De federale begrafenis van het Bende-onderzoek

Er gaat geen dag voorbij zonder bericht in de media over de voortgang van het onderzoek van speciaal aanklager Mueller naar de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ook bij ons is er een onderzoek dat van hetzelfde allooi is.

Vorige week was er het bericht dat Robert Mueller zich nu ook richt op de pogingen van Jared Kushner, de schoonzoon van VS-president Trump, om buitenlandse financiering te verwerven voor zijn vastgoedbedrijf gedurende de presidentiële transitieperiode. Volgens CNN is dit de eerste aanwijzing dat het onderzoek verder reikt dan Kushners vermoedelijke Russische contacten. Dat je het onderzoek omzeggens ‘on line’ kan volgen heeft een duidelijke reden: wat is er van groter openbaar belang dan een mogelijke externe beïnvloeding van de presidentsverkiezingen?

Ook bij ons is er een onderzoek dat van hetzelfde allooi is: het bendeonderzoek en de nu gevolgde piste van de ‘destabilisatie van de Staat’ is voor iedere Belg van groter belang dan de mogelijke beïnvloeding van een buitenlandse presidentsverkiezing. Daarom ook is er, telkenmale er over het onderzoek wat naar buiten komt, grote mediabelangstelling voor. Dat was onlangs het geval met de revelaties over de mogelijke betrokkenheid van Christiaan Bonkoffsky die genoemd werd als de vermoedelijke reus van de bende van Nijvel.

Nieuws

Strafpleiter Jef Vermassen verklaarde dat hij een gouden tip had gekregen die de zaak kan ophelderen. De toenmalige advocaat van slachtoffer David Van de Steen had het in een studiogesprek met VTM Nieuws over ‘een verklaring van zeer doorslaggevende aard’ die werd afgelegd. Volgens de nieuwe advocaat, Walter Van Steenbrugge, leeft er de jongste maanden iets in verband met het dossier van de Bende van Nijvel. “Ik heb de jongste weken enorm veel bruikbare informatie gekregen. Er beginnen veel mensen te praten. Ook mensen die tot de rechterlijke orde behoren”, zei hij in het Canvas-programma De afspraak.

De Valkeneer

Procureur-generaal Christian De Valkeneer, belast met het onderzoek naar de Bende van Nijvel, gaf zelfs toe dat meerdere oud-rijkswachters melding maakten van “merkwaardige bevelen”, gegeven binnen de Aalsterse rijkswacht op de avond van de overval op de Aalsterse Delhaize in 1985. Daar vertrokken een half uur voor sluiting plots de twee rijkswachters die moesten instaan voor de bewaking. Enkele minuten later verscheen de GTI van de Bende van Nijvel op de parking en brak het geweld los. (De Morgen, 3 november, 2017).

Ook de minister van Justitie Koen Geens (CD&V) gaf in de Kamercommissie Justitie meer uitleg: er kwamen 800 tips binnen waarvan 470 bruikbaar zijn voor verder onderzoek en 120 tips werden al geëvalueerd. Er komt ook een nieuw onderzoeksplan en het speurdersteam wordt uitgebreid van 11 naar 30 onderzoekers.

De justitieminister wees ook op andere maatregelen: onderzoeksrechter Martine Michel blijft het onderzoek behouden, maar procureur-generaal De Valkeneer wordt er van ontlast. De cel die zich bezighoudt met het onderzoek wordt aangevuld met vijf extra speurders van de gerechtelijke federale politie, alsook vier speurders van het Comité P. Voorts zal er worden samengewerkt met het federaal parket, dat onder meer zal worden ingeschakeld als centraal aanspreekpunt voor de slachtoffers.

Vragen

Zo luidruchtig als het bendeonderzoek plots werd, zo stil is het nu opnieuw geworden: wat gebeurt er met de gouden tips? Wat hebben die intussen opgeleverd? Maar ook: Wie gaf opdracht om procureur-generaal de Valkeneer te vervangen door het Federaal parket? En waarom gebeurde dat? Wie kan de heer De Valkeneer, die zich persoonlijk had ingezet voor het bijna onleesbaar geworden dossier, dienstiger vervangen?

Voor de onderzoeksrechter Martine Michel gebeurde dat niet, want daarvoor is een beslissing van de raadkamer nodig en daarbij moet de reden van vervanging worden aangegeven. Een verhuis naar het federaal parket betekent ook een groter impact van de minister op het dossier: hij heeft immers een versterkt gezag over dat parket.

Maar ook de advocaten van verschillende burgerlijke partijen zijn plots minder mededeelzaam geworden: ook zij zwijgen nu in alle talen. Was er geen akkoord van de justitieminister om een extern expert te financieren?

Het kabinet van minister Justitie Koen Geens is formeel: “Op vraag van de twee procureurs-generaal (Luik en Bergen) werd het dossier gefederaliseerd”. De woordvoerster verwijst verder naar het verslag van de kamercommissie Justitie van 6 februari. Maar daarin wordt geen extra info gegeven, aangezien de federalisering pas die bewuste namiddag werd beslist.

