Drie kwart van rechtbanken pakken achterstand bij rechters niet aan

Ondanks een wettelijke verplichting, treden drie op de vier rechtbanken niet op tegen rechters met een grote achterstand. De helft van de rechtbanken volgt de achterstand die hun rechters opstapelen zelfs slechts gedeeltelijk of helemaal niet actief op. Dat blijkt uit een audit van de Hoge Raad voor Justitie bij alle rechtbanken van eerste aanleg in ons land, schrijft De Tijd vandaag.

“Dat de wet niet wordt gevolgd, valt te betreuren, gelet op de impact op het imago en de werking van onze rechters”, schrijft de Hoge Raad. “Het beheersen van de achterstand is primordiaal bij het beheren van de rechtbank”.

Volgens de audit kadert de aanpak van de achterstand in een algemeen probleem van management bij onze rechtbanken. De hervorming van het gerecht stelt de rechtbanken zelf verantwoordelijk voor hun management en budgetten.

Bron » De Morgen

Justitie in Bergen wil snellere benoemingen

De eerste voorzitter van het hof van beroep van Bergen, Cécile Lefebvre, heeft vandaag in haar toespraak bij de start van het gerechtelijk jaar 2013-2014, de klemtoon gelegd op de noodzaak voor snellere benoemingen van gerechtelijk personeel. Niet overal is er voldoende personeel beschikbaar, klonk het.

Lefebvre stond ook stil bij de hervorming van het gerechtelijk landschap. “Het jaar zal druk zijn, met de hervorming van Justitie.” Uit cijfers van Justitie in Bergen blijkt voorts dat de zaken over criminaliteit met 6 procent gedaald zijn tussen 2011 en 2012. De computercriminaliteit daarentegen nam met 32 procent toe in België en met 17 procent voor Bergen.

Bron » De Morgen

Antwerps procureur-generaal Liégeois houdt laatste mercuriale

Yves Liégeois, procureur-generaal van het hof van beroep in Antwerpen, heeft bij de start van het nieuwe gerechtelijke jaar zijn laatste mercuriale gehouden. Hij somde daarin enkele pijnpunten op, maar blikte ook vooruit op de uitdagingen voor Justitie in de toekomst.

Liégeois kaartte in zijn toespraak het nijpend tekort aan administratief personeel en magistraten aan, wat de uitvoering van de kernopdrachten van het Openbaar Ministerie in gevaar brengt. “De voorzitter van de Raad van Procureurs maakt gewag van een tekort van 20 procent en dat op een ogenblik dat er een grootscheepse hervorming van Justitie met ambitieuze doelstellingen staat aan te komen.”

Over die hervorming had hij zo zijn bedenkingen. Van arrondissementen die evenwichtig of evenredig van omvang zijn, is volgens hem geen sprake. Het arrondissement Antwerpen wordt bijvoorbeeld driemaal groter dan zijn Limburgse tegenhanger.

“Als excuus wordt onderstreept dat men de grenzen van de rechtsgebieden van de hoven van beroep niet wil veranderen. Dit heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat de helft van de haven van Antwerpen tot het arrondissement Dendermonde behoort, wat andermaal moet opgevangen worden met samenwerkingsverbanden tussen de parketten en de politiediensten. Laat mij toe dit te betreuren omdat Justitie zich echt geen meerdere opeenvolgende hertekeningen kan permitteren.”

Liégeois haalde in zijn mercuriale ook enkele uitdagingen aan die op Justitie afkomen. Zo moet de Salduz-regeling – het recht van een gearresteerde op bijstand van een advocaat tijdens zijn eerste verhoor – verder uitgebreid worden naar elk verhoor om tegemoet te komen aan een op til zijnde Europese richtlijn.

Een tweede belangrijke uitdaging zijn de gerechtstolken. “Een nieuwe Europese richtlijn voorziet in een ruimer spectrum van vertolking en vertaling dan nu het geval is. Er is daarin ook sprake van kwaliteitscontrole en van de oprichting van een nationaal register van tolken en vertalers. Dit zal eens te meer een budgettaire inspanning eisen.”

Dat bracht de procureur-generaal naadloos bij de grootste en meest dringende uitdaging voor Justitie: het reduceren van de gerechtskosten zonder tekort te doen aan de deskundigen die nodig zijn voor de waarheidsvinding, zoals de tolken, wetsartsen, accountants, … “Ook in tijden van grote financiële en economische crisis brengen blinde lineaire besparingen zonder visie en het aanhouden van een systeem van gerechtskosten dat niet meer voldoet aan de noden van Justitie het fundament zelf en de onafhankelijkheid van Justitie in gevaar.”

Het mandaat van Yves Liégeois eindigt in april 2014. Eerste advocaat-generaal Patrick Vandenbruwaene is de enige kandidaat om hem op te volgen.

Bron » De Morgen

Werklast gerecht explodeert

Uit het Brusselse justitiepaleis klinkt een noodkreet: de procureur-generaal stelt vast dat zijn personeel het werk niet meer de baas kan. Financiële zaken in het rechtsgebied Brussel: + 25 procent in vier jaar. Milieuzaken: + 28 procent. Zaken bij de kamer van inbeschuldigingstelling: + 37 procent. Burgerlijke zaken bij het Brusselse hof van beroep: + 60 procent in zeven jaar. En om het lijstje af te ronden, de stijging van de zaken over informaticacriminaliteit: maar liefst 173 procent in vier jaar tijd.

