Doorbraak in 37-jaar oude cold case? Opgravingen in Brussel naar lichaam van geldkoerier die in 1982 verdween

In Brussel, aan de Van Praetbrug, gaan speurders de komende dagen op zoek naar het lichaam van Francis Zwarts, een geldkoerier die in 1982 spoorloos verdween. Madani Bouhouche, een ex-rijkswachter die vaak in één adem genoemd wordt met de Bende van Nijvel, werd veroordeeld voor de roofmoord.

Speurders hopen dat ze de begraafplaats van Francis Zwarts gevonden hebben, een jonge geldkoerier die in 1982 spoorloos verdween.

Volgens de speurders wijst alles erop dat Zwarts neergeschoten is en dat de overvallers zijn lichaam ergens gedumpt hebben. Maar waar, dat blijft tot op de dag van vandaag een raadsel. De komende dagen wordt er gezocht in Neder-Over-Heembeek.

De verdwijning – en moord – wordt gelinkt aan Madani Bouhouche, een ex-rijkswachter die vaak in één adem genoemd wordt met de Bende van Nijvel. In 1995 werd Bouhouche door het hof van assisen veroordeeld tot 20 jaar cel voor diefstal met moord. Robert Beijer, ook ex-rijkswachter en kompaan van Bouhouche, werd vrijgesproken voor de moord, maar wel veroordeeld voor heling van een van de horloges.

Volgens RTBF zou het Beijer zijn die de plaats heeft aangeduid waar Zwarts begraven zou liggen. Het is niet de eerste keer dat Beijer onthullingen aankondigt over de zaak. In 2007 probeerde hij met het gerecht te onderhandelen over informatie over Zwarts in ruil voor een nieuwe identiteit, maar hij ving bot. Enkele jaren later getuigde hij voor de camera’s dat hij betrokken was bij de moord en zou weten waar het lichaam lag, maar dat Bouhouche Zwarts had doodgeschoten.

Op dit moment woont Beijer in Thailand, Bouhouche stierf enkele jaren geleden.

Bron » VRT Nieuws

“Ze kunnen mijn zoon vinden”

De aankondiging dat het gerecht opgravingen plant naar het lichaam van Francis Zwarts, de in 1982 verdwenen veiligheidsagent, doet zijn moeder Elvire weer hoop krijgen. De zoektocht komt er nadat ex-rijkswachter Robert Beijer had aangekondigd dat hij wou tonen waar Zwarts begraven zou liggen. Beijer zei dat tijdens de voorstelling van zijn boek De laatste leugen. Wanneer er wordt gegraven, staat nog niet vast.

“Ik heb de indruk dat het deze keer de goede keer wordt”, zegt moeder Elvire. “Misschien vinden ze mijn zoon niet meteen op de plek die Beijer zal aanduiden, maar dan iets verderop. Het feit dat Beijer zijn bewering zwart op wit in een boek vastlegt en het gerecht er tekst en uitleg bij wil geven, geeft mij goede hoop.”

Dat een positief resultaat ook het einde zou betekenen van het laatste sprankeltje hoop om haar zoon levend terug te vinden, neemt de moeder erbij. “Ik vreesde van bij het begin het ergste. Ik wist dat Francis onmogelijk zelf achter de diefstal van de kostbare koffers kon zitten, zoals ooit achter mijn rug is gesuggereerd. Toen zijn bestelwagen werd teruggevonden zonder dat hij er geboeid en gekneveld in lag, heb ik mijn schoondochter gezegd: Wij moeten er helaas een kruis over maken.”

“Als ze zijn lichaam vinden, zou dat een einde te maken aan jaren van onzekerheid. Dan weten we of de gruwelijke versie van Francis zijn einde klopt, zoals Beijer dat in zijn boek beschrijft. Dan kunnen we hem, zoals de vrouw van Francis het zelf zegt, hem eindelijk een plaats geven om te rusten, zodat ook wij tot rust kunnen komen.”

