Strafdossiers blijven zeker twintig jaar bewaard

Strafdossiers van criminelen die correctioneel veroordeeld zijn, worden twintig jaar bewaard op de griffie. Daarna wordt een aantal dossiers vernietigd, een ander deel gaat naar het rijksarchief in Bever. Dossiers van geïnterneerden worden altijd bewaard. In ieder geval hebben parket en gerecht steeds inzage in het strafregister van veroordeelden tot zij overlijden. Dat zei minister van Justitie Jo Vandeurzen dinsdag in de Kamer aan Peter Logghe van het Vlaams Belang.

Die vroeg zich af of een Oostenrijkse zaak zoals deze van Jozef Fritzl die zijn dochter jarenlang opsloot, misbruikte en bij haar zeven kinderen verwekte, ook in België mogelijk zou zijn. Fritzl kon zolang onopgemerkt doorgaan omdat een verkrachtingsdossier tegen hem uit de jaren zestig was vernietigd. Logghe besloot dat “zo’n zaak in België dus ook zeker wel zou kunnen”.

Bron » Gazet van Antwerpen

Tentoonstelling 175 jaar Veiligheid van de Staat

Maandag opent in het Algemeen Rijksarchief in Brussel de tentoonstelling Undercover. 175 jaar Veiligheid van de Staat voor het grote publiek. ‘Zelfs na 175 jaar blijft een waas van mysterie hangen over de Veiligheid van de Staat. De tentoonstelling wil die helpen te doorbreken’, klinkt het veelbelovend in de expobrochure. Maar wie geheime informatie of dossiers verwacht, komt – niet geheel onverwacht – niet aan zijn trekken.

“Er bestaan heel wat misverstanden over de Veiligheid van de Staat. Tijdens selectieproeven bijvoorbeeld geven sollicitanten aan dat ze onze dienst linken met afluisteren, huiszoekingen en arrestaties. Terwijl we daar niet bevoegd voor zijn. Sommige studenten van het tweede jaar interieurvormgeving van de Hogeschool Sint-Lukas in Gent, die hebben meegeholpen aan de opbouw van de tentoonstelling, dachten dat alle camera’s op kruispunten rechtstreeks verbonden zijn met onze dienst”, lacht curator Robin Libert, adviseur-generaal van de Staatsveiligheid. Met de tentoonstelling wil de inlichtingendienst een realistisch beeld schetsen van zijn werking en meer openheid creëren.

Een document uit 1896 over mensensmokkel, landkaarten uit de Tweede Wereldoorlog, de bruine aktetas waarmee de Belgische spion Eugène Michiels in de Koude Oorlog strategische informatie doorspeelde aan de Roemenen en Russen, een paraplu-geweer, een terroristenhandleiding uit Afghanistan, het ligt er allemaal op de expo. In een vitrinekast in de hoek prijkt de rode vlag van het Kosovaarse Bevrijdingsleger UCK. “Afkomstig uit hun stocks in België.”

Een van de recentste attributen op de expo is een gesmolten kast uit de WTC-torens, stille getuige van de terreuraanslagen van 11 september. “Die eyecatcher hebben we in bruikleen gekregen van de CIA”, zegt Libert niet zonder trots. “Het is een primeur dat de CIA meewerkt aan een tentoonstelling in het buitenland. Het is trouwens ook de eerste keer dat de Veiligheid van de Staat het grote publiek een blik gunt in documenten uit haar archieven.”

De tentoonstelling richt zich tot een groot publiek. Voor secundaire scholen is een pedagogische map samengesteld. “Analisten van de Veiligheid van de Staat kunnen zelfs ingeschakeld worden als gids.” Qué? “Wees gerust, we gaan geen foto’s nemen van iedereen die passeert.”

De leukste speeltjes van de tentoonstelling staan vlakbij de uitgang: afluisterapparatuur verwerkt in een asbak, boek of pakje sigaretten, een ‘sweepingapparaat’ om afluisterapparatuur in gebouwen op te sporen, een baksteen die ooit dienst heeft gedaan als ‘dode brievenbus’ en nostalgischer hightech die onmiddellijk doet denken aan James Bond. “Allemaal veroverd op landen uit het Warschaupact”, zegt Libert. “Grote diensten in het buitenland hebben een afdeling met technische snufjes. België helaas niet.”

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid gaat archieven openen

De Veiligheid van de Staat wil haar archieven toegankelijk maken voor wetenschappelijk onderzoek. Dat maakte administrateur-generaal Koen Dassen bekend in de marge van de opening van de tentoonstelling Undercover. 175 jaar Veiligheid van de Staat in het Rijksarchief in Brussel.

