Gewezen rijkswachtkolonel Herman Vemaillen ontkende vrijdag voor de Bendecommissie dat hij bewijsmateriaal vernietigde in het onderzoek naar de Roze Balletten. Hij was daar eerder van beschuldigd. Luitenant-kolonel Paul Marchoul zei dat hij Vernaillen hoorde bellen naar de Generale Staf. Vernaillen zei in dat gesprek dat hij een belangrijke pagina uit de inbeslaggenomen agenda van de luxehoer Fortunato Israël had verscheurd. Daarop zou de naam van rijkswachtcommandant Beaurir hebben gestaan. De agenda was op 28 maart 1979 in beslag genomen en geraakte “verloren”.
Vernaillen vond Marchoul’s verhaal belachelijk. “Ik werkte toen nog niet op het district Brussel. Ik kan dat niet gedaan hebben. Waarom zou ik hier liegen? Dan ben ik strafbaar. Als ik toegeef dat ik die pagina verscheurde niet.” De feiten zijn verjaard. “Marchoul verwart dit met een ander incident. Ik gaf hem bevel om bepaalde fiches voor de parlementaire onderzoekscommissie Wyninckx verborgen te houden. En dat gebeurde ook. Vermoedelijk belde ik dat door aan de Generale Staf.”
Vernaillen stipte aan dat zijn relatie met de generale staf gewoon belabberd was. “Tot drie maal toe weigerde ik een bevel van rijkswachtcommandant Beaurir uit te voeren. Die vond dat de patrouilles in de hoerenbuurt van het Brusselse Noordkwartier moesten stoppen. Hij had dat aan een zakenrelatie beloofd in een brief. Dat document dook overal op in de bordelen. Iedere keer als mijn gendarmen binnenvielen, kregen ze het onder hun neus, In geen geval wou ik met de patrouilles stoppen, zolang die brief circuleerde.”
En dan was er de onopgehelderde wapendiefstal bij de elitegroep Diane op nieuwjaarsnacht 1982 in de kazerne van Etterbeek. Vernaillen zei dat de rijkswacht nooit gespeurd had naar een mogelijke betrokkenheid van extreem-rechtse gendarmen of van leden van het Nationaal Drugsbureau (NDB). De generale staf deelde in 1986 aan de Brusselse procureur-generaal Van Honsté en in 1983 aan Justitieminister Jean Gol mee dat Vernaillen beide pistes tot op het bot had uitgezocht, maar dat dit niets had opgeleverd.
Gelogen, zo zei Vernaillen vrijdag. De man leidde eerder wel het onderzoek naar de onfrisse praktijken van het NDB. Dat wou het drugsmilieu infiltreren, maar verhandelde op den duur gewoon zelf drugs. De wapendiefstal bij Diane werd nooit opgehelderd, maar een deel van de gejatte wapens werd op 9 november 1987 teruggevonden in boxen van Bouhouche en Beijer.
Onderzoeksrechter Guy Bellemans tapte uit eenzelfde vaatje. Hij was indertijd belast met het onderzoek naar de wapendiefstal. Men noemde de man ‘de sheriff’ omdat hij zo “doortastend” kon optreden. Maar dat was in deze zaak zeker niet zo. Hij deed bijna niets. “Het volledige onderzoek gebeurde door de rijkswacht zelf. Die drong zich op, maar werkte hard. Ik werd gebruikt”, zo getuigde hij.
De leiders van dit onderzoek, de kolonels Lhost en De Messemaeker, zag Bellemans nooit. Een huiszoekingsbevel moest hij ook al niet uitschrijven, alle zoekingen waren met toestemming. Van Parys onthulde dat Madani Bouhouche zelf deelnam aan minstens één huiszoeking in de zaak-Diane (!). Men liet de man, in wiens boxen de wapens later werden gevonden, volledig gerust. Bellemans zei dat hij “achteraf vaststelde” dat “nooit grondig werd gezocht naar de rol van extreem-rechts of van het NDB in de wapendiefstal bij Diane”.
Hij wist dat de rijkswacht in 1982 géén huiszoeking had gedaan bij Johan Demol (de huidige geschorste politiecommissaris van Schaarbeek), maar hij had geen kennis van een rapport over diens betrokkenheid bij extreem rechts.
Bron » Gazet van Antwerpen | John De Wit