Oud-CCC-kopstuk Pierre Carette moet niet terug naar de gevangenis. Dat heeft de Brusselse strafuitvoeringsrechtbank woensdagnamiddag beslist. Volgens de rechtbank is niet bewezen dat Carette de voorwaarden voor zijn invrijheidsstelling niet heeft nageleefd. Hij had wel veelvuldige contacten met zijn ex-kompaan Bertrand Sassoye maar die waren volgens de rechtbank toegelaten.
Pierre Carette werd in 1988 door het hof van assisen van Brabant veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor een twintigtal aanslagen, waarbij twee brandweermannen om het leven kwamen. In februari 2003 kwam hij vrij onder strenge voorwaarden. Zo mocht hij geen contact meer hebben met zijn oude vrienden van de CCC. Nauwelijks een maand later, in maart 2003, werden die voorwaarden versoepeld en mocht Carette wel contact hebben met zijn kompanen, zolang dat gebeurde in het kader van een pacifistisch politiek engagement.
Op 5 juni jongstleden liet het Brusselse parket Pierre Carette plots oppakken en verweet hem dat hij zijn voorwaarden niet had nageleefd. In een onderzoek dat het federaal parket voerde naar de deelname van Carette’s kompaan Bertrand Sassoye aan de activiteiten van de Italiaanse extreem-linkse terreurbeweging Partito Comunista Politico-Militare (PCPM), was gebleken dat Carette en Sassoye veelvuldige telefonische contacten hadden en elkaar ook ontmoeten. Volgens de strafuitvoeringsrechtbank gebeurde die arrestatie op basis van de eerste, strenge, beslissing van de Commissie Voorwaardelijke Invrijheidsstelling en niet op basis van de latere versoepeling van de voorwaarden.
Bovendien was in de ogen van de rechtbank niet bewezen dat die contacten te maken hadden met iets anders dan Carette’s politieke activiteiten. Van de telefonische contacten tussen Carette en Sassoye waren immers geen opnames gemaakt, er was enkel geregistreerd dat er een telefoontje was geweest. Het parket verweet Carette ook dat hij telefonisch contact had gehad met Constant Hormans, een ex-gedetineerde die net als Sassoye opgepakt is in het onderzoek naar de PCPM.
Carette bracht daartegen in dat hij Hormans in de gevangenis nooit had gekend en dat het Hormans was die met hem contact had opgenomen, ook in het kader van politieke activiteiten. Omdat er niets was dat het tegendeel bewees, zag de strafuitvoeringsrechtbank ook hierin geen reden om Carette’s vrijlating te herroepen, noch om zijn voorwaarden te verstrengen. Het Brusselse parket heeft nu vierentwintig uur de tijd om in cassatie te gaan.
Bron » Het Nieuwsblad