Minister van Justitie op ramkoers met voorzitter Cassatie

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) reageert vlijmscherp op de kritiek die Jean de Codt gaf op het justititiebeleid. Volgens De Codt zet het besparingsbeleid van de federale regering de administratie justitie ertoe aan de wet niet na te leven en dreigt België om te vormen tot een schurkenstaat. Geens roept vandaag de belangrijkste magistraten bijeen.

“We hebben amicale contacten”, zegt de minister van Justitie in De ochtend. Maar hij voegt eraan toe dat de zware woorden toch wegen op hem en de regering. Op de vergadering, deze morgen, wil Geens cijfers tonen die de magistraten ervan moeten overtuigen dat de situatie minder erg is dan ze denken en dat regering hard werkt aan de modernisering van Justitie. Die modernisering komt er hoe dan ook, zegt Geens. “De visie van De Codt is de visie van vandaag en niet die van morgen. Ik wil vooruit met de rechterlijke orde. Achteruit gaan is geen optie.”

Onjuiste informatie

“De Minister betreurt bepaalde uitlatingen die de Eerste Voorzitter van het Hof van Cassatie op RTBF op Pinksterzondag gedaan had, en drukt zijn stijgende verbazing uit over de tergende en roekeloze wijze waarop de Voorzitter van de Franstalige Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel zich in de pers uitlaat”, laat Geens weten in een persmededeling.

Hij verwijt De Codt dat hij onjuiste informatie verspreidt en heeft het over een “gebrek aan dossiergetrouwheid”. “Bijvoorbeeld staat zeggen dat het aantal gevangenen in ons land steeds toeneemt helemaal haaks op de niet te loochenen daling van het aantal gevangenen tussen april 2014 en nu, meer bepaald van 11.813 tot 10.872.”

Geens gaat nog verder en geeft een sneer naar Luc Hennart, de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel: “Evenzeer is bijvoorbeeld het zich altijd opnieuw beklagen over het tekort aan personeel bij de Franstalige Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, volledig in strijd met het gegeven dat het aantal magistraten daar sedert 2014 werd uitgebreid met 30 procent en het kader volledig is ingevuld, terwijl het kader van de griffiepersoneelsleden sedert 2014 werd verdubbeld, bij een nu voor 83 procent ingevuld kader.”

De minister van Justitie kan het duidelijk niet appreciëren dat De Codt met zijn grieven naar de pers is gestapt. Hij vindt dat magistraten meer objectiviteit, neutraliteit en sereniteit aan de dag moeten leggen. “Zoals het Europees Hof voor de rechten van de Mens reeds herhaaldelijk heeft gezegd: ‘Het Hof benadrukt dat de grootst mogelijke discretie zich opdringt aan de gerechtelijke overheden en brengt in herinnering dat deze discretie hen ervan moet weerhouden de pers te gebruiken, zelfs niet om te antwoorden op provocaties. Zo willen het de hogere eisen van de justitie en van de verhevenheid van de gerechtelijke functie.'”

Bron » VRT Nieuws

Besparingen op personeel “rampzalig” voor Hof van Cassatie

De besparingen op federaal overheidspersoneel hebben “rampzalige” gevolgen voor het Hof van Cassatie. Dat zei eerste voorzitter Jean De Codt in de Kamercommissie Justitie. “Als het aantal opdrachten niet serieus afgebouwd wordt, kan het Hof ze de komende maanden mogelijk niet meer uitvoeren.”

De huidige aanwervingsstop voor federaal overheidspersoneel en de andere kostenbesparende maatregelen beloven weinig beterschap op korte termijn, zei De Codt. De magistraten worden bovendien alsmaar ouder.

“De administratie weigert, of is niet in staat, om de vacatures te publiceren die opengevallen zijn doordat mensen op pensioen gaan. Welnu, de aanwervingsprocedure neemt minstens negen maanden in beslag. En we ondervinden een serieuze impact van iedere functie die open staat”, zei de magistraat.

Zowel De Codt als de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, Patrick Duinslaeger, zeiden ook dat een inflatie van wetgeving hen van hun “core business” houdt. In 2014 velde het Hof 3.150 arresten. “Maar het Hof is niet in het leven geroepen om zoveel zaken te behandelen, de limieten zijn bereikt”, zei Duinslaeger.

De parlementsleden stelden daarom de vraag welke opdrachten onttrokken zouden kunnen worden aan het Hof. De Codt en Duinslager suggereerden om terug te keren naar de orthodoxie van het oorspronkelijk artikel 416 van het Wetboek van Strafvordering, door enkel cassatieberoep mogelijk te maken bij eindbeslissingen en het aantal beslissingen die vatbaar zijn voor cassatieberoep drastisch te beperken.

