Joël L., een vroegere informant van de Staatsveiligheid, is naar justitie gestapt met een outing als ‘betrokkene’ bij de Bende van Nijvel. “De Bende opereerde vanuit de Amerikaanse luchtmachtbasis in het Henegouwse Chièvres.” De speurders in Charleroi lijken zijn getuigenis ernstig te nemen.
Joël L. (62) leeft teruggetrokken in een dorp in de Franse Pyreneeën. Nadat hij in juni drie dagen aan een stuk werd ondervraagd door de speurders van de cel Waals-Brabant in Charleroi, werden er schoten gelost voor zijn woonst. Hij spreekt zich niet uit over een mogelijk verband. “Ik spreek omdat het lang genoeg geduurd heeft”, zegt hij. “Ik kon in die tijd niet spreken. Ik voelde me misbruikt. Ik vertrouwde in België niemand meer, en zeker de politie niet.”
Joël L. deed zijn legerdienst in 1970 in Duitsland, bij de Ardense Jagers. Hij opereerde onder bevel van majoor Jean Bougerol, een Belgische militair van wie 20 jaar later zou blijken dat die tijdens de koude oorlog een van de leidende figuren was van SDRA8, een geheim burgerleger dat anticipeerde op een invasie door de Sovjet-Unie. In die jaren waren er in heel Europa zogenaamde Gladio-netwerken met wapens, radiosystemen, opslagplaatsen. In Italië is aangetoond dat er meerdere bomaanslagen werden gepleegd die achteraf werden toegeschreven aan extreem links.
Pas recent kwam aan het licht hoe de VS in die jaren de strategie van de spanning toepasten: vuile spelletjes, bomaanslagen en moorden, om de roep om een daadkrachtiger regime te versterken. Als je L. mag geloven past ook de Bende van Nijvel in dat plaatje. L. werd in 1974 bediende in een staalfabriek in Jemappes en was actief bij de socialistische vakbond. Toen de fabriek in 1982 de poorten sloot, ging dat gepaard met stakingen en knokpartijen met de rijkswacht. L. was bemiddelaar, werd een vertrouwde figuur onder de metallo’s, waar in die tijd de communistische PTB sterk stond.
L. zei ja toen een rijkswachtofficier en een agent van de Staatsveiligheid hem vroegen nu en dan inlichtingen door te spelen. “Het was de tijd van de betogingen tegen Amerikaanse kernraketten. Men maakte zich zorgen over de groeiende invloed van extreem links. Ik was infiltrant, in zekere zin. Wat ik deed, leek onschuldig.”
Dat verandert als L. midden 1984 wordt gecontacteerd door een militair die zich voorstelt als kolonel Rémy en een zekere Cassidy, een hoge Amerikaanse militair. Het zijn de enige opdrachtgevers die L. zegt te hebben gekend.
“Ik kreeg kleine opdrachten. Meetings bijwonen van linkse organisaties. Het was de periode van de eerste aanslagen van de CCC. Ik werd op weekbasis betaald voor mijn opdrachten. Goed betaald, trouwens. Vergaderingen met Rémy en Cassidy vonden plaats in een klein hotelletje in Casteau, nabij de SHAPE, het operationele NAVO-hoofdkwartier.”
“Men vroeg me ook specifieke routes te verkennen. De routes die ik moest onderzoeken begonnen en eindigden bijna altijd op de luchtmachtbasis in Chièvres, vlakbij de SHAPE. Ik moest altijd de snelst mogelijke en voor de politie het lastigst te blokkeren routes zien te vinden. Ik moest rijtijden oplijsten bij alle omstandigheden: zon, regen, duisternis, … Voor elke route moesten alternatieven worden uitgetekend.”
Op 27 september 1985 overvalt de Bende van Nijvel op één avond zowel de Delhaize in Eigenbrakel als die in Overijse. Er vallen acht doden. Een vader wordt geëxecuteerd terwijl hij een levend schild vorm voor zijn zoontje. Het bizarst aan de overval is de buit. De Bende haalt in Overijse 2,5 miljoen frank (625.000 euro) uit de kassa’s maar meer dan de helft is waardeloos, want het gaat om afgestempelde cheques. Bizar genoeg laat de Bende biljetten van 1.000 en 5.000 frank liggen.
Joël L.: “De dag daarvoor nog heb ik op vraag van Rémy de routes naar Overijse en Eigenbrakel verkend. Ik was daar al mee bezig van in juni. Het was een van mijn grote opdrachten. Het was een hele schok, die beelden op tv. Tot dan dacht ik altijd dat ik aan de goede kant stond.”
Volledig nieuw is de getuigenis van L. niet. Hij was in de jaren tachtig een bron van René Haquin, onderzoeksjournalist bij de krant Le Soir. Haquin bleef tot zijn dood in 2006 wijzen op verbanden met Gladio en het WNP, een neonazigroep waar de speurders in Charleroi sinds kort op focussen. Dat ze L. drie dagen lang ondervroegen kan veel betekenen en weinig. In mei arresteerden ze een Brusselse zuipschuit en omschreven hem op een persconferentie als dader. De man werd even later weer vrijgelaten.
L. zegt dat hij na september 1985 geen contact meer had met zijn opdrachtgevers. “Ik heb bijna dertig jaar rondgelopen met dit geheim. Ik hoop dat anderen nu ook gaan praten.”
Bron » De Morgen