“Onze werklast is de jongste jaren enorm toegenomen, maar het personeelskader is hetzelfde gebleven”, stelt de Brusselse procureur-generaal Lucien Nouwynck vast. “We zijn al die tijd blijven doorwerken zonder klagen: een beetje langer blijven ’s avonds, in het weekend wat vaker doordoen. Tot nu. We kunnen niet nog meer doen met steeds minder personeel.”

Normaal gezien had Nouwynck gisteren een welluidende ‘mercuriale rede’ moeten geven om het gerechtelijk jaar in zijn rechtsgebied af te trappen. Tijdens die rede zetten de procureurs-generaal uiteen op welke manier binnen hun rechtsgebied recht is gesproken het voorbije jaar. Vaak kruipt in die toespraak maanden voorbereiding. Maar in Brussel was daar helemaal geen tijd voor. In de plaats gaf Nouwynck een overzicht van de werkdruk.

“Dit tempo gaat ongetwijfeld ten nadele van een deftige behandeling van ingewikkelde zaken”, zegt de procureur-generaal. “Financiële criminaliteit en andere zware dossiers monden sneller uit in verjaring omdat de redelijke termijn is overschreden. Dat komt doordat de magistraten hun tijd constant moeten besteden aan kleinere, maar soms meer dringende zaken. Op een moment dat de overheid aan de burgers financiële inspanningen vraagt, is het ongepast dat we witwaspraktijken niet meer voldoende kunnen bestrijden.”

Uit cijfers van het rechtsgebied Gent blijkt dat de correctionele zaken daar in eerste aanleg met een derde zijn toegenomen. Bij het hof van beroep is de achterstand kleiner geworden.

Bron » De Standaard

Assisenhof Brussel bedolven onder moorddossiers

Meer dan twintig beschuldigden die naar assisen werden doorverwezen, zijn vrij in afwachting van hun proces. Oorzaak is de overrompeling van het Brusselse assisenhof, waar veertig zaken wachten op een aanvangsdatum. Het assisenproces dat op 14 september van start gaat, is een goed voorbeeld van hoe het fout loopt in Brussel.

In de nacht van 3 juli 2009 werd de Pakistaanse uitbater van een nachtwinkel in Schaarbeek door een overvaller doodgeschoten. De dader werd kort na de feiten opgepakt, samen met vier vrienden. Alle vijf werden in afwachting van hun proces vrijgelaten. Want de kamer van inbeschuldiging (KI) oordeelde maanden geleden al dat zij lang genoeg in voorhechtenis hadden gezeten.

Het is helaas niet bij deze ene zaak gebleven. De stroom van dossiers over misdaden die uitsluitend door een assisenhof kunnen behandeld worden, lijkt niet te stuiten. Dit jaar alleen al werden liefst 23 strafzaken naar het Brusselse assisenhof doorverwezen. Daar is de wachtlijst intussen 40 dossiers lang, terwijl het hof ten hoogste 26 dossiers per jaar kan afwerken. En het federaal parket heeft een nieuw Rwanda-assisenproces gepland dat drie maanden zou duren. Nieuwe assisenzaken kunnen niet voor 2013 beginnen.

Ook al gaat het telkens om de zwaarste misdaden die ons gerechtelijk wetboek kent, toch kan een beschuldigde na het afronden van zijn dossier niet eindeloos gevangen gehouden worden in afwachting van zijn proces. Als de KI bij haar verwijzing oordeelt dat de redelijke termijn van de voorlopige hechtenis voorbij is, zal zij vrijlating onder voorwaarden bevelen. Wat dus al voor één op de drie beschuldigden gebeurd is.

“We staan voor een gevaarlijk keerpunt”, zegt de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, Ghislain Londers. “Het aantal Franstalige strafdossiers is in de eerste zes maanden van dit jaar met 16,5 procent toegenomen. Er moet dringend wat ondernomen worden om de stroom van strafzaken in te dijken. Zoniet zal de afhandeling van dossiers alleen langer duren. En dreigt de kwaliteit van de uitspraken eronder te lijden”. “Het gerecht heeft hoge nood aan mensen en middelen”, voegt Antoon Boyen, eerste voorzitter van het Brusselse hof van beroep eraan toe.

“De opgelegde besparingen hebben gezorgd voor een bijkomende vertraging van vier maanden. Justitie moet hoog op de lijst van politieke prioriteiten geplaatst worden”. In afwachting van een structurele oplossing, tracht het Brusselse assisenhof het fenomeen van voorlopige vrijlatingen te stoppen door zijn kalender te herschikken: eerst komen de zaken aan de beurt waarin beschuldigden in voorhechtenis zijn, daarna volgen de andere.

“Het probleem van het overaanbod aan dossiers is eigen aan Brussel. Nergens anders in het land is de situatie zo zorgwekkend”, weet het kabinet van Justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V). “Wij hebben de procureur-generaal en de eerste voorzitter van het hof van beroep begin juli ontmoet en ze om advies gevraagd voor een actieplan. Dat plan zou draaien rond twee hoofdassen: het assisenhof ontdubbelen en personeel bij het assisenhof detacheren”.

De personeelsbezetting van het Brusselse assisenhof uitbreiden en/of aanpassen, blijkt volgens Justitie niet haalbaar. “Maar het assisenhof van Nijvel inschakelen of misschien zelfs militaire gerechtshoven erbij betrekken kan de capaciteit van het Brusselse hof doen toenemen. Misschien kunnen we magistraten tijdelijk uit pensioen terugroepen, of er uit andere rechtscolleges bij het Brusselse assisenhof detacheren. Misschien biedt de wet nog andere mogelijkheden. Deze maand nog zouden de voorstellen van de betrokken magistraten moeten binnenlopen. Na evaluatie hopen wij in 2012 een actieplan te kunnen opstarten.”

Bron » De Standaard