“We zitten in een leerproces en de geschiedenis kan een goede leerschool zijn voor de toekomst. Maar vooraleer we documenten uit het archief voor wetenschappers toegankelijk kunnen maken, moeten we eerst een risicoanalyse laten opstellen. We willen de regering voorstellen om zo een onderzoek te starten”, zegt Dassen.

Geclassificeerde documenten van de Veiligheid van de Staat zijn niet toegankelijk voor het grote publiek. Enkel documenten ouder dan honderd jaar zijn toegankelijk via het Rijksarchief. Documenten van recentere datum liggen onder elektronische bewaking opgeslagen in de archieven van de Veiligheid van de Staat. Dassen: “In het verleden is het wel al uitzonderlijk gebeurd dat wetenschappers toch toestemming kregen om de documenten in te kijken.”

Het enige onderzoeksinstituut dat op dit moment inzage krijgt in de archieven van de Staatsveiligheid is het Studie- en Documentatiecentrum voor Oorlog en Maatschappij (Soma). “In het kader van een onderzoek naar de betrokkenheid van de Belgische autoriteiten bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, mogen Soma-onderzoekers die archieven raadplegen”, zegt algemeen rijksarchivaris Karel Velle.

Velle juicht het initiatief van de Staatsveiligheid toe. “Wij zijn vragende partij om documenten van de Staatsveiligheid die jonger zijn dan honderd jaar maar geen nut meer hebben voor de dagelijkse werking, in ons archief op te nemen. Door de overdracht van het archief van de gerechtelijke politie van Antwerpen aan het Rijksarchief hebben we trouwens al een aantal geclassificeerde documenten opgeslagen.”

Bron » De Morgen

Boek en tentoonstelling over geschiedenis van geheime dienst

 

Met een boek en een tentoonstelling over de 175-jarige geschiedenis van de staatsveiligheid onderneemt de geheime dienst zijn eerste voorzichtige stappen naar meer transparantie. De recente perikelen over het eerste jaarverslag van de inlichtingendienst tonen echter aan dat de evolutie naar meer openheid een moeizame en gewaagde onderneming kan zijn.

“De regels van corporate governance en accountability zijn evenzeer van toepassing op de inlichtingengemeenschap, maar dat besef – het moet eerlijk worden toegegeven – is vrij laat gekomen.” Dat schrijft Koen Dassen, de chef van de staatsveiligheid, in het gisteren gepubliceerde boek De staatsveiligheid. Essays over 175 jaar veiligheid van de staat (Politeia). Het is volgens Dassen de bedoeling om “de activiteiten van de inlichtingendienst op een wetenschappelijk verantwoorde manier te onttrekken aan de sfeer van geheimzinnigheid die er nog te veel rond heerst”.

Dat er een boek over de staatsveiligheid verschijnt, waaraan werd meegeschreven door een aantal medewerkers van die dienst (die zich weliswaar niet met hun functie presenteren, maar als politicoloog of historicus), is op zichzelf al uitzonderlijk. Spannende verhalen of onthullingen moet de lezer niet verwachten.

De publicatie beperkt zich tot meestal droge bijdragen over de geschiedenis en het juridisch en institutioneel kader van de inlichtingendienst, verlucht met beelden van oubollig spionagemateriaal. Wel een primeur is dat het boek voor het eerst een foto openbaar maakt van Godelieve Timmermans, de vroegere administrateur-generaal van de staatsveiligheid, die het slechts twee jaar uithield in die topfunctie en in 2002 voortijdig ontslag moest nemen omdat ze het vertrouwen van de regering kwijt was geraakt.

Merkwaardig is dat het boek er kwam op initiatief van professor Marc Cools, manager van een Antwerpse beveiligingsfirma, gewezen adviseur van voormalig VLD-minister van Justitie Marc Verwilghen en medestander van ex-VLD’er Hugo Coveliers, en diens vrienden van de conservatieve denktank Nova Civitas. Cools staat overigens bekend als een pleitbezorger van de privatisering van inlichtingenwerk.

In dezelfde drang naar meer transparantie situeert zich de tentoonstelling Undercover. 175 jaar veiligheid van de staat, die van 1 november tot 31 januari 2006 loopt in het Algemeen Rijksarchief in Brussel. “Zelfs na 175 jaar blijft een waas van mysterie over de staatsveiligheid hangen”, meldt de folder.

