De Bende van Nijvel: de vragen blijven dezelfde, maar komen er nu eindelijk nieuwe antwoorden?

Gisteren zond de commerciële televisie VTM het opsporingsprogramma Faroek uit dat integraal over het onderzoek in het dossier van de Bende van Nijvel ging. Zoals van een opsporingsprogramma verwacht mag worden, werden er meer vragen gesteld dan antwoorden gegeven. Toch leerde het programma ook iets over de stand van zaken in het onderzoek.

Het federaal parket en de onderzoeksrechter in het Bendedossier kozen ervoor om het grote publiek te betrekken in het onderzoek. Dat gebeurde eerder ook al een paar keer.

Gisteren werd er o.a. een vraag gesteld aan de (Vlaamse) kijker of hij/zij zich iets herinnert van verdachte bewegingen in Ronquières op 10 november 1986. Het blijft afwachten of op dat soort vragen respons komt en zo ja, wat is de waarde van een getuigenis 32 jaar na datum. Weet u nog waar u was op 10 november 1986?

Omerta

Speurders hopen ook dat de nieuwe wet op de spijtoptantenregeling mensen over de streep zal trekken om eindelijk te praten. In ruil voor strafvermindering kunnen criminelen recent ook in ons land bekentenissen afleggen. Het is een omstreden systeem maar het heeft in elk geval in Italië zijn vruchten afgeworpen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.

Want het blijft inderdaad een zeer merkwaardig gegeven dat in al die jaren er nooit iets gelekt is uit het criminele milieu over de Bende. De omerta wordt in Bende kringen blijkbaar rigoureus gerespecteerd wat toch wijst op een stevige, gesloten criminele organisatie. Wat niet belet dat er uit perifere kringen iets kan loskomen.

Zo was er de opsporingsvraag of iemand iets meer wist over het herschilderen van een rode VW Golf, wagen die bij drie overvallen gebruikt werd. Zo’n vraag gaat ervan uit dat er misschien handlangers van de Bende waren die bepaalde handelingen gedaan hebben zonder goed en wel te beseffen in welk crimineel spel ze eigenlijk meespeelden. Het herschilderen kan gebeurd zijn door de Bende zelf maar ook door een gewone garagist.

Feiten, geen (wilde) verhalen

Het is een goede zaak dat in een dossier dat de hele Belgische samenleving al decennia beroert niet alleen advocaten de media opzoeken om verklaringen te doen maar ook het federaal parket en de onderzoeksrechter van zich laten horen. De berichtgeving wordt daardoor op zijn minst evenwichtiger en in het beste geval levert het ook nog concreet resultaat op. De komende dagen en weken zullen daarover uitsluitsel geven. Pas dan kan het programma op zijn ware waarde beoordeeld worden.

Er wordt niet alleen naar nieuwe informatie gezocht, er worden ook oude onderzoekspistes afgesloten. Zo kregen we gisteren te horen dat de reus, Christian Bonkoffsky, niet de reus is. Alle berichtgeving hierover, en dat was nogal wat, is post factum beschouwd dus enigszins naast de kwestie gebleken.

In het programma gisteren viel overigens de feitelijke toon op. Nu het onderzoek bij het federaal parket zit, willen de enquêteurs blijkbaar weg van de (wilde) verhalen om zich te focussen op concrete data, figuren en materiële verbanden. We mogen hopen dat deze nuchtere toon aangehouden blijft.

Wachten op resultaat DNA onderzoek

Hoge verwachtingen zijn er ten aanzien van het lopende DNA-onderzoek in Lyon (Frankrijk). Met geavanceerde technieken kan de kleur van ogen bepaald worden, haarkleur, gelaatstint en nog veel meer. Terzijde, onderzoekers in andere dossiers vragen zich af waarom dit geavanceerde DNA-onderzoek nu plots kan in het Bendedossier terwijl zij altijd te horen krijgen dat het (in België) eigenlijk onwettig is en om die reden niet toegepast wordt.

In het programma werd over het nieuwe DNA onderzoek niet uitgeweid omdat de resultaten er nog niet zijn.

Wapenvondst: doorbraak of manipulatie?

Maar de belangrijkste informatie in het opsporingsprogramma zat wellicht in de vragen over de wapenvondst in 1986 in het kanaal Brussel Charleroi. Ook hierover is al heel veel te doen geweest en de vragen die hierover eerder al rezen, zijn er met de informatie van gisteren niet bepaald kleiner op geworden. Het lijkt een cruciaal gegeven te zijn dat potentieel een doorbraak in zich draagt.

Waarover gaat het? Tot nu toe werd aangenomen dat een dag na de overval in Aalst ( 9 november 1985) er zakken in het kanaal gegooid werden. Die aanname gebeurt op basis van twee ooggetuigen, een friturist en een buurtbewoner. In het PV is sprake van ‘verdachte bewegingen’ en dat zou onder meer te maken hebben met het verwisselen van nummerplaten en het zien drijven van een zak.