Bron » De Standaard

Parket wil graven naar lijk van man die in 1982 verdween

Het parket-generaal van Brussel treft voorbereidingen om te gaan graven naar het lichaam van Francis Zwarts, de veiligheidsagent in Zaventem die op 25 oktober 1982 verdween. Hij liet tot vandaag geen enkel spoor achter.

Dat meldt het weekblad P-magazine. Het gerecht zou nu in actie treden na aanwijzingen van Bob Beijer, ex-rijkswachter, misdadiger en auteur van het pas verschenen boek De Laatste Leugen, waarin hij schrijft te weten waar Zwarts ligt begraven. In het boek zegt hij niets over de exacte plaats.

Volgens P-magazine wilde Beijer de begraafplaats al onthullen in het najaar van 1997. De man zat toen een celstraf van 14 jaar uit. Hij wilde prijsgeven waar Zwarts lag begraven, maar vroeg in ruil zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. Het blad vertelt dat drie agenten van de Gerechtelijke Politie Beijer uit de gevangenis haalden en op zijn aanwijzen naar het Kanaal van Willebroek reden.

In 2007 werd er niet gezocht omdat Stefaan De Clerck, toen minister van Justitie, niet wilde onderhandelen met een crimineel als Beijer. Het dossier werd daarop opgeborgen maar na de publicatie van het boek van Beijer weer heropend. Beijer zou nu toch hebben gepraat.

Bron » De Morgen

Gerecht gaat Beijer verhoren over moord Francis Zwarts

De procureur-generaal van Brussel heeft de procureur des konings van Nijvel gevraagd om Robert Beijer te verhoren over de begraafplaats van de in 1982 vermoorde veiligheidsagent Francis Zwarts. Dat heeft minister van Justitie Stefaan De Clerck in de bevoegde Kamercommissie verklaard. Beijer maakte vorige week bij de publicatie van zijn boek bekend dat hij weet waar Zwarts begraven ligt.

Beijer werd in 1995 voor het hof van assisen vrijgesproken voor de moord op Zwarts. In zijn boek ‘De laatste leugen’ stelt hij echter de opdrachtgever geweest te zijn voor de overval. Het was volgens hem wel niet de bedoeling dat Zwarts daarbij zou omkomen. Beijer wil naar eigen zeggen de onderzoekers helpen de begraafplaats van Zwarts te achterhalen.

In antwoord op vragen van Carina Van Cauter en Mia De Schamphelaere benadrukte De Clerck dat Beijer bekend staat om zijn uit de lucht gegrepen verklaringen. Toch gaat het gerecht Beijer verhoren over de zaak. “Met andere woorden, er is instructie gegeven om ingaand op de verklaringen het onderzoek op dat punt te hernemen”, stelde de CD&V-minister.

Bron » De Morgen

Boekvoorstelling ‘De Laatste Leugen’: “Ik was geheim agent voor de Sovjets”

Wie een boek schrijft over zichzelf is de held van zijn eigen verhaal. Robert ‘Bob’ Beijer is een van die legendarische figuren uit de jaren tachtig, de Belgische jaren van lood. De ex-rijkswachter en ex-topgangster geeft in zijn memoires een overzicht van zijn carrière en levert meteen een verklaring voor zijn criminele daden. Hij moest naar eigen zeggen de rijkswacht ondermijnen en belachelijk maken in opdracht van zijn meesters: de geheime dienst van de Sovjet-Unie.

Wat is waarheid en wat is verzinsel? Met Beijer, een grootmeester in manipulatie en desinformatie, weet je het nooit. Ook al doet hij nu een boekje open, zelfs dan is de kans groot dat hij alweer iedereen bij de neus neemt. Beijer beschrijft gedetailleerd een aantal operaties waaraan hij zelf heeft deelgenomen, zoals de fameuze wapendiefstal bij de groep Diane of de aanslag op majoor Vernaillen, maar echte onthullingen blijven achterwege.

Namen van andere daders noemt hij niet, tenzij die van zijn kompaan Madani Bouhouche. Die is dood en zal hem niet meer tegenspreken. Andere operaties die nog niet bekend zijn, blijven onbekend. Het motto dat Beijer het boek heeft meegegeven stemt tot nadenken: “De waarheid is niet meer dan de laatste leugen die nog niet ontmaskerd is.”

Ontmoeting met Russische schaakspelers

Het begint al met zijn naam. Beijer is de naam van zijn pleegvader, een vishandelaar-traiteur in Schaarbeek. Tijdens een spelletje schaak in het Brusselse café Greenwich vertellen twee onbekende Russen de op dat moment 18-jarige scholier dat zijn vader niet zijn echte vader is.

Van zijn moeder verneemt Beijer vervolgens dat zijn biologische vader een Duitstalige man uit Luxemburg was, die in het begin van de jaren vijftig in Brussel aan de ULB journalistiek studeerde en overleed aan een maagzweer. Een jaar later verneemt Beijer van dezelfde Russische schaakspelers, die zich nu voorstellen als geheim agenten van de Sovjets, dat zijn biologische vader eigenlijk een officier was van de GRU, de militaire inlichtingendienst van de Sovjet-Unie.

Door wie en voor wie Beijer werd gerekruteerd, laat hij in het midden: de KGB, de GRU of nog een andere dienst? Voortaan spreekt hij over zijn Meesters. Die willen dat hij voor de Staatsveiligheid of de rijkswacht gaat werken. “Ik ga me anders voelen dan de anderen, die ik observeer, met wie ik dagelijks omga, met wie ik praat. Ik zal me zachtjesaan bewust worden van het extreme genot van het weten – ik weet dingen waarvan al deze imbecielen zelfs geen weet hebben – en de macht die daaruit voortvloeit.”

Beijer vertelt in vage termen over korte opleidingsreizen naar de Sovjet-Unie, via Joegoslavië: “Vanaf mijn eerste verblijf werden me woorden ingehamerd en voor altijd in de hersens gegrift, woorden die ik me eigen moest maken in alle omstandigheden, zelfs en ook in mijn slaap: discretie, onzichtbaarheid, nooit opvallen, versmelten in de massa, geen afgunst noch medelijden opwekken. Grijs worden, reukloos, smaakloos, onopgemerkt voorbijgaan maar toch overal aanwezig zijn. Eén enkel doel, één enkel ordewoord: op discrete wijze het systeem van binnenuit ondermijnen.”

Boekentas vol geheimen

Als rijkswachter komt Beijer terecht op de sectie Info van de BOB, de recherche in burger. “Van mijn verblijf op deze sectie profiteer ik ook om bij me thuis een klein fotolaboratorium te installeren, waar een groot aantal dossiers zullen passeren. Op het einde van de dag, terwijl mijn collega’s uitvoerig hun keel smeren in de kantine, maak ik op mijn gemak een selectie van de meest interessante dossiers. Er gaat geen avond voorbij of ik ga naar huis met een boekentas vol met kleine geheimen.”

Soms leent Beijer bepaalde dossiers uit aan collega-BOB’er Bouhouche. Die dossiers komen, zoals later blijkt, terecht bij het neonazistische Westland New Post. “Had Bouhouche misschien een of andere missie?”, vraagt Beijer zich af. “Werkte hij voor rekening van andere Meesters?” De samenwerking met Bouhouche gaat nog verder. Ze beginnen samen wapens en auto’s te verzamelen en onderduikadressen en garageboxen. Kortom, ze leggen de logistieke basis voor een clandestiene organisatie. Ze hebben ook een “oorlogskas” nodig. Met de hulp van een handlanger, die zich verkleedt als rijkswachter, stelen ze 50.000 euro uit de griffie van de Brusselse rechtbank.

Ze plegen ook een aantal kleine bankovervallen en stelen pistolen in de fabriek van FN. Met welk doel ? Beijer: “In het kader van mijn bredere opdracht is het mijn bedoeling om de geesten wakker te schudden en verwarring te scheppen binnen een instelling die een arrogantie tentoonspreidt die niet in verhouding staat tot haar middelmatige resultaten. Mijn objectief is duidelijk: de Rijkswacht, die zo bezorgd is om haar kwaliteitsimago, destabiliseren en in diskrediet brengen.”

Bom in auto BOB

Hun eerste actie is een bom plaatsen in een auto van de BOB. De nodige explosieven stelen ze in een steengroeve. Daarna wordt “met de hulp van vrienden die elkaar niet kenden en van wie sommigen niet wisten waarvoor ze moest dienen” een bom gefabriceerd. Het tuig wordt in een Peugeot 404 van de BOB geplaatst, in de kazerne aan de Leuvenseweg in Brussel. De aanslag mislukt gedeeltelijk. Enkel het ontstekingsmechanisme ontploft, niet de lading zelf.

“Hoe dan ook zelfs al is de bom niet ontploft met zoveel gedruis als we hadden voorzien, het objectief is toch bereikt. De BOB staat in rep en roer en de Rijkswacht staat op zijn kop. Uiteindelijk ontstaat er geleidelijk een klimaat van wantrouwen en psychose in de rangen van de Rijkswacht. Iedereen begint zijn buurman te wantrouwen. De verwarring is des te groter omdat België in die periode ten prooi is aan tragische gebeurtenissen. De Rijkswacht lijkt de enige instelling die nog min of meer correct functioneert. In die periode ziet de Rijkswacht zichzelf als almachtig en droomt het korps ervan om de Staatsveiligheid te overvleugelen op het gebied van het politieke inlichtingenwerk.”

Operaties van ‘zijn’ groep

In de volgende hoofdstukken beschrijft Beijer gedetailleerd de volgende operaties van ‘zijn’ groep. Een paar weken na de bom volgt de aanslag op rijkswachtmajoor Herman Vernaillen, die in zijn woning in Affligem onder vuur genomen wordt door een commando van vier man, onder wie Beijer, Bouhouche en iemand die de ‘Kongolees’ wordt genoemd.

Het plan bestond erin om naar de woning van de majoor te gaan, te wachten tot hij de deur zou opendoen, hem neer te schieten en te vertrekken. Niets meer, niets minder. En zonder zichtbaar motief. Zonder enig motief, om eerlijk te zijn. Vernaillen en zijn echtgenote raken zwaargewond. De volgende dag gaat Beijer doodleuk naar zijn werk op de sectie Info.

Overval op luchthaven Zaventem

“Mijn objectief is duidelijk: de Rijkswacht, die zo bezorgd is om haar kwaliteitsimago, destabiliseren en in diskrediet brengen.”

Dan volgt de al even spectaculaire wapendiefstal bij het Speciaal Interventie Eskadron, de prestigieuze antiterreureenheid van de rijkswacht. Ook die operatie wordt uitgevoerd door vier man: Beijer, Bouhouche en twee onbekenden. De buit is een indrukwekkende hoeveelheid gesofistikeerde wapens. En ten slotte is er de overval op de luchthaven van Zaventem. Volgens Beijer was het echte doel van die operatie het onderscheppen van een Belgische diplomatieke valies, die afkomstig was uit Moskou en die nadien “werd bezorgd aan de rechtmatige eigenaar”.

De diefstal van een lading kostbaarheden, zoals goudstaven, muntstukken, industriële diamant en twaalf genummerde Cartierhorloges, diende volgens hem enkel “als wisselgeld” om de uitvoerders te betalen. Beijer geeft een uitvoerige beschrijving van de voorbereiding van de operatie, maar beweert zelf niet te hebben deelgenomen aan de actie. Bouhouche had volgens Beijer de leiding op het terrein over een commando van vier niet bij naam genoemde mannen. De daders waren als rijkswachters verkleed en gebruikten een als rijkswachtvoertuig vermomde Ford Taunus.

