Proces-Cools was nuttige “algemene repetitie”

Zeven jaar en zeven maanden na de arrestatie van Marc Dutroux begint op 1 maart voor het hof van assisen in Aarlen het langverwachte proces-Dutroux. Nooit eerder in de Belgische gerechtelijke geschiedenis heeft een misdaad zulke sterke emoties losgeweekt. Zelfs het wijdverbreide gevoel van verontwaardiging over de nooit opgeloste moorden van de Bende van Nijvel leidde er niet toe dat in de straten van Brussel 300.000 mensen opstapten tegen het falen van politie en justitie’.

Met de zaak-Dutroux was van in het begin alles anders. Belgïe werd op 16 augustus 1996 wakker met het gevoel dat er schoon schip moest worden gemaakt met het geknoei van de gerechtelijke wereld. Aan de gevoelens van woede en verontwaardiging gaven mensen op verschillende manieren uiting. Een hele week lang: de Grote Momenten van de zaak-Dutroux.

De magistraten van het rechtsgebied Luik (provincies Luik, Namen en Luxemburg) rekenen dit gerechtelijk jaar af met twee demonen die hen al jaren achtervolgen. In het najaar van 2003 kreeg voor het assisenhof van Luik het proces-Cools zijn beslag. En vóór de zomervakantie zou ook het proces-Dutroux in Aarlen achter de rug moeten zijn. 

Het proces-Cools was in elk geval een nuttige “algemene repetitie” voor het proces tegen Dutroux en zijn drie medebeschuldigden. Het lokte een wetswijziging uit waardoor het voor fantasten à la Benito Francesconi of Georges Frisque onmogelijk wordt het proces met een wrakingsprocedure stil te leggen. 

Een voorzitter van een assisenhof kan nog altijd gewraakt worden als hij zich bevooroordeeld tegenover een van de verdachten zou uitlaten. Maar zo’n wrakingsverzoek moet door een advocaat met tien jaar balie-ervaring zijn ondertekend. En elke pleiter zal er zich wel voor hoeden om kwaadwillige personen hierbij bij te staan. 

Bovendien legt een wrakingsprocedure een proces niet meer gedurende dagen stil, wat meerdere keren gebeurd is bij het proces-Cools. Dat is alvast één dreigend gevaar dat voor het proces-Dutroux is afgewend. 

Over de noodzaak van de vervanging van assisenvoorzitter Henry-Paul Godin, op het proces-Cools, blijft twijfel bestaan. Godin werd naar huis gestuurd nadat hij tegen een advocaat van een verdachte had geschreeuwd dat hij moest ophouden “de aap uit te hangen”. 

Na het spaghetti-arrest van het Hof van Cassatie in oktober 1996 volgde het aap-arrest in november 2003. “Persoonlijk vond ik de vervanging van Godin niet echt noodzakelijk, en ook niet evident”, zegt de Gentse strafrechtspecialist Philip Traest, die ook advocaat is.”Het was natuurlijk niet gepast dat de voorzitter een advocaat in dergelijke bewoordingen toespreekt. Maar was daardoor zijn onpartijdigheid in het gedrang gebracht? Ik ben daar niet van overtuigd, zeker nadat de voorzitter publiekelijk zijn verontschuldigingen had aangeboden en het incident voor de advocaat was gesloten.” 

“Er vallen in een rechtszaal wel vaker harde woorden. De uitval was ook niet rechtstreeks tegen een verdachte gericht, maar tegen diens advocaat. Hoewel dat onderscheid in de rechtspraak over wraking niet wordt gemaakt, vind ik dit een belangrijke nuance.” 

Volgens Traest speelde het hoogste rechtscollege op veilig met de verwijdering van assisenvoorzitter Godin. “Er hadden zich al enkele incidenten met die voorzitter voorgedaan en er stond een vervanger in de coulissen klaar, dus dat was geen probleem. Het Hof van Cassatie heeft het zekere voor het onzekere willen nemen. Dat belet niet dat het voor de betrokken magistraat een pijnlijke gebeurtenis moet zijn geweest, zo op het einde van zijn carrière.” 

Bron » De Standaard