De magistraten wezen ook op een ander steeds wederkerend probleem, dat van de informatisering van het Hof van Cassatie. “Een dringende aanpassing van de eigen informatica-applicatie SYSCAS is absoluut noodzakelijk”, zei De Codt. De voorzitter van de Commissie, Philippe Goffin, stelde daarop voor om in een nota alle informaticaproblemen op te lijsten, zodat die kunnen besproken worden tijdens een volgende zitting van de Commissie op 1 juni.

Bron » De Morgen

Patrick Duinslaeger wordt procureur-generaal bij Cassatie

De Hoge Raad voor Justitie heeft Patrick Duinslaeger voorgedragen als kandidaat voor de positie van procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Daar zou hij de huidige procureur-generaal Jean-François Leclercq opvolgen. Duinslaeger, die algemeen als een discreet man wordt omschreven, is sinds december 2012 eerste advocaat-generaal bij het hoogste hof en heeft er een rijkgevulde en gevarieerde carrière op zitten.

De nu 60-jarige man studeerde in 1978 met hoogste onderscheiding af als licentiaat in de rechten aan de Vrije Universiteit Brussel en trok na twee jaar als advocaat aan de balie naar het Brusselse parket, waar hij na drie jaar als gerechtelijk stagiair, substituut werd. In 1988 werd hij tot eerste substituut benoemd en in 1991 tot substituut-procureur-generaal bij het Brusselse parket-generaal.

In die functie vervulde hij de functie van nationaal magistraat, bevoegd voor de nationale en internationale coördinatie van de strijd tegen het groot banditisme, terrorisme, georganiseerde criminaliteit en drughandel. In die functie was hij de voorloper van huidig federaal procureur Johan Delmulle.

Tussen 1995 en 1997 duidde de minister van Justitie Patrick Duinslaeger aan als verbindingsmagistraat bij het Internationaal Strafhof van ex-Joegoslavië en het Internationaal Strafhof voor Rwanda. In 1997 klom hij op tot advocaat-generaal bij het Brusselse parket-generaal en tussen mei en juli 1999 was hij ‘ad hoc’-rechter in het Internationaal Strafhof in Den Haag.

In 1998 en 1999 was hij de kabinetschef van de toenmalige minister van Justitie. Hij begeleidde ook verschillende universitaire onderzoeksprojecten rond politie en justitie, werkte mee aan de oprichting van het federaal parket en verscheen als getuige of expert in onder meer de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel en de Dutroux-commissie.

Bron » Het Nieuwsblad

Cassatie bevestigt geldigheid camerabeelden als bewijs

Alhoewel een bewakingscamera alleen geplaatst en gebruikt mag worden om misdrijven tegen personen of goederen of overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen, kunnen dergelijke camerabeelden ook rechtsgeldig gebruikt worden voor het leveren van een bewijs voor andere misdrijven. Dat stelt Frank Schuermans, advocaat-generaal in Gent, in de Juristenkrant op basis van een arrest van 5 oktober 2010 van het Hof van Cassatie.

In dit arrest wees het Hof de stelling van de verdediging van een gewezen korpschef van de Gentse politie af dat het gebruik van camerabeelden als bewijs in strafzaken beperkt is tot misdrijven tegen personen (bv. vechtpartijen), goederen (bv. vernielingen) of overlast (bv. nachtlawaai).

De verdediging baseerde zich hiervoor op de fenomenen waarvoor de wet toelaat dat een camera wordt geïnstalleerd. Om bijvoorbeeld valsheid in geschrifte of vluchtmisdrijf te bewijzen kunnen de beelden volgens de verdediging niet gebruikt worden.

Het Hof van Cassatie volgde, net als het Gentse beroepshof, die stelling niet. Volgens het Hof dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de voorwaarden voor plaatsing en het gebruik van beelden. Beelden mogen wel degelijk worden opgenomen om het bewijs te leveren van eender welk misdrijf of schadeverwekkend feit en kunnen worden overgedragen aan politie of gerecht als ze kunnen bijdragen aan het identificeren van daders van eender welk misdrijf.

Ze kunnen met dit doel ook in beslag genomen worden. “Met deze uitspraak wordt voor de praktijkmensen bij bestuur, politie en justitie elke twijfel weggenomen over het gebruik van beelden die conform de camerawet werden opgenomen”, aldus Schuermans.

Bron » De Morgen