‘Einde van de tunnel is nog lang niet in zicht’

‘Het einde van de tunnel is nog steeds niet in zicht’, zo zei rijkswachtcommandant Didier Schot maandag voor de parlementaire Bende-commissie. Schot, die sinds juli 1987 werkzaam is in de cel van Jumet, gaf daarmee te kennen dat men vijftien jaar na het eerste wapenfeit van de Bende van Nijvel eigenlijk nergens staat. Sporen waren er genoeg, maar enig houvast was er nooit. Didier Schot was jarenlang belast met de leiding van de rijkswachters in de Bende-cel van Jumet.

Tal van sporen zoals extreem-rechts, de roze balletten, de moord op Juan Mendez enzovoort werden uitgespit, maar leverden geen resultaten op. Eigenlijk staat men zo goed als nergens, zo bleek maandag op de commissie. Deze was enigszins verrast door de getuigenis van Schot.

Enkele maanden geleden vertelde onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix immers iets totaal anders. Lacroix had voor de commissie zijn hoop uitgesproken dat het eerste masker nog voor de vakantie zou kunnen vallen. Schot is duidelijk minder optimistisch gestemd, al wou hij de hoop van de onderzoeksrechter ook niet helemaal de grond inboren. ‘ Er is nog een kans. We vuren wel onze laatste kogels af’, aldus de getuige.

Traag

Volgens de getuige heeft de recente verspreiding van een nieuwe reeks robotfoto’s massa’s tips opgeleverd. Het duurt evenwel nog maanden alvorens de informatie is nagetrokken. De nieuw ingewonnen informatie wil de cel-Jumet trouwens vergelijken met de resultaten van een reeks DNA-onderzoeken, die worden uitgevoerd op hoedjes, kledingstukken en pruiken die door de Bende zijn gebruikt. ‘De laboratoriumonderzoeken zijn twee jaar geleden aangevraagd. Wij hebben nog steeds geen resultaten gekregen’, aldus de getuige.

Traagheid lijkt wel troef in het Bende-onderzoek. Schot vertelde dat het meer dan drie jaar duurde alvorens een verdacht wapen dat zich in Amsterdam bevond, werd overgemaakt aan Jumet. Er werd in Nederland een foto opgevraagd van een verdachte. Die foto kwam er pas na zes maanden. Toelatingen om rogatoire commissies uit te sturen, lieten weken of maanden op zich wachten.

Nog erger zijn de onherstelbare fouten die in het onderzoek zijn gepleegd, aldus Schot. Zo is het oorspronkelijke gerechtelijke dossier over de moord van de Brusselse taximan Angelou in 1982, spoorloos verdwenen. Ook belangrijke overtuigingsstukken zijn kwijtgeraakt. Zo is een haartje dat van één van de daders werd gevonden, vernietigd door het laboratorium dat onderzoek moest verrichten op het haar.

Hetzelfde gebeurde met de wagens van de Bende waarop men de hand had kunnen leggen. Die wagens zijn naar de schroothoop gegaan. Volgens Schot moest de cel-Jumet zijn onderzoek baseren op onzorgvuldige of zelfs foutieve vaststellingen in de plaats van feiten. Belangrijke getuigen werden na de feiten zelfs niet gehoord.

Over de samenwerking met de gerechtelijke politie was Schot niet te spreken. De speurders van de GP werden bijna allen weggetrokken uit Jumet. Ze mochten enkel nog vanuit hun eigen kantoren in ofwel Brussel, Bergen, Nijvel of Charleroi meewerken aan het onderzoek. De overheveling van Jumet naar het thuisfront, werd beslist door commissaris Christian de Vroom. Die vond dat er in Jumet onvoldoende controle was op de werkzaamheden van de politiemensen. Schot bevestigde dat.

Hij had nog een schrijnende anekdote over voor de commissie. In september 1988 gaf De Vroom het bevel om zes van de zeven elektrische schrijfmachines die de GP ter beschikking had gesteld van de cel-Jumet, weer weg te halen. ‘Plots hadden de vijftien speurders uit de cel nog welgeteld één machine ter beschikking.’

Bron » De Tijd | René De Witte

Kolonel wou geen onderzoek naar extreem-rechts

De parlementaire onderzoekscommissie-bis naar de Bende van Nijvel zette dinsdag haar onderzoek voort naar de mogelijke betrokkenheid van extreem-rechtse rijkswachters bij de wapendiefstal bij de groep Diane (begin ’82) en de eventuele bescherming die deze individuen kregen van de rijkswachttop.

Vorige week werd al door een aantal getuigen toegegeven dat dit scenario indertijd onvoldoende werd uitgespit. Gisteren werd (nog) duidelijker dat de thesis integendeel vroegtijdig werd afgevoerd door de toenmalige leider van het onderzoek kolonel L’Host.

L’Host kwam eerder voor de commissie getuigen dat hij indertijd geen enkel scenario had uitgesloten, maar dat er toen geen aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van extreem-rechtse leden van het korps. Reden waarom hij in mei ’83 concludeerde dat de thesis niet houdbaar was. Dat hij extreem-rechts niet helemaal buiten schot had gelaten, moest volgens de kolonel blijken uit het feit dat hij onmiddellijk na de ontdekking van de diefstal opdracht had gegeven voor huiszoekingen bij de extremistische groepering Forces Nouvelles van François Dossogne.

Aanwijzingen

Omdat de kolonel, toen tweede in bevel van het mobiel legioen, in die periode met vakantie was, werd de leiding van het onderzoek-Diane gedurende een vijftal weken overgenomen door kolonel Demessemaecker. Die viel dinsdag uit de lucht toen commissievoorzitter Van Parys hem vroeg naar de resultaten van de huiszoekingen bij Forces Nouvelles. ‘Ik verneem dit voor het eerst’, zo stelde getuige, die er voorts op wees dat zijn onderzoek hoofdzakelijk was toegespitst op het milieu van de wapenhandel en extremistische groeperingen in de meest brede zin van het woord (ETA, RAF enz.).

Op de vraag waarom niet werd gezocht naar extreem-rechtse elementen binnen de rijkswacht, luidde ook nu het antwoord: ‘We hadden er geen aanwijzingen voor’.

Demessemaecker liet wel een screening uitvoeren van leden en gewezen leden van de groep Diane die hetzij wegens financiële problemen, hetzij wegens banden met het milieu en/of wapenclubs, in aanmerking kwamen voor de diefstal. Een van die ’te controleren’ elementen was de huidige politiecommissaris van Schaarbeek Johan Demol en toenmalig lid van de groep Diane, waarvan het CBO meende te weten dat hij banden had of lid was van het Front de la Jeunesse.

‘Bij de rijkswacht werd dit spoor volgens Demessemaecker niet verder uitgespit omdat Demol toen solliciteerde voor een job bij de politie van Schaarbeek, ‘en men het bevriende korps niet in verlegenheid wou brengen’. De getuige moest bovendien toegeven dat hij indertijd geen weet had van het uit ’76 daterende rapport-Tratsaert over het bestaan van de zogenaamde Groep G, en dat hij zich na zijn interimonderzoek geen vragen meer had gesteld.

Wie dat wel deed was luitenant-kolonel Roland Lemasson, van ’79 tot ’85 tweede in bevel op het rijkswachtdistrict Brussel. Eind ’83 belandde de rijkswachtofficier op het extreem-rechtse spoor toen de Staatsveiligheid hem signaleerde dat de zonen van ene wachtmeester Marbaix lid waren van de WNP-jongerengroep Fenix. Lemasson achterhaalde dat Marbaix in nauw contact had gestaan met de ‘gezelfmoorde’ WNP-leider Paul Latinus.

Diezelfde Marbaix was op het ogenblik van de diefstal bij Diane verbonden aan de dienst onderhoud gebouwen van het Mobiel Legioen. Meer nog, vermoedelijk maakten de wapendieven gebruik van zijn (gestolen) legitimatiekaart om in het gebouw binnen te geraken. Daar werd indertijd enkel een administratief onderzoek naar verricht.

Verontrustend

‘Het verslag waarin L’Host concludeerde dat het onderzoek naar extreem-rechts over de hele lijn negatief was uitgevallen, sloeg ons dan ook met verstomming’, zo stelde de Lemasson dinsdag. ‘Nog het meest mijn collega’s van de BOB die overigens nooit werden geraadpleegd over dit scenario en die wellicht van in het begin van het onderzoek een aantal verbanden naar extreem-rechtse collega’s hadden kunnen leggen.’

Lemasson stelde van een en ander op zijn beurt een verslag op. Een rapport dat ‘niets bewijst’, maar op zijn minst een paar verontrustende vragen oproept, diametraal tegengesteld aan de conclusies van de toenmalige leider van het onderzoek.

Bron » De Tijd

Wapendiefstal uit ’82 bij groep Diane mogelijk gelinkt met Bende

De parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel luisterde maandag urenlang naar gewezen luitenant-kolonel van de rijkswacht L’Host. In hoofdzaak ging het daarbij om een wapendiefstal die in 1982 in Brussel werd gepleegd bij het speciale interventieteam van de groep Diane van de rijkswacht. Deze diefstal is nooit officieel toegeschreven aan de Bende van Nijvel, maar is mogelijk wel een sleutel om het raadsel te ontrafelen.

