Personen

Jean Van Peteghem

Als Bende-verdachte

Kort na de aanslag van de Bende van Nijvel in Aalst werden in Hamme, op 19 november 1985, twee verdachte sujetten opgepakt van wie werd gedacht dat ze wat met de Bende te maken konden hebben. Een van hen was Jean Van Peteghem, de toenmalige assisent-kinderontvoerder van Marc Dutroux. Als er ooit een tijd was waarin je als Belgische boef, zeker in de brede regio rond Aalst, beter even de straat meed, dan waren het de dagen en weken na 9 november 1985.

Die avond had de Bende toegeslagen in de Delhaize van Aalst. Acht doden. Hele generaties herinneren zich hoe je in die tijd met je winkelkarretje langs met mitrailleurs gewapende agenten moest manoeuvreren, je in het vizier van scherpschutters winkelde of een simpel geval van autopech tot gevolg had dat een patrouille je, wapen in de aanslag, sommeerde uit te stappen en je benen te spreiden.

En zo, in de avond van 19 november 1985, bemerken rijkswachters André De Munck en Jean-Pierre Christians van de mobiele eenheid te Hamme omstreeks 23.15 uur een ‘verdachte auto’ op een veldweg langs rijksweg 60. Een Opel Ascona, met twee mannen erin. Een van hen duikt weg, wanneer hij de patrouille ziet komen. “Het voertuig staat ongeveer 80 meter in deze wegel met het front naar de RW60, waaruit blijkt dat het er achterwaarts is ingereden”, signaleren ze in hun proces-verbaal 1900/85.

Ze vragen de mannen uit te stappen en zich te identificeren, wat zonder problemen gebeurt. Ze spreken allebei Frans, komen uit Charerloi en heten Patrice Morre en Jean Van Peteghem. Vreemd, vinden de rijkswachters, is dat de hele achterkant van de Opel is leeggemaakt, een beetje zoals bij de Golf GTI’s van de Bende.

Vooraan bemerken ze een grote tas. Daarin zitten, aldus het pv: “Sleutels, schroevendraaiers, tangen en andere werktuigen. Bij de tas liggen twee overalls en rubberen handschoenen. Door de aanwezigheid van die goederen zat de bijzitter in een uiterts oncomfortabele houding.” Verder: “Onder de zetel van de passagier, Van Peteghem, treffen we een dolk aan van het type overlevingsmes. We vinden nog een groot springmes in zijn vestzak.”

“Op onze vraag wat de reden van hun aanwezigheid daar is, antwoorden dat ze aan het uitrusten zijn. Dat ze van Antwerpen komen, alwaar ze de haven bezichtigd hebben en nu op hun terugweg naar huis zijn. Dat ze zuiver toevallig aan deze veldweg gestopt zijn.” Er zijn veel manieren om van Antwerpen naar Charleroi te rijden, maar Hamme ligt op geen enkel traject. Zodra hij de absurditeit van versie 1 inziet, schakelt Morre onder instemmend geknik van Van Peteghem over op versie 2. De weg ligt achter het atelier van autogarage Coulier.

Morre werkt als trucker bij de firma Tramac in Laneffe. Hij heeft daar niet zo’n beste reputatie. Hij is een brokkenpiloot eerste klas. Zijn truck is op 15 november voor reparatie afgeleverd bij Coulier in Hamme. “Ik wou komen kijken hoe het stond met de reparatie”, zegt de man nu. Ook versie 2 kan de rijkswachters niet echt overtuigen: “Uit de opstelling van het voertuig en de gedragingen van betrokken hebben opstellers het sterke vermoeden dat de ware reden wel eens gans andere zal geweest zijn.”

