In de zaak van de Bende van Nijvel reageert slachtoffer David Van de Steen weinig hoopvol op de uitzending van “Faroek”, waarin het federaal parket een oproep deed aan burgers, getuigen of betrokkenen.
“Je verwacht dat ze na dertig jaar toch verder staan dan dat. Het enige nieuwe dat ik gehoord heb is het verhaal van de jutten zak (uit het kanaal van Ronquières, nvdr.) opgehaald door die drie mannen, en dat is heel bizar”, zegt Van de Steen.
David Van de Steen verloor bij de overval op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht mensen om het leven kwamen, zijn ouders en zijn zus. Samen met zijn advocaat Jef Vermassen reageerde hij al eerder afwijzend op het nieuws dat het onderzoeksteam niet langer geloofde dat ex-rijkswachter Christiaan Bonkoffsky de “Reus” van de Bende was, wat het federaal parket dinsdag bevestigde. Bonkoffsky had volgens zijn broer op zijn sterfbed in 2015 gezegd hebben dat hij bij de Bende van Nijvel was.
“Al veel meer concrete elementen doorgespeeld”
Van de Steen zag in de uitzending van “Faroek” maar één nieuw element. “Dat die rode auto (Volkswagen Golf GTI, nvdr.) zwart gespoten is, dat weten we al twintig jaar. Ik heb nog heel weinig vertrouwen in dat zooitje. Je verwacht dat ze na dertig jaar toch verder staan dan dat. Het verhaal van de drie mannen die met de Renault (R4) toekomen en de jutten zak is nieuw, maar zeer bizar. Is het waar of niet, ik weet het niet. Jef Vermassen en ik hebben al veel meer concrete elementen doorgespeeld dan hetgeen waarvoor ze nu een oproep doen. Ik weet niet goed wat ik er moet van denken.”
Pistool en munitie
Op 6 november 1986 werden er in het kanaal in Ronquières zakken ontdekt met bewijsmateriaal dat de feiten van de Bende van Nijvel aan elkaar linkt. De vondst werd gedaan door de Delta-cel onder leiding van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch in Dendermonde, nadat Waalse speurders bij een eerdere speuractie niets hadden gevonden.
Er werden in 1986 toen een kogelwerend vest, een pistool dat van een politieagent werd gestolen en munitie aangetroffen. Maar een onderzoek van deze bewijsstukken, door de onderzoeksrechter gevraagd in 2009, toonde aan dat de gevonden voorwerpen, die nog in goede staat waren, pas kort voor de vondst in het water waren gegooid. Het was deze vondst die aanleiding gaf om te spreken van manipulaties van het onderzoek naar de Bende.
In 1985 had een duiker al in het kanaal gedoken en geen voorwerpen gevonden. Die eerste duiker kon niet meer ondervraagd worden, want hij is intussen overleden. “Faroek” sprak wel met zijn toenmalige assistent, en die verklaarde dat ze op 6 november 1986, maar voor de komst van de speurders van de Delta-cel, een jutten zak vonden aan het kanaal van Ronquières.
“Er werd toen een zak uit het water gehaald, nochtans was er een jaar voordien reeds een zoekactie geweest op dezelfde plaats die toen geen resultaat had opgeleverd”, stelt het federaal parket. Volgens de assistent gebeurde de zoekactie op vraag van drie rijkswachters, die reden met een R4, het toenmalige voertuig van de bijzondere opsporingsbrigade BOB. De opgeviste zak is echter nooit bij de speurders beland en het is niet duidelijk wie de mannen waren.
Geen geloof in spijtoptanten
Van de Steen betreurt dat de Delta-cel opnieuw in een slecht daglicht geplaatst wordt. “Ik vind dat het conflict tussen Delta en de nieuwe speurders niet moet uitgevochten worden op televisie of in programma’s. Op zijn minst kunnen ze eens samen zitten en praten over Ronquières. Communicatie zou al veel misverstanden kunnen wegnemen, maar dat is blijkbaar niet mogelijk.”
Ook in bekentenissen van spijtoptanten gelooft Van de Steen niet. “Niemand gaat zich toch gaan aangeven voor feiten waarbij 28 doden vielen. Dat is te gek. Ze kunnen daarvoor misschien strafvermindering krijgen, maar nu hebben ze gewoon geen straf.”
Bron » Het Nieuwsblad