na jaar in een steeds kleiner wordend groepje de ex-GPP’ers. Het feit dat velen onder hen universitair geschoold zijn, geldt binnen de federale politie zonder meer als een professionele handicap. Wie in zijn vorig leven niet een paar strepen op zijn epaulet had staan, kan het vergeten. Kijk naar de voltallige top van de federale politie en tel het aantal figuren op sleutelposities dat geen gewezen rijkswachtofficier is. U hebt genoeg aan één vinger.
Ga naar Brussel en kijk omhoog. Geen dag meer zonder politiehelikopter in de lucht. De laatste grote investering? Vier megawaterkanonnen (die helaas niet kunnen worden gebruikt vanwege te log en te gevaarlijk in niet-oorlogsgebied). Waar zit onze federale politie gehuisvest? In de oude rijkswachtkazerne in Etterbeek. Tik www.rijkswacht.be, je komt terecht op de website van de federale politie. Hoe noemt men sinds kort de agenten in opleiding? Rekruten. Wat is één van de eerste zaken die deze rekruten wordt aangeleerd? De vlaggengroet.
In zijn vorige leven als adviseur van minister Antoine Duquesne was rijkswachtkolonel Fernand Koekelberg een van de architecten van de politiehervorming. Als commissaris-generaal keek hij toe en zag dat het goed was: de ex-rijkswacht voerde een heuse ethnic cleansing door. Alle GPP’ers eruit, en rap. Het enige onderscheid tussen de rijkswacht van toen en de federale politie van vandaag zijn de naam en het logo.
Hoe sympathiek commissaris-generaal Koekelberg ze deze week ook trachtte te verkopen: de promotie van Sylvie en Anja, tegen alle regels en rede in, was een bevel. Hij had bevolen dat dat zo moest. Sylvie wou dat de politie een samenwerkingsverband sloot met de school van haar eigen kinderen. Nieuw bevel: we gaan dat doen.
Koekelberg, maandag in TerZake: “Als commissaris-generaal van de rijks… excuseer federale politie.” Dezelfde lapsus als in de toespraak bij zijn eedaflegging.
De enige die niet inziet dat deze man het imago van zijn korps naar de verdoemenis aan het helpen is, is de commissaris-generaal zelf. Ik ben ervan overtuigd dat hij echt geloofde dat hij een goede beurt maakte in TerZake, en ik weet bijna zeker dat zijn secondanten hem hebben overladen met lof. De cultuur van de federale politie zoals ze werd, biedt geen ruimte meer aan iemand die zegt: “Fernand, zoudt ge dat nu wel doen?” Dat is een schokkender vaststelling dan die over het salaris van Sylvie en Anja.
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck