Bouhouche en Beijer ontkennen rol in Bende van Nijvel

Mandani Bouhouche en Robert Beijer zijn jarenlang bestempeld als verdachten voor de moordaanslagen van de Bende van Nijvel. Beide mannen blijven hun vermeende betrokkenheid ontkennen. De laatste maanden zijn ze regelmatig als getuige verhoord door de Bende-speurders, maar een doorbraak voor het onderzoek leverde dat vooralsnog niet op.

In de jaren ’80 maakte de Bende van Nijvel bij een reeks moordende overvallen, onder meer op Delhaize-warenhuizen, 28 dodelijke slachtoffers. Twee parlementaire onderzoekscommissies stelden vast dat het onderzoek jarenlang op lamentabele wijze gevoerd werd en dat talrijke sporen tien jaar na de feiten amper onderzocht waren. Zo ook het spoor naar de gewezen rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer.

In de jaren ’80 huurden Bouhouche en Beijer een reeks appartementen en garageboxen. Een deel van de Bende-speurders is er altijd van overtuigd geweest dat deze flats en boxen dienden voor de logistiek van de Bende van Nijvel. Bijna tien jaar na de feiten worden zij hierover voor het eerst serieus ondervraagd.

‘Zinloos’, zeggen Bouhouche en Beijer. ‘Wij moeten enkel vragen beantwoorden die we in andere dossiers ook al voorgeschoteld kregen en over de Bende zelf weten we niets.’ Beide mannen blijven erbij dat de boxen niet voor de Bende bedoeld waren. ‘Ik huurde die voor de Staatsveiligheid’, zegt Beijer. Bouhouche heeft het Staatsveiligheid-verhaal van Beijer nooit bevestigd en zegt nu dat de boxen voor klassieke criminele activiteiten gediend hebben. Als de speurders dit kluwen willen ontwarren, wacht hen nog heel wat werk. Op veel medewerking van Beijer en Bouhouche zullen ze vanaf nu niet meer moeten rekenen.

‘Ik beloofde de speurders om tot Kerstmis 1998 op al hun vragen te antwoorden in de hoop om opnieuw mijn penitentiaire verloven terug te krijgen. Maar ik krijg mijn verloven niet en zal het spel niet meer meespelen.’

Bouhouche en Beijer zitten respectievelijk in de gevangenissen van Jamioulx en Verviers. In 1996 werden zij voor een reeks misdrijven tot respectievelijk 20 en 14 jaar celstraf veroordeeld. Allebei kunnen zij aanspraak maken op een vervroegde invrijheidstelling, maar minister van Justitie Tony van Parys houdt de boot af tot op 1 maart de strafuitvoeringsrechtbanken geïnstalleerd zijn.

Eerder trok Stefaan de Clerck de penitentiaire verloven in die Bouhouche en Beijer meermaals kregen. Zo kon Madani Bouhouche 33 maal de gevangenis verlaten en Beijer driemaal. De advocaten van Bouhouche en Beijer hebben het niet begrepen op deze wijze van handelen.

‘Via de telefoon kreeg ik van Justitie te horen dat onderzoeksrechter Raynal (die het Bende-onderzoek leidt), zich tegen de penitentiaire verloven van Bouhouche zou verzetten. De onderzoeksrechter antwoordde dat hij geen enkele reden heeft om zich uit te spreken over de verzoeken van Bouhouche omdat mijn cliënt in het Bende-dossier enkel als getuige verhoord wordt’, aldus Stéphane Lempereur, de advocaat van Madani Bouhouche. Pierre Chomé, de advocaat van Robert Beijer, probeerde de beslissing van de minister door de Raad van State te laten vernietigen, maar werd teruggefloten.

Bron » De Tijd

Gerecht vindt Buslik niet, internet wel

Het gerecht heeft een internationaal aanhoudingsmandaat tegen Jean-François Buslik uitgevaardigd, maar vindt hem niet. Even surfen op internet had de oplossing kunnen zijn. Buslik woont en werkt al jaren in Florida. De man bezit er zelfs een goedlopend luchtvaartbedrijf.

Het weekblad Humo vond één ingangspoort, wij een andere. Buslik leeft en geniet van zijn vrijheid, al werd hij in januari ’95 bij verstek tot de doodstraf veroordeeld in het mega-proces Bouhouche-Beijer. Buslik zou grote sier hebben gemaakt met het geld dat hij van Francis Zwarts, de veiligheidsagent die in ’82 op Zaventem werd doodgeschoten en beroofd van meer dan 90 miljoen frank aan goud en juwelen. Buslik had nog meer op zijn kerfstok en dat was voor het assisenhof voldoende om hem de doodstraf te geven.

Maar Buslik was verdwenen. Dat hij in Amerika een nieuw leven had opgebouwd lag voor de hand. Jean-François Buslik bezit zowel de Amerikaanse als de Belgische nationaliteit.

De redenen waarom nooit een uitleveringsbevel is gevraagd aan de Amerikanen, is troebel. Net zoals de relaties met de Amerikanen. Die zijn sowieso niet geneigd om landgenoten uit te leveren. Zelfs niet voor moord. Maar als justitie niets vraagt, kan justitie vanzelfsprekend niets krijgen.

De cel-Jumet, die zich bezighoudt met de bende van Nijvel, heeft ook al aan Buslik gedacht in het kader van het eigen dossier. De cel heeft vorig jaar via Interpol-Washington gepoogd zijn adres te krijgen, maar ving bot. De cel wil Buslik alleen maar verhoren. Als getuige, zoals dat heet.

Diezelfde cel, die in december ’98 alle mogelijke electronica bovenhaalde om het bronnengeheim van een journalist te kennen, slaagde er niet in om bij de internationale telefoondienst een nummer op te vragen.

Bron » Gazet van Antwerpen