Het parket-generaal kan ook niet verhelderen. “Het enige dat ik u kan zeggen is dat het dossier werd gefederaliseerd”, zegt woordvoerder Eric Van der Sijpt. “De andere vragen zal u aan de heer De Valkeneer zelf moeten stellen.” En mijnheer De Valkeneer: die reageert niet op telefoon en mail.

Een Kamerlid dat niet wil geciteerd worden antwoordde: “Kan zijn dat ze de eer aan zichzelf houden, de bevraging in de commissie leerde ons dat het vierkant draait in Charleroi en ook dat de manier waarop tips werden behandeld, niet de juiste manier was.”

Wat ook tussen de plooien viel na de bewuste Kamercommissie van 6 februari is het feit dat Geens aankondigde dat er ook nog ‘perifere zaken’ moeten onderzocht worden. Maar op vraag wat hij daarmee bedoelde, schaart de minister zich achter geheim van onderzoek.

Catch 22

Advocaat Joris Van Cauter vindt de federalisering een vreemde beslissing die hij niet goed begrijpt. “Een magistraat die tot op vandaag niet in de zaak zat, moet zich nu gans dat dossier eigen maken. Ofwel zullen er bij het federaal parket enkele mensen met de zaak bezig zijn, ofwel is dat de begrafenis van Marianne Capelle voor een paar jaar. Het komt erop neer dat je een magistraat uitschakelt met een hopeloos dossier.”

Van Cauter wijst erop dat het federaal parket ook nog eens de handen vol heeft met terreurzaken. Toch kan hij er begrip voor opbrengen dat er een nieuwe invalshoek voor het onderzoek moet komen. “We kunnen niet zeggen dat er de afgelopen jaren mooie successen geweest zijn. Maar het blijft een ‘catch 22’.

Extern

Het lijkt het lot van het bendeonderzoek te zijn dat telkenmale er wat over uitlekt dat onmiddellijk wordt opgevolgd door maatregelen die tot absolute stilte leiden. Dat is niet wat de commissie Franchimont die, ingevolge de vaststellingen van het eerste parlementair bendeonderzoek, de knelpunten in de strafprocedure trachtte weg te nemen voor ogen had. Ingevolge het voorstel van deze commissie werd aan zowel de procureur als aan de advocaat van de verdediging het recht gegeven om mededelingen over een lopend onderzoek te doen als het openbaar belang dat vereist.

Blijkbaar wordt deze opdracht enkel nagekomen wanneer er lekken zijn en wordt er enkel gebruik van gemaakt om de gemoederen te bedaren.

Anderzijds werd er reeds meermaal op gewezen wat de gevolgen zijn van de verlenging van de verjaring waarvoor een specifieke wet werd gemaakt. Zolang het gerechtelijk vooronderzoek loopt geldt ook het principe van de geheimhouding: een gerechtelijk onderzoek kan daarom ook de beste maatregel zijn om de waarheid geheim te houden.

Daartegenover staat dat je gezien de vele verlopen jaren er nog moeilijk van een “eerlijk proces” kan gesproken worden: voor zover de daders nog in leven zijn is de gerechtelijke behandeling ten gronde over dit onhandelbaar dossier zo goed als onmogelijk geworden.

Archieven

Historicus Emmanuel Gerard (KULeuven), mede-auteur van de opheldering van de moord op communistenleider Julien Lahaut, wil de archieven van de rijkswacht uitspitten om de Bende van Nijvel te ontmaskeren. “Als we honderd jaar wachten, wordt het een fait divers. Laten we dat vandaag opkuisen.”

“Historici zouden zich misschien met de zaak moeten bezighouden, in plaats van het gerecht. Het gerechtelijk onderzoek sleept al meer dan dertig jaar aan. Het gaat hier niet om een passionele moord waarbij het lijk verdwenen is, maar over tientallen misdaden, veel doden, getuigen, aanwijzingen, wapens en wagens, die allemaal tot niks hebben geleid.”

“Sommigen zeggen dat de tijd onze bondgenoot zal zijn, dat er misschien wel iemand zal bekennen op zijn sterfbed. Maar het is niet het werk van het gerecht om te zitten wachten op iemand die iets zegt.”

Zoals de professor het terecht opmerkt is het nu tijd voor de historici om net als in het Lahaut dossier een doorbraak te forceren.

“Het is bovendien niet zo dat we iemand die spreekt op zijn sterfbed zomaar moeten geloven. Er is veel klinkklare onzin verklaard in dit dossier. Wie bekent zonder bewijs, is dat maar een verklaring. Dan is het een hypothese waarmee het gerecht niet verder kan. Naar aanleiding van de moord op Lumumba hebben talloze psychopathische figuren beweerd dat ze geschoten hebben. Daar was niks van aan.” (De Standaard, 28 oktober 2017).

Zoals de professor het terecht opmerkt is het nu tijd voor de historici om net als in het Lahautdossier een doorbraak te forceren. Dat is in ieder geval heel wat dienstiger dan een nationale begrafenis door het federaal parket waarover niemand wil communiceren!

Bron » Apache | Walter De Smedt