De nachtelijke diefstal bij de groep Diane ging als een schokgolf door de rijkswacht. Dat inbrekers bij een elitecommando als de groep Diane wapens kunnen stelen, had niemand voor mogelijk gehouden. Het zette trouwens het hele rijkswachtkorps in zijn blootje. L’Host had maandag geen enkele moeite om dat toe te geven. Over andere elementen uit het dossier was hij een stuk minder meegaand in de redeneringen van de commissieleden. Ten tijde van de diefstal was L’Host tweede commandant van het Mobiele Legioen en in die functie ook de korpsoverste van de groep Diane.

De aandacht van de commissie voor deze wapendiefstal had er alles mee te maken dat de daders of hun medeplichtigen in het rijkswachtkorps zelf moeten worden gezocht. Bovendien bleek een aantal verdachten sympathieën te hebben met extreem-rechtse milieus. Dat was precies het spoor dat L’Host niet heeft laten onderzoeken. L’Host had aan de belangrijkste BOB-brigades van het land opdracht gegeven uit te kijken of er geen gestolen wapens van de Diane-groep opdoken in de Belgische wapenmilieus. Onderzoek naar extreem-rechts had hij niet bevolen. Waarom niet, wilde de commissie weten?

‘Omdat ikzelf geen enkele onderzoeksbevoegdheid had. Het onderzoek was in handen van de Brusselse onderzoeksrechter Bellemans. Ik wilde gewoon helpen door de onderzoeksrechter alle mogelijke, nuttige elementen te laten geworden’, aldus de getuige. L’Host dacht er geen moment aan de BOB-ploegen ook buiten de wapenmiddens te laten kijken. Hij beschikte niet over elementen die naar extreem-rechts wezen, aldus de gewezen officier.

De commissie beschikte wel over elementen. Ze had een rapport van de BOB Brussel uit 1984 aan het adres van L’Host, waarin duidelijk werd gesteld dat een aantal rijkswachters – die mogelijk betrokken waren bij de diefstal – nauwe banden had met organisaties als Westland New Post of Front de la Jeunesse. Eigenlijk stelde de BOB dat L’Host zijn onderzoek naar de diefstal eenzijdig had gevoerd. L’Host antwoordde daarop tegenover de commissie: ‘Ik heb geen enkel onderzoek gevoerd. Dat deed de onderzoeksrechter.’

Een keer leek hij zichzelf klem te rijden. L’Host vertelde dat hij ’s nachts – na de diefstal – uit bed werd gebeld en meteen opdracht gaf een patrouille uit te sturen naar het Brusselse lokaal van de extreem-rechtse organisatie Front de la Jeunesse. Dat L’Host na de overval meteen dacht aan extreem-rechts en nadien het onderzoek een andere richting uitstuurde, vond de commissie alvast heel eigenaardig. Een samenhangende uitleg volgde niet.

De aandacht die de commissie voor de wapendiefstal betoonde, had niet alleen met extreem-rechts te maken. Ze sluit immers niet uit dat de diefstal een rechtstreeks verband houdt met de Bende van Nijvel. Commissievoorzitter Tony van Parys wilde van L’Host horen of een snelle ontmaskering van de wapendieven, geen ergere zaken (lees, de Bende-feiten) had kunnen voorkomen. L’Host was kort en duidelijk: ‘Uiteraard.’

Voordien hoorde de commissie gewezen luitenant-kolonel Paul Marchoul. In 1979 was hij commandant van het rijkswachtdistrict Brussel. Op 28 maart ’79 werd bij Fortunata Israël, de uitbaatster van een prostitutienetwerk met vele notoire klanten, een huiszoeking gehouden. Er werd een agenda met daarin de klantennamen in beslag genomen. Die verdween later.

Marchoul bevond zich in het kantoor van zijn overste majoor Vernaillen toen die aan het bellen was met een (onbekende) persoon van de generale staf. ‘Geen probleem, die bladzijde is gescheurd’, hoorde hij Vernaillen zeggen. Op de bladzijde van de agenda van Israël stond de naam van een hooggeplaatste rijkswachtofficier.

Bron » De Tijd | René De Witte

De frustraties van een speurdersploeg

Sinds de Delta-cel van Dendermonde in 1990 haar onderzoek naar de overval van de Bende van Nijvel te Aalst moest afstaan aan de onderzoekscel van Jumet, lijkt veel van het Delta-werk voorgoed onder het stof te liggen. De Delta-cel ontdekte dat de Brusselse gangster Philippe de Staerke mogelijk een sleutelrol speelde in de overval. Jumet maakt zich blijkbaar niet erg druk meer om dit spoor.

Dat kon men afleiden uit de getuigenissen die de drie ex-Delta-speurders Erik Sack (destijds rijkswachtkapitein), Fons van Rie (eerste aanwezend commissaris bij de gerechtelijke politie) en Dany Collewaert (BOB) maandagavond en dinsdagochtend voor de parlementaire Bende-commissie aflegden. Ze staken niet weg dat ze nog steeds gefrustreerd zijn om het feit dat hun werk niet werd verder gezet.

Ze legden aan de commissie uit waarom ze tot het besluit waren gekomen dat Philippe de Staerke minstens had meegewerkt aan de voorbereiding van het Aalsterse bloedbad en – erger nog – misschien zelfs had deelgenomen aan de operatie. Tijdens het onderzoek legden ze ook de biotoop van De Staerke bloot. Ze kwamen uit op een omvangrijke onderwereld met daarin figuren als Patrick Haemers en een hele reeks leden van extreem-rechts. Die biotoop wilden ze verder uitspitten. Ook wilden ze achterhalen waarom ze door Reyniers, Marnette en Zimmer van de Brusselse gerechtelijke politie zware tegenwerkingen ondervonden. ‘Onder meer de relatie van commissaris Frans Reyniers met Sonja Camps (nvdr. die een netwerk van callgirls leidde) intrigeerde ons’, aldus Sack.

Het uitspitten mocht niet. De Delta-cel moest haar dossiers afstaan aan Jumet. Jarenlang verbeten de Delta-speurders hun frustraties. Vorig jaar was er weer even hoop. Toen werd een zogenaamde steundienst opgericht met daarin enkele Delta-speurders die hun collega’s van Jumet zouden komen bijstaan. Onder meer Dany Collewaert werd uitgenodigd. Hij zag dat de steundienst structureel weinig om het lijf had en dat Jumet het spoor-De Staerke niet als een prioriteit beschouwde. Collewaert koos dus maar voor een tussenoplossing. Hij zou naar Jumet gaan telkens hij advies of hulp zou kunnen bieden, maar een permanente inschakeling zag hij niet zitten. Sindsdien heeft Collewaert hooguit twee keer per maand zijn opwachting gemaakt in Jumet.

Daarmee ontdekte de Bende-commissie dat van een echte steundienst eigenlijk nooit sprake is geweest. Terwijl de buitenwereld de indruk had dat Jumet de dossierstukken van Dendermonde echt ernstig was gaan nemen, was daar niets van aan. ‘Window dressing’, zo liet commissievoorzitter Tony van Parys zich ontvallen.

Van Parys is samen met enkele commissarissen sinds vorige week naar een hoger toerental overgegaan. Of de vele pertinente vragen de maskers van de Bende zullen doen vallen, blijft zeer onwaarschijnlijk. Toch is de commissie aardig op weg een aantal mythes te doorprikken en het dossier uit te zuiveren.

Een van de bekommernissen van de commissie is te achterhalen of de overheveling van het Delta-dossier naar Jumet al dan niet is gemanipuleerd. Aangenomen wordt dat het kabinet van de toenmalige minister van justitie Wathelet een hand had in de verhuizing en dat ook op het niveau van de parketten-generaal van Gent en Bergen verdachte pirouettes nodig zijn geweest om de Delta-cel uit het zadel te lichten.

Erik Sack zegde daarvan geen indicaties te hebben. Ook gepensioneerd procureur des Konings De Saegher van Dendermonde wuifde de hypothese van een manipulatie weg.

Maandag insinueerde gewezen onderzoeksrechter Freddy Troch dat De Saegher grote moeite had met het feit dat Troch en wijlen substituut Acke zo uitdrukkelijk in de kijker liepen. Anders gesteld: De Saegher kwam liever zelf op televisie. ‘Dat heeft me pijn gedaan’, zo reageerde de gewezen magistraat, ‘we hadden in Dendermonde een persmagistraat, maar Troch deed liever zelf de uitleg. Als er iemand was die graag naar de pers stapte, was hij het wel. Het enige wat voor hem telde was zo snel mogelijk carrière maken’.

