Uit het Brusselse justitiepaleis klinkt een noodkreet: de procureur-generaal stelt vast dat zijn personeel het werk niet meer de baas kan. Financiële zaken in het rechtsgebied Brussel: + 25 procent in vier jaar. Milieuzaken: + 28 procent. Zaken bij de kamer van inbeschuldigingstelling: + 37 procent. Burgerlijke zaken bij het Brusselse hof van beroep: + 60 procent in zeven jaar. En om het lijstje af te ronden, de stijging van de zaken over informaticacriminaliteit: maar liefst 173 procent in vier jaar tijd.
“Onze werklast is de jongste jaren enorm toegenomen, maar het personeelskader is hetzelfde gebleven”, stelt de Brusselse procureur-generaal Lucien Nouwynck vast. “We zijn al die tijd blijven doorwerken zonder klagen: een beetje langer blijven ’s avonds, in het weekend wat vaker doordoen. Tot nu. We kunnen niet nog meer doen met steeds minder personeel.”
Normaal gezien had Nouwynck gisteren een welluidende ‘mercuriale rede’ moeten geven om het gerechtelijk jaar in zijn rechtsgebied af te trappen. Tijdens die rede zetten de procureurs-generaal uiteen op welke manier binnen hun rechtsgebied recht is gesproken het voorbije jaar. Vaak kruipt in die toespraak maanden voorbereiding. Maar in Brussel was daar helemaal geen tijd voor. In de plaats gaf Nouwynck een overzicht van de werkdruk.
“Dit tempo gaat ongetwijfeld ten nadele van een deftige behandeling van ingewikkelde zaken”, zegt de procureur-generaal. “Financiële criminaliteit en andere zware dossiers monden sneller uit in verjaring omdat de redelijke termijn is overschreden. Dat komt doordat de magistraten hun tijd constant moeten besteden aan kleinere, maar soms meer dringende zaken. Op een moment dat de overheid aan de burgers financiële inspanningen vraagt, is het ongepast dat we witwaspraktijken niet meer voldoende kunnen bestrijden.”
Uit cijfers van het rechtsgebied Gent blijkt dat de correctionele zaken daar in eerste aanleg met een derde zijn toegenomen. Bij het hof van beroep is de achterstand kleiner geworden.
Bron » De Standaard