Er werd toen op basis van die informatie ook gezocht. Al zou dat volgens de speurders van de cel Delta niet echt een doorgedreven onderzoek kunnen genoemd worden. In november 1985 zal een duiker (volgens de Deltaspeurders eigenlijk een garagist die duikervaring heeft bij het takelen van voertuigen uit het water) gedurende anderhalf à twee uren zoeken, zo stellen zij. Hij vindt afgezien van een geweerkolf en scheurstroken van munitie (die weliswaar door de Bende gebruikt werd maar ook door jagers gebruikt wordt) niet veel.

Assistent duiker

In het programma gisteren werd er door de assistent van de duiker (de man zelf is overleden) gezegd dat die zoektocht wel erg degelijk werd uitgevoerd gedurende anderhalve dag. Als hij niet meer vond dan dat, is het omdat er niet meer te vinden was. Zo niet zou de duiker het ongetwijfeld bovengehaald hebben, zo zei hij. Het is een erg belangrijk gegeven in het verdere onderzoek.

Want een jaar later, in november 1986, doen speurders van de cel Dendermonde (o.l.v. onderzoeksrechter Troch) dat werk nog eens over maar dan wel, naar eigen zeggen, veel grondiger en langduriger. Op 6, 7 en 12 november zullen tien duikers van de Genietroepen uit Burcht het kanaal ter hoogte van de zwaaikom in Ronquières uitkammen. Hun vondst, de eerste dag al om 15 u., is inderdaad indrukwekkend: een mini-brandkast afkomstig van de overval op de Delhaize in Aalst, een kogelvrije vest gestolen in Temse, wapens die gediend hadden bij overvallen uit 1983 en 1985.

Volgens de onderzoekers van de Cel Delta moesten die wapens daar al een jaar gelegen hebben. Ter ondersteuning van hun stelling voeren zij aan dat geen enkele expert die nadien de voorwerpen onderzocht, melding maakte van een kort verblijf in het water. Integendeel, zo zeggen zij, het feit dat de zakken verzonken zaten in het slib, de algengroei en de corrosie bevestigen de lange duur.

Waarmee ze expliciet ook zeiden dat de onderzoekers van de cel Jumet er destijds met hun klak naar gegooid hadden. Want waarom vond de Cel Jumet niet wat de cel Delta wel vond? Het lijkt een even logische als legitieme vraag.

Ogenschijnlijk was de vondst in het kanaal destijds van doorslaggevende betekenis voor het Bende onderzoek. Er werden wapens gevonden die rechtstreeks konden worden gelinkt aan feiten van 1983 én 1985, waarmee kon aangetoond worden dat de zelfde Bende in beide periodes actief was. En, niet in het minst, op een kogelvrije vest vond men een bloedvlek. Op basis daarvan kon men een DNA-profiel bepalen. Speurders van de Cel Delta konden die pluim op hun hoed steken. Het blijft wel vreemd waarom ze halsstarrig blijven volhouden dat die gevonden spullen al een jaar in het water lagen. Alsof de vondst op zich niet waardevol genoeg is.

Maar de assistent van de duiker getuigde gisteren dat op 6 november 1986 er ’s morgens ook al op dezelfde plek gezocht werd. De vraag daartoe hadden ze gekregen van drie mannen, een Nederlandstalige, twee Franstaligen, die zich verplaatsen in een Renault 4. De duiker haalt een jutezak boven waarop de drie mannen zeiden ‘OK. We hebben wat we zochten.’

De drie mannen verdwijnen met de jutezak en meer dan dat weten we niet. Wie zijn die drie mannen? Wat komen die ’s morgens zoeken op dezelfde plek waar in de namiddag ook zal gezocht worden? Wat zat er in die jutezak? En waar is die gebleven?

Het was een even vreemde als bevreemdende getuigenis over die jutezak.

Want als het de bedoeling was dat die zakken met wapens zouden gevonden worden, waarom zou er dan snel snel nog een andere zak moeten verdwijnen?

Een boemerang

Maar terug naar de eigenlijke wapenvondst. Wat in wezen een succesverhaal is, keert merkwaardig genoeg als een boemerang terug en dreigt erg hard aan te komen in kringen van de Dendermondse speurders.

Die boemerangbeweging werd al ingezet door de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende in 1997. Zij vroegen zich af op basis waarvan de cel Dendermonde eigenlijk besloten had om opnieuw te gaan zoeken op een plaats waar al gezocht was? Welke nieuwe informatie hadden zij dan wel en waar zit die informatie in het dossier vervat in een PV? Professoren Fijnaut en Verstraeten hadden in hun monnikenwerk bij het doorploegen van het volumineuze dossier immers geen enkel rechterlijk bevel tot dreggen teruggevonden.

Bovendien, zo stelden zij vast, hadden de speurders van de Cel Delta in dit verband een aantal initiatieven genomen waarvan de magistraten noch vooraf noch achteraf werden ingelicht.

De eerste kiemen van de manipulatietheorie rond de wapenvondst werden dus hier gelegd. Het leidde toen al tot een afzonderlijk onderzoek waarbij een confrontatie werd georganiseerd tussen speurder Philippe Vermeersch (cel Delta) en speurder Achten (rijkswacht). Die laatste zou pas veel later toegeven dat hij de fameuