Het Agusta-wetje
Het verhoor van Claes, Coëme en Tobback is mogelijk
Het Belgische parlement moet vandaag beslissen of justitie de ex-ministers Willy Claes, Louis Tobback en Guy Coëme mag verhoren over de Agusta-affaire. Het Hof van Cassatie in Brussel diende woensdag bij het parlement een verzoek in de drie te mogen verhoren. Het parlement zelf heeft deze week met een bijzonder ‘Agusta-wetje’, of de wet-Claes, de weg vrijgemaakt om Claes, Tobback en Coëme snel te verhoren.
De wet geeft justitie het recht ministers en ex-ministers te ondervragen in de periode dat het parlement vanwege de verkiezingen op 21 mei ontbonden is. Juist de ontbinding van de Kamer maakte het bijzondere wetje noodzakelijk. Zou het er niet zijn gekomen, dan zou het onderzoek in de Agusta-affaire volledig stil zijn komen liggen. Het ‘Agusta-wetje’ was nog geen 24 uur oud, toen de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie woensdag zijn verzoek indiende bij parlementsvoorzitter Nothomb. De ex-ministers kunnen overigens alleen worden verhoord worden en niet gearresteerd. Tevens zijn huiszoekingen mogelijk.
De Waalse socialist Coëme moet al voor het Hof van Cassatie verschijnen vanwege de Agusta-affaire. Hij was minister van Defensie in de periode dat over de helikopterorder moest worden beslist. In de adviezen die hij over de order gaf, zou valsheid in geschrifte zijn gepleegd. Aangenomen wordt dat de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie de (vrijwillige) verklaringen van Claes en Tobback een formeel-juridische grondslag wil geven.
Mocht het in de Agusta-affaire ooit tot een proces komen, dan kan het tenminste niet meer stranden op procedurefouten van de justitie. Bovendien biedt het ‘Agusta-wetje’ justitie de kans de voormalige ministers nader aan de tand te voelen. Want bij hun eerdere (vrijwillige) verklaring mochten de ministers niet verder worden ondervraagd. Met andere woorden, hun woord was wet.
Dat gold vooral voor Claes en Tobback. Guy Coëme, wiens parlementaire onschendbaarheid al is opgeheven, is veel meer in de greep van justitie. Hij kan als een normale verdachte worden behandeld, zij het dat ook zijn zaak door het Hof van Cassatie en niet door de normale strafrechter wordt bekeken. Claes en Tobback hebben positief gereageerd op het verzoek van het Hof van Cassatie om hen te horen. Willy Claes is zelfs ‘blij’ met het ‘Agusta-wetje’, dat de procedure versnelt. Woensdagmorgen deed hij in het NAVO-hoofdkwartier voor het eerst sinds weken zijn mond open tegen de pers. Claes zei dat hij alles al tegen raadsheer Fischer van het Hof van Cassatie heeft verteld. Een ontspannen Claes: “Maar je weet nooit of er nog nieuwe vragen opduiken.”
Bron » De Volkskrant | Jos Klaasen | 6 April 1995