“De tentoonstelling wil dat helpen doorbreken. Het is de bedoeling om aan de hand van welgekozen historische feiten en actuele aandachtspunten het publiek een blik te gunnen achter de schermen van de dienst.” Spectaculaire onthullingen vallen ook daar niet te verwachten, de tentoonstelling richt zich vooral op scholieren en is voornamelijk educatief bedoeld.

Ondertussen blijft het wachten op het eerste jaarverslag van de staatsveiligheid. Buitenlandse zusterdiensten publiceren al geruime tijd zo’n verslag en het Comité I, het orgaan dat namens het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, dringt sinds lang aan op de publicatie van een dergelijk document.

Eerder dit jaar leek bijna zo ver. Onder impuls van Dassen werd een jaarverslag opgesteld, gedrukt en verspreid onder de personeelsleden van de staatsveiligheid. Maar tot een ruimere verspreiding kwam het niet. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) bleek immers vooraf niet op de hoogte te zijn gebracht van het initiatief en stelde haar veto.

Bron » De Morgen

‘We hebben een paar aanslagen kunnen verijdelen’

De staatsveiligheid houdt grote schoonmaak. Een klein half miljoen persoonlijke dossiers op papier, steekkaarten en microfiches worden ter hand genomen en kritisch geëvalueerd. (Zie DM van gisteren). Jean-Luc De Raeve leidt die uitzuiveringsoperatie. Geen extreme beweging, radicaal splinterpartijtje of duistere figuur of De Raeve heeft er weet van. Toch heeft de staatsveiligheid zich in het verleden te veel bezig gehouden met kleine garnalen, vindt hij.

Meneer X uit Antwerpen heeft in mei 1954 een reis geboekt naar Roemenië. Bij het dossier op microfiche zit een kopie van zijn visumaanvraag en het nummer van de vliegtuigreis. Het was een eenmalige trip naar het Oostblok. Meer zit er ook niet in het dossier, dat vernietigd zal worden.

Een ander papieren dossier – vol met visumaanvragen, zelfs originele pasfoto’s van een jonge blondine en verslagen van schaduwoperaties – zal wellicht hetzelfde lot ondergaan. Net als talloze dossiers van academici uit het Oostblok die ooit in België een lezing kwamen geven. Minutieus werd genoteerd waar de professor kwam spreken, waarover het ging en welke organisatie de man of vrouw had uitgenodigd. “Die ‘lichte’ dossiers werden in de Koude Oorlog aangelegd en hebben nu geen bestaansreden meer”, zegt woordvoerster Hilde Lemmens.

De Raeve en nog vijf andere ambtenaren van de dienst leggen sinds 1996 ieder dossier op een van drie figuurlijke hoopjes: weg te gooien (want in het licht van de geschiedenis te banaal), te bewaren (want nog gelieerd aan de wettelijke opdrachten) en door te geven aan het rijksarchief (want historisch belangrijk). Alle dossiers op papier en op steekkaarten en goed 25.000 dossiers op microfiche zijn al verwerkt. Wat rest, zijn nog naar schatting 167.000 dossiers op microfiche.

Die beoordelen is nog een hele karwei. De microfiche blijkt, in tegenstelling tot wat vroeger werd gedacht, geen efficiënte methode om informatie te bewaren en snel op te sporen. Stukken zijn vaak onleesbaar of de lettertjes zijn zo klein dat het pijn doet aan de ogen.

Het gaat veelal om oude dossiers uit de Koude Oorlog die nu alle relevantie hebben verloren. Het hoeft niet te verwonderen dat van alle tot nu toe bekeken microfiches er slechts 1 procent nog bewaard zal blijven bij de staatsveiligheid. Meer dan de helft verhuist, wegens hun historische waarde, naar het rijksarchief (dat van de vermoorde communist Julien Lahaut bijvoorbeeld) en 42 procent zal vernietigd worden.

Zal er op die manier geen ‘gevoelige’ informatie verdwijnen? Een opruimactie is toch de geschikste manier om enkele donkere bladzijden uit de eigen geschiedenis te verwijderen? Jean-Luc De Raeve heeft al meer dan eens die vraag gekregen. “(ironisch) Niemand vertrouwt blijkbaar de staatsveiligheid, hé. Dat is onterecht. Ik garandeer u: er zal niets worden weggegooid zolang onder meer het comité I – dat de inlichtingendiensten controleert – niet zijn zegen heeft gegeven. Er zal echt niets gebeuren.”