Bron » De Tijd | René De Witte

Troch mogelijk gemanipuleerd door rijkswacht

De Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch – thans voorzitter van het comité P – is in zijn onderzoek naar de Bende van Nijvel mogelijk gemanipuleerd door een luitenant-kolonel van de rijkswacht. Die zorgde ervoor dat in het kanaal Brussel-Charleroi een wapenarsenaal werd gevonden waardoor voor het eerst een verband zou worden gelegd tussen een aantal Bende-feiten uit 1982-1983 en de bloedige Delhaize-overvallen in het najaar 1985. Ogenschijnlijk zorgde de wapenvondst voor een belangrijke doorbraak in het onderzoek. Tegelijk werd mogelijk ook een dwaalspoor gelegd.

De hypothese werd vrijdag voor de Bende-commissie door een aantal commissarissen geopperd naar aanleiding van de getuigenis van Freddy Troch. Die was belast met het onderzoek naar de Bende-overval in het Delhaize-filiaal van Aalst op 9 november 1985. Precies een jaar later ontdekte de Delta-cel van Troch in een zwaaikom van het kanaal Brussel-Charleroi, een echt wapenarsenaal. In de opgeviste zakken zaten wapens en munitie afkomstig van de Bende-reeksen van zowel 1982-1983 als 1985. Ook Troch stond voor een raadsel. En waarom werd de vondst zodanig uitdrukkelijk gesigneerd dat men de link zou leggen tussen de twee reeksen? Welk motief had het brein achter de Bende daarmee? Ging het om een dwaalspoor?

Tot nu toe werd aangenomen dat Troch louter toevallig in de zwaaikom van Ronquières terecht kwam. De Delta-cel had immers een aantal processen-verbaal van het parket van Nijvel herlezen en ontdekt dat men in Ronquières al eens vruchteloos op zoek was geweest naar voorwerpen. Een Dendermondse speurder ontdekte het pv en suggereerde om een nieuwe zoekoperatie te organiseren. Zo werd het arsenaal louter toevallig en met veel geluk gevonden. Aldus het gekende verhaal.

Volgens nieuwe gegevens zou de vondst mogelijk niet toevallig zijn gebeurd. Volgens de hypothese, geopperd door een aantal commissieleden, was het opperwachtmeester Vermeersch van de rijkswacht die op het bewuste pv van de onderzoekscel van Nijvel botste. Vermeersch was nog maar enkele dagen eerder naar de Delta-cel uitgestuurd door zijn overste, de luitenant-kolonel L’Host. De taak van Vermeersch zou eruit hebben bestaan de Delta-cel naar Ronquières te loodsen. Het gaat dus om een maneuver om ervoor te zorgen dat, na een mislukte poging door het parket van Nijvel, de wapens uiteindelijk toch zouden worden gevonden. De hypothese was voor Freddy Troch volledig nieuw. Bevestigen kon hij niet, maar de mogelijkheid uitsluiten deed de verbaasde getuige evenmin.

De vondst van het arsenaal was voor Troch in elk geval een nieuw bewijs dat de Bende van Nijvel niet te zoeken was in het klassieke banditisme, maar te maken had met georganiseerde criminaliteit. Allerhande elementen hadden Troch doen begrijpen dat er verbanden bestonden tussen een aantal dossiers als de moord op FN-ingenieur Mendez, extreem-rechts, de zaak-De Bonvoisin, de ontvoering van oud-politicus Vanden Boeynants door de bende-Haemers, enzovoort. ‘Het waren dezelfde 100 mensen die in al die dossiers voorkwamen. Daarom stuurde ik aan op de samenstelling van een gemengde cel met speurders van Dendermonde en van Charleroi. Ik heb nooit gevraagd inzage te krijgen in de dossiers. Ik wilde wel een systeem uitwerken waarbij de parketten nuttige informatie zouden uitwisselen.’

In het parket van Nijvel was Troch alvast niet welkom voor informatie. Het dossier-Mendez hield onderzoeksrechter Hennart voor zijn collega Troch hermetisch afgesloten. Ook vanwege het parket van Brussel (procureur des Konings Dejemeppe) en de gerechtelijke politie (commissaris Reyniers) ondervond hij pesterijen. Uiteindelijk moest Troch zijn dossier in december 1990 afstaan aan de speurders van Charleroi. Commissievoorzitter Tony van Parys wilde weten of dat niet logisch was? Tot dan had Troch alleen de Brusselse gangster Philippe de Staerke van Bende-lidmaatschap kunnen in verdenking stellen. Dat onderzoek zat echter muurvast. Troch bevestigde dat hij onvoldoende elementen had om De Staerke naar het Hof van Assisen te verwijzen, maar benadrukte dat de Delta-cel ook tal van andere sporen volgde. Troch getuigt maandag voort.

Bron » De Tijd