Francis Zwarts

Bij die operatie valt een dode: Sabena-veiligheidsagent Francis Zwarts. “Zonder rekening te houden met wat was afgesproken nam Bouhouche nochtans het initiatief om hem uit te schakelen, om redenen die ik niet ken. Toen ik later vernam wat er was gebeurd, zou dat een heftige ruzie tussen ons veroorzaken. Ik vond het een nutteloze daad,” aldus Beijer.

Volgens Beijer zou Bouhouche de veiligheidsagent in de autokoffer van de Taunus hebben gelegd, geboeid maar levend. In de koffer zou hij geslagen zijn met zijn eigen dienstwapen. De Taunus werd verstopt en het lichaam van Zwarts zou gedurende twee of drie dagen in de auto hebben gelegen. Bouhouche en ten minste een van zijn acolieten zouden dan de begeleider hebben neergeschoten en begraven in de buurt van een verlaten fabriek langs het kanaal van Willebroek.

Staatsveiligheid op feestje Beijer

Met die acties op zijn palmares neemt Beijer begin jaren tachtig ontslag uit de rijkswacht. Hij “zoekt naar een manier waarop ik opnieuw nuttig kan zijn voor mijn Meesters” en begint samen met Bouhouche het privédetectivebureau en/of de privé-inlichtingendienst Agence de Recherches et d’Informations. Eén van de specialiteiten van het kantoor is het illegaal aftappen van telefoongesprekken. Volgens Beijer duiken op het opstartfeestje van ARI twee topmannen van de Staatsveiligheid op: Albert Raes, de toenmalige grote baas, en zijn medewerker Christian Smets.

“Ze doen ons een voorstel. Ze willen voortaan een beroep doen op professionelen, die in ‘onderaanneming’ bepaalde operaties voor hen kunnen doen. In ruil zijn ze bereid alles te leveren wat we nodig hebben voor onze activiteiten.” Beijer geeft ook enkele voorbeelden van dergelijke opdrachten, die volgens hem in opdracht van de Staatsveiligheid plaatsvonden. Raadselachtig voegt hij eraan toe: “Sommige van mijn min of meer geheime activiteiten worden op deze bladzijden beschreven, andere zaken kunnen nog niet worden verteld. Ze vervolledigden het ‘oeuvre’ dat ik als rijkswachter had opgebouwd. Wij (en dan vooral Bouhouche) kregen soms het gevoel dat we behoorden tot een superieure kaste, die bijna ongestraft van België zijn speeltuin kon maken.”

In het nauw gedreven

Eind jaren tachtig raakt Beijer voor het eerst in het nauw. Bouhouche is inmiddels aangehouden wegens mogelijke betrokkenheid bij de moord op FN-wapenhandelaar Juan Mendez en zit drie jaar in voorlopige hechtenis. Beijer wordt aangepakt voor zijn illegale telefoontaps. Het duo wordt bovendien meer en meer in verband gebracht met de Bende van Nijvel, het gerecht zit hen op de hielen. Ook Beijer moet acht maanden voorlopige hechtenis uitzitten.

Maar nadat ze allebei weer op vrije voeten zijn, slaan ze opnieuw een slag. Deze keer overvallen ze een Libanese diamantair in Antwerpen, volgens Beijer in opdracht van twee leden van de ambassade van de Sovjet-Unie in Parijs. De operatie verloopt catastrofaal: diamantair Ali Suleiman is niet alleen thuis en verweert zich. Het komt tot een gevecht in regel, waarbij een dode en gewonden vallen.

Op de vlucht

Vanaf dat moment is de rol van Beijer uitgespeeld. Hij slaat op de vlucht, eerst naar Spanje, dan naar Paraguay en Brazilië, en ten slotte naar Thailand en Vietnam. Zowel in Rio de Janeiro als in Parijs gaat Beijer naar eigen zeggen hulp zoeken op de Sovjetambassade, maar telkens komt hij van een kale reis thuis. “Ik stuit op een muur van onbegrip. Het is heel simpel: niemand kent me, ik besta niet. Nochtans heb ik in hun opdracht gewerkt in de Antwerpse zaak. Of niemand kent me niet meer. Ik ben onzichtbaar geworden.”

Bron » Apache