De drie kopstukken van de CCC (Cellules Communistes Combattantes) willen van Justitie weten waarom ze niet in aanmerking komen voor vervroegde vrijlating, zoals anderen die levenslang kregen. Lukte dat niet via de wet-Lejeune, de nieuwe wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling lijkt evenmin te gelden voor de links-extremisten uit de jaren tachtig. Het kabinet van Justitie ontkent dat het trio een ongelijke behandeling krijgt.
Pierre Carette, Bertrand Sassoye en Pascale Vandegeerde werden in december 1985 aangehouden wegens het plegen van aanslagen tegen multinationals, militaire installaties, banken en eigendommen van politieke partijen. Daarbij vielen twee doden en achtentwintig gewonden. De ‘politieke activisten’ kregen in 1988 levenslang. Medegevangenen kwamen na het uitzitten van een derde van hun straf vervroegd vrij op grond van de wet-Lejeune, maar zij niet. Anno 1999 krijgen ze in de gevangenissen van Namen, Luik en Leuven nog altijd een speciale behandeling. Zo wordt hun post steevast gecontroleerd en gekopieerd en mogen ze alleen familie zien.
De raadslieden vrezen dat de drie door die ongelijke behandeling geen kans maken op vervroegde vrijlating via de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling. Die haalde, na de blunder met Marc Dutroux, de beslissingsbevoegdheid over de vrijlating weg bij de minister van Justitie en droeg haar over aan commissies (CVI’s). Ze opereren sinds 1 maart en buigen zich over gevangenen die minstens een derde van hun straf hebben uitgezeten. Voor gedetineerden met levenslang is dit 10 jaar.
De CCC’ers zitten al dik 13 jaar in de cel. Volgens de wet moeten kandidaten een advies hebben van het personeelscollege van de gevangenis. Is dat positief, dan verschijnen ze voor de CVI, bij een negatief niet. Pascale Vandegeerde kreeg op 11 maart dit jaar een unaniem gunstig advies. Toch verscheen ze nog niet voor de vrijlatingscommissie.
Navraag leert dat er meer voorwaarden zijn. De kandidaat moet zich goed gedragen hebben, er mag geen gevaar voor herhaling zijn en evenmin elementen die doen twijfelen aan resocialisatie van de gedetineerde in de maatschappij. Volgens de advocaten voldoet Vandegeerde aan alle eisen maar wordt de zaak op politiek niveau geblokkeerd. De minister van Justitie wacht volgens hen op de beslissing van een comité met vertegenwoordigers van rijkswacht en staatsveiligheid.
Het kabinet van Justitie spreekt dat tegen. “Dat comité bestaat niet. De dossiers van de CCC’ers volgen dezelfde weg als die van andere gedetineerden.” Waarom het bij Vandegeerde dan zo lang duurt? “Vertraging bij de behandeling van dossiers door de administratie”, luidt het. Die is nog niet ingewerkt in de nieuwe situatie maar kreeg al een stroom verzoeken te verwerken waarover de minister zijn advies moet geven. “Het dossier van Vandegeerde kan dus nog niet bij de CVI zijn”, aldus het kabinet.
Bron » De Morgen