Proces

Belgisch hof moet oordelen over omkoping door Agusta

Zelden zal een beklaagdenbank zo kraken onder het gewicht van politieke kopstukken als vandaag in het monumentale Paleis van Justitie in Brussel, wanneer daar het Agusta/Dassault-proces begint. Voor het Hof van Cassatie – voor minder dan het hoogste rechtscollege in België kunnen sommige hoofdrolspelers door de zwaarte van hun functie niet verschijnen – staan twaalf verdachten terecht, vooral op beschuldiging van corruptie.

Zowel door de Italiaanse helikopterfabrikant Agusta als door de Franse vliegtuigbouwer Dassault zou eind jaren tachtig miljoen gulden aan smeergeld zijn betaald om dikke orders van Defensie in België binnen te slepen. Prominenten binnen de Socialistische Partij in Vlaanderen en de Parti Socialiste in Wallonië hielden volgens justitie de hand op. Het proces van de eeuw, vinden de Belgen, en dat is niet overdreven.

Willy Claes moet verschijnen, voormalig secretaris-generaal van de NAVO en ten tijde van het afsluiten van de contracten minister van Economische Zaken. Guy ‘Dieu’ Spitaels komt ook, toen partijvoorzitter van de Franstalige socialisten, en gewezen premier van de Waalse regering. Er is nog een tweede Guy, Guy Coëme, ex-minister van Defensie.

Voor andere verdachten uit de socialistische gelederen hoef je nauwelijks echelons lager. Zo staan ook een kabinetschef, een penningmeester en een partijsecretaris op de rol. Niet-politici waren verantwoordelijk voor het aanbieden van smeergeld, leerde het onderzoek. Agusta-baas Raffaelo Teti en directeur Serge Dassault van Electronique Serge Dassault zijn op die aantijging gedagvaard. Alleen Dassault zal er zijn.

Teti bezweek 22 augustus in Rome aan een hartaanval. Vijftien rechters zullen vanaf vandaag in een reeks zittingen, die vermoedelijk tot half december voortduurt, moeten nagaan of justitie voldoende munitie tegen de kanonnen van het oude regime heeft verzameld. Procureur-generaal Eliane Liekendael zal proberen aan te tonen dat er sprake is geweest van omkoping. Of waren het, zoals de SP en PS zich verdedigen, slechts giften achteraf?

Giften die, toegegeven, beter niet aangenomen hadden moeten worden of simpelweg de hoogstverantwoordelijken waren ontgaan. Maar om dat nu misdrijven te noemen: openbare partijfinanciering was destijds nog niet voorgeschreven, donaties van bedrijven waren niet bepaald uitzonderlijk. Afgelopen dagen verschenen complete ‘dossiers’ in de Belgische media met reconstructies van de gebeurtenissen in 1988 en 1989, het daarop volgende onderzoek en de pogingen van de partijtop het graaien in de potten met geld te verdoezelen.

Dat er is geschoven staat wel vast. Agusta betaalde voor het binnenhalen van een order voor 46 helikopters 51 miljoen Belgische frank aan de Vlaamse SP, via een Panamese vennootschap en Zwitsere bankrekeningen. Hoeveel aan de Waalse socialisten is betaald, is niet achterhaald. Dassault sluisde 60 miljoen frank naar de SP en 30 miljoen via Luxemburgse banken naar de Parti Socialiste, waarna Belgische F-16 straaljagers het raketafweersysteem Carapace van Dassault kregen.

Volgens justitie was met medeweten van de partijleiding het gangenstelsel voor de financiën al gegraven voordat het besluit tot aankoop was genomen. De schrille opmaat voor de schandalen die politiek België jaren in een beklemmende greep hebben gehouden, vormde een serie van vijf pistoolschoten op een donderdagmorgen in Luik, op 18 juli 1991. De moord op André Cools, oud-vice-premier voor de PS en minister van Staat, zou verband houden met de smeergeldpraktijken van Agusta. Onderzoeksrechter Veronique Ancia heeft dat nooit glashard kunnen aantonen, maar stuitte wel op tal van verdachte geldstromen.

Gaandeweg de navorsingen sneuvelde de ene reputatie na de andere. Spitaels, Coëme en een derde Guy, Mathot, ook een kopstuk van de PS, moesten in 1994 aftreden toen de aanwijzingen over hun betrokkenheid zich opstapelden. Later volgde het ontslag van minister van Buitenlandse Zaken Frank Vandenbroucke. Bekend werd dat hij als SP-partijvoorzitter miljoenen aan zwart geld had ontdekt in een kluis – mogelijk afkomstig van Agusta – en aan penningmeester Etienne Mangé de opdracht had gegeven dat geld te verbranden.

Het geruchtmakendst was het vertrek van Willy Claes bij de NAVO, in oktober 1995. ‘I’m totally innocent’, riep hij nog, nadat het Belgische parlement hem over de affaires had gehoord. Maar enkele uren later was zijn lot bezegeld: de volksvertegenwoordiging verwees hem door naar het Hof van Cassatie. Naar verluidt zijn er geen harde bewijzen tegen the little red man. Maar, mede doordat Claes enkele keren onhandig ontkende, heeft hij wel de schijn tegen.

Zo verklaarde hij dat hij nooit had vernomen van de bereidheid van Agusta om geld te schuiven. Maar penningmeester Mangé vertelde onderzoeksrechter Ancia dat hij tijdens een bijeenkomst op 19 januari 1989 de partijtop had geïnformeerd, te weten Claes, partijvoorzitter Vandenbroucke en minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback. Toen de twee laatstgenoemden dat bevestigden, moest Claes bakzeil halen.Justitie gelooft overigens dat Mangé zijn bazen eerder inlichtte, nog voordat het kabinet-Martens in december 1988 besloot de helikopters te kopen.

Ook de bewering van Claes dat hij Agusta-baas Teti nooit had ontmoet, wekte bevreemding. Er bestaat een video-opname waarin de socialistische voorman zelf gewag maakt van een onderhoud met Teti. Er zijn voorts verklaringen over een ontmoeting op 8 januari 1989, op een zondag op het departement van EZ, één dag voordat de topindustrieel met pensioen ging. Claes is de verdachtmakingen kennelijk meer dan beu. De krant De Morgen confronteerde hem vorige week met een lijst giften van onduidelijke herkomst, bij elkaar een bedrag van 60 miljoen frank.

‘Wat jullie, bende gemanipuleerde smeerlappen, daarmee doen, interesseert me niet’, tekende de krant zaterdag als zijn reactie op. Inmiddels doet het Hof van Cassatie alles om zijn onpartijdigheid te beklemtonen. Een benoeming van een PS-kandidaat tot raadsheer bij het hof ging vorige week vergezeld van de mededeling dat deze figuur zich niet met het proces tegen zijn partijgenoten zal bemoeien. Want ook het hof weet zich tegenwoordig in een glazen kooi: de juridische afronding van het Agusta/Dassault-proces kan aantonen of de beloofde depolitisering van de rechterlijke macht al is ingezet.


Bron » De Volkskrant | Rob Gollin | 2 September 1998