“Hopelijk brengt men nog iets naar boven”

Een veertigtal nabestaanden, slachtoffers en hulpverleners hebben deze voormiddag de slachtoffers van de Bende van Nijvel herdacht. Precies 25 jaar geleden vielen in en aan een Delhaize in Aalst acht doden en zeven gewonden bij de laatste en bloederigste overval. Ook het stadsbestuur nam deel aan de herdenking en burgemeester Ilse Uyttersprot zei aan het monument: “Aalst draagt de dag mee in hart en geheugen. Dit is het verhaal van een trauma van de hele stad.”

Net zoals de meeste slachtoffers achteraf, deed de burgemeester een oproep voor het achterhalen van de waarheid. Ze besloot haar herdenkingswoord met een citaat uit het boek “Niet schieten, dit is mijn papa” van bendeslachtoffer David Van de Steen. De passage ging over zijn zoektocht als kleine jongen naar het graf van zijn vermoorde ouders en zus.

Ook Van de Steen zelf, die voor zijn ogen zijn ouders en zusje zag doodschieten en zelf zwaargewond raakte, zei te hopen dat er nog iets naar boven komt. “In de vijf jaar die resteren, ik hoop en ik denk dat iedereen dat hoopt, dat men nog iets naar boven gaat brengen. Gaat men dat doen, ik weet het niet.”

Eddy Nevens, een agent die die dag dienst had en die vermoedelijk een van de wegvluchtende daders neergeschoten heeft, zei te hopen dat er tussen de 600 tips die recent zijn binnengelopen enkele bruikbare zitten die het onderzoek in de goede richting kunnen sturen. “Al wie het meegemaakt heeft, zal die avond nooit vergeten, nooit”, zo zei hij.

Na een minuut stilte schoven het stadsbestuur, de voormalige burgemeester Anny De Maght, de Delhaizedirectie en de nabestaanden van de dodelijke raid aan de Delhaize en die aan een Colruyt waarbij twee agenten gedood werden, aan om bloemen neer te leggen aan het sobere gedenkteken. Verschillende nabestaanden hadden er overigens al voor de plechtigheid bloemen achtergelaten. De herdenking zal voortaan jaarlijks worden herhaald.

Bron » VRT Nieuws