Michel F. wordt opgeroepen als getuige voor het assisenhof van Aarlen. Het hof gaat daarmee in op een verzoek van de verdediging van Marc Dutroux.
Het assisenhof ging ermee akkoord dat zeven van de vijftien getuigen die de verdediging van Dutroux had opgegeven, zouden gedagvaard worden als getuigen. Het openbaar ministerie vraagt hen om op 5 april voor het assisenhof te verschijnen.
Een van die zeven is Michel F., die volgens de verdediging van Dutroux iets te maken zou kunnen hebben met de ontvoering of de opsluiting van Julie en Mélissa in juni ’95. Georges Frisque, die ook op de lijst van de verdediging van Dutroux stond, wordt niet opgeroepen, zo besliste het hof. Het openbaar ministerie had zich, vandaag tijdens de debatten, fel gekant tegen de oproeping van Frisque.
Michel F. was aanwezig op een vakantiekamp waar Julie en Mélissa in de zomer van 1994 aan deelgenomen hebben. Naderhand bleek hij foto’s en kleren van de meisjes te bezitten. Na het vakantiekamp hebben de meisjes over Michel F. gesproken aan hun ouders. Ze zeiden dat ze een “heel vriendelijke man” hadden ontmoet die hen bovendien geschenkjes had gegeven.
Na hun verdwijning in juni ’95 zou Michel F. aan verschillende personen hebben verteld dat de meisjes in Italië zaten en dat één van beiden nu bij haar “echte vader” was. In april 2000 verklaarde hij zelfs dat de meisjes een tijdje bij hem hadden verbleven voor ze naar Italië vertrokken.
Het spoor van Michel F. werd onderzocht door de speurders van Neufchâteau, maar werd na een tijdje verlaten. “Omdat er geen verband gevonden werd met Dutroux”, zei Xavier Magnée, advocaat van Dutroux vandaag tijdens het debat over de oproeping van deze getuigen.
Na de voorlezing van het arrest mochten de burgerlijke partijen de speurders vragen beginnen te stellen over het onderzoek naar de verdwijning van Julie en Mélissa. Voor het eerst nam Louisa Lejeune, de moeder van Julie, het woord. Zij vroeg hoe het kwam dat het truitje dat Julie droeg bij haar verdwijning, teruggevonden werd in de woning van Martin en Dutroux in Sars-la-Buissière en niet in Marcinelle, waar de kooi zich bevindt waar de meisjes in opgesloten werden.
Bron » De Standaard