Het was gisteren een historische dag voor justitie. Voor het eerst mochten rechters en aanklagers mee beslissen over zaken als investeringen, ICT, personeel en gebouwen.
Zonder enige ruchtbaarheid heeft gisteren op het hoogste niveau van de federale overheidsdienst Justitie een vergadering plaatsgevonden die ongezien is in de Belgische rechtsgeschiedenis. Voor de allereerste keer mocht de magistratuur – zowel de rechterlijke macht als het openbaar ministerie – mee beslissen over hun eigen beheer. Bijvoorbeeld welke gebouwen dringend gerenoveerd moeten worden. Waar absoluut nood is aan meer personeel. Waar eventueel nog bespaard kan worden op de budgetten van de rechtbanken en parketten. En hoe het verder moet met de computerinfrastructuur van de magistraten.
Tot gisteren werden magistraten nooit rechtstreeks betrokken bij die beheersbeslissingen. Met soms karikaturale wantoestanden dat sommige rechtbanken of parketten geen toestemming kregen een cd-rom aan te schaffen of dat er zelfs geen toiletpapier meer was. Voor tal van uitgaven en personeelsbeslissingen moesten de magistraten afwachten wat de verantwoordelijke ambtenaren bij de federale overheidsdienst Justitie in Brussel daarover beslisten.
Maar gisteren mochten twee topmagistraten voor de eerste keer deelnemen aan het hoogste overlegniveau, het directiecomité van de federale overheidsdienst Justitie. Dat bevestigde Koen Peumans, de woordvoerder van Justitie, aan De Tijd. Het ging om Christian De Valkeneer, de voorzitter van het college van procureurs-generaal, dat alle openbaar aanklagers vertegenwoordigt, en Lola Boeykens, de voorzitster van het voorlopig College van Hoven en Rechtbanken, dat alle rechters vertegenwoordigde. Tijdens de allereerste vergadering hebben de magistraten onder andere gepleit om prioritair te investeren in de informatisering van justitie.
‘Dit is een heel belangrijke stap voor de autonomie van de magistratuur’, reageert procureur-generaal De Valkeneer. ‘Tot nu was er echt een lacune dat wij als magistraten niet konden deelnemen aan beslissingen over onze eigen organisatie. De filosofie was altijd dat we alleen bezig moesten zijn met onze primaire taak als magistraat en niet met de organisatie. Waarom moesten we zelfs voor de aankoop van een potlood toestemming vragen aan de administratie in Brussel? Ik overdrijf een beetje, maar er waren echt grote problemen, omdat er zeer weinig overleg was. Natuurlijk snijdt het mes aan twee kanten en moeten magistraten nu ook hun verantwoordelijkheid nemen. We zullen mee moeilijke keuzes maken.’
‘Naast het belang van de informatisering zijn we bijvoorbeeld bekommerd over het personeels- beleid. Veel parketten hebben echt een gebrek aan administratief personeel. Daar gebeuren geen aanwervingen meer. Dat stelt grote problemen. Daar komt nog de grote hervorming van justitie bij, waarmee grote vraagstukken gepaard gaan. In dat geval kunnen we beter mee de knopen doorhakken.’
Bron » De Tijd