Het Opeltje lijkt anders niet meteen geschikt voor groot banditisme. Niet verzekerd, tot de draad versleten banden, verhakkelde uitlaat: “Deze maakte veel lawaai en bij vertrek een grote stofwolk.” Toch wekken de vaststellingen de aandacht van de Delta-cel in Dendermonde, die naar de Bende speurt. Want wat voor lefgozer of idioot moet je zijn om tien dagen na de raid in Aalst in deze regio een kraakje te komen zetten? De gerechtelijke politie van Dendermonde stuurt het dossier onder hoofding ‘verdachte handelingen’ door naar Charleroi. Met de bede om ‘huiszoekingen met toestemming te verrichten, om na te gaan of zij in het bezit zijn van vuurwapens of andere zaken die van nut kunnen zijn in het onderzoek betreffende de roofmoorden in het grootwarenhuis te Aalst op 9.11.85’.

Als kinderontvoerder

Op 14 december 1985 schaken Marc Dutroux, Jean Van Peteghem en Michelle Martin in Nalinnes de 19-jarige ULB-studente Axelle D. Op 18 december, vier dagen later, doet het trio het nog eens. Nu gebeurt het in Pont-à-Celles en is het slachtoffer de 15-jarige Elisabeth G. Als je het zo ziet, lijkt niet veel te hebben gescheeld of het Bende-onderzoek had de vroegtijdige val van Dutroux en co. ingeluid.

Op 17 december, daags voor de ontvoering van Elisabeth G., is de gerechtelijke politie van Charleroi een hele dag lang adressen aan het afschuimen, hopend ergens een spoor van ‘Bende-verdachten’ Morre of Van Peteghem te vinden. Wat niet meteen lukt. Het duurt tot 20 en 23 december voor eerst Morre en dan Van Peteghem kunnen worden verhoord. Het zijn vluchtige verhoren, waarbij ze opnieuw absurde redenen opgeven voor hun aanwezigheid in Hamme, die nacht van de 15de november. De door Dendermonde gevraagde huiszoekingen worden niet uitgevoerd.

Pas op drie februari 1986 krijgen de speurders in Charleroi de kinderontvoerders te pakken. Als eerste van de drie gaat Van Peteghem over tot bekentenissen. In zijn woonst wordt nu wel een huiszoeking verricht. Een bloemlezing uit wat dat blijkens het pv 566/86 van de BOB van Charleroi oplevert: “Een carnavalsmasker, een paar combat shoes, een bruine leren vest zonder mouwen …”

Toeval, ongetwijfeld, maar in 1986 kon je er voor minder problemen krijgen. De Bende gebruikte vaak carnavalsmaskers. Van de legendarische ‘killer’ is het dragen van een vest zonder mouwen een van de schaarse zekerheden. Het vergt veel fantasie om in de lome Van Peteghem een ‘killer’ te zien, maar veel wordt er in die dagen onder politiediensten niet gecommuniceerd. In het dossier-Dutroux vind je niets terug over zijn kortstondige status als Bende-verdachte, in het Bende-dossier ook al niets over kinderontvoeringen. Jean Van Peteghem overleed vrij kort na zijn vrijlating, op 3 september 1991, in het centrum van Luik.

Als dode

Jean Van Peteghem overleed, vrij kort na zijn vrijlating, op 3 september 1991. In het centrum van Luik was hij met zijn Derbi-brommertje tegen een stadsbus aangeknald, vier dagen nadat Dutroux zijn eerste 24 uren penitentiaire vrijheid werden gegund. Familieleden spreken tot vandaag over een ‘gecamoufleerde moord’, de buschauffeur denkt meer aan een ‘wilde achtervolging’ en zijn vroegere ondervrager bij de BOB van Charleroi kon er zich enkel over verbazen dat Le Petit kort voor zijn dood nog contact met hem opnam.

Gek, want figuren als Van Peteghem stappen in regel nooit zelf naar de politie. Pro memorie, Dutroux werd in 1989 veroordeeld voor vijf ontvoeringen, wie de medeplichtigen waren bij de twee waar Van Peteghem niet bij was, bleef altijd een raadsel.