Politieman Eddy Nevens (56) schoot net na de overval in Aalst tot driemaal toe op de wegvluchtende auto van de Bende-gangsters. “De avond van de overval was ik met een collega op patrouille. Aan het Keizersplein kregen we een voertuig in de gaten dat pal voor de Nationale Bank geparkeerd stond. In een periode van CCC-aanslagen was dat verdacht. Toen liep de oproep binnen voor de overval op de Delhaize.” Drie minuten later liep Eddy Nevens naar de ingang van de achterliggende parkeerplaats van de winkel.
“Ik hoorde het ene schot na het andere. De mensen renden in paniek weg. Op een goeie dertig meter van mij hield een gangster de wacht voor de uitrit van de parkeerplaats. Hij hield zijn riotgun in de aanslag. Een politiewagen kwam naast mij gereden. De gangster schoot meteen, eerst op de wagen. Ik schoot terug in de richting van de schutter. Hij richtte zijn wapen op mij en vuurde opnieuw. Ik hoorde de kogels boven mijn hoofd fluiten. Ik mag van geluk spreken dat ik niet geraakt werd. Dat had ik niet overleefd”, vertelt Nevens.
De gangster liep het parkeerterrein op. “Plots was het ijzig stil op de parking. Wij hoorden een auto met brullende motor vertrekken. Een collega was naast mij komen staan. Toen de VW Golf met openstaande kofferklep de Ninoofsesteenweg opdraaide, hebben wij allebei op de auto gevuurd, mijn collega éénmaal, ik driemaal. Vraag mij niet of ik iemand geraakt heb. Ik heb op het zwarte gat van de openstaande koffer van de Golf gericht. Ik heb geen enkele van de inzittenden gezien. Ik herinner mij wel dat wij niet meer door de gangsters onder vuur werden genomen.”
Samen met zijn collega zette hij nog de achtervolging in. Tot in Ninove, waar een politiepatrouille klaarstond bij een rond punt om de gangsters te onderscheppen. Tevergeefs. Nevens en zijn collega keerden onverrichter zake naar Aalst terug. “De gangster die op mij geschoten heeft, ging volledig in het zwart gekleed”, herinnert Nevens zich. “Hij droeg onder meer een halflange mantel en een kap. Maar vraag mij niet of hij groot of klein was of hoe hij er verder uitzag. Vraag mij zelfs niet of hij op een van de robotfoto’s leek. Dat kan ik u onmogelijk zeggen.”
Bron » De Standaard