De ‘weg te gooien’ dossiers terugsturen naar de persoon in kwestie, is een onbegonnen werk – “Meneer Y, Cubaan… begint er maar eens aan” – en bovendien is het niet legaal. De staatsveiligheid is wettelijk verplicht de ingewonnen informatie geheim te houden. Het heeft dus ook geen zin om aan de staatsveiligheid te vragen of je zelf een dossier hebt en zo ja of je dat mag inkijken.

Woordvoerster Lemmens: “Wie dat toch doet, krijgt een antwoord terug dat hij of zij zich kan wenden tot de commissie voor de bescherming van de privé-levenssfeer. Die controleert of wij de gegevens op een wettelijke manier verzamelen.” Uiteindelijk krijgt de persoon een briefje van die commissie met het antwoord dat een controle is uitgevoerd. Daarmee weet je nog niet of er een dossier is en wat daar nu precies in staat.

Veel neuzen in het privé-leven van verdachten was er in het verleden (en ook nu niet) bij. “Daarvoor zijn we met te weinig”, zegt Lemmens. Nu telt de staatsveiligheid 500 personeelsleden, nooit eerder waren er dat zoveel. Zo’n 350 daarvan worden ingezet in het veld: informatie inwinnen en af en toe verdachten schaduwen. Spioneren in het buitenland kan niet, ook telefoons of e-mails onderscheppen is wettelijk verboden, al zou de staatsveiligheid dat wel willen. Een pak informatie wordt ingewonnen door gewone burgers, die op vrijwillige basis informatie doorspelen en daarvoor ook betaald kunnen worden.

De staatsveiligheid werkt nauw samen met gerechtelijke instanties en politiediensten. Het parket kan bijvoorbeeld gegevens opvragen in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Leden van de staatsveiligheid kunnen niet zelf iemand arresteren of oppakken voor verhoor. “We kunnen dus nooit een onderzoek zelf finaliseren. Een beetje frustrerend”, zegt De Raeve. Toch is er af en toe voldoening als er door het preventieve werk van de staatsveiligheid een extremist wordt opgepakt.

Een van de belangrijkste ‘zware’ dossiers bij de staatsveiligheid is dat van Pierre Carette en de CCC, de extreem-linkse terreurgroep die België midden de jaren tachtig opschrikte met een aantal aanslagen tegen banken en justitiepaleizen. Volgens Lemmens is het grotendeels aan de staatsveiligheid te danken dat dit dossier tot een goed einde is gebracht. Minstens één aanslag is in de nasleep van de CCC-zaak door ons verijdeld, maakt Lemmens zich sterk. “Daarnaast zijn er ook in andere dossiers aanslagen verijdeld.”

De staatsveiligheid heeft een pak historische dossiers in haar rekken: dat van dictator Mobutu van Kongo bijvoorbeeld, waarin onder meer zijn periode als jonge journalist is gevolgd en zijn verblijf in België. Ook van de beruchte terrorist Carlos, alias de Jakhals, heeft de staatsveiligheid een dossier.

Belgische politici, van welke strekking ook, worden niet gevolgd wegens hun politieke activiteiten. Tenzij ze persoonlijk deelnemen aan activiteiten die in de domeinen vallen waarvoor de staatsveiligheid bevoegd is (terrorisme, sekten, georganiseerde misdaad, enzovoorts, zie ook DM van gisteren). Zo heeft de staatsveiligheid enkele dossiers over huidige parlementsleden. “Maar wat daar in staat, heeft enkel betrekking op hun activiteiten voor ze parlementslid waren”, zegt Lemmens.

Vroeger werden bepaalde politici wel grondig gescreend in hun doen en laten. “Hier, dat is het dossier van een Vlaamse socialist”, wijst De Raeve op een lijvig dossier vol getypte verslagen. De naam staat in grote letters op het dossier maar we mogen hem niet bekendmaken. Het was aangelegd omdat de staatsveiligheid vermoedde dat de man vlak na de Tweede Wereldoorlog banden had met de communistische partij.

De socialistische voorman werd later in de jaren zeventig en tachtig een paar keer minister, onder meer van Onderwijs. De socialist had naar verluidt de ambitie om ooit minister van Justitie te worden. Eenmaal op die post zou hij er alles aan doen om alle dossiers bij de staatsveiligheid over communisten en progressieven te vernietigen, zo luidt het verhaal. De politicus is ondertussen overleden. Zijn dossier verhuist wellicht naar de algemene rijksarchieven. Om daar verder te rusten in vrede.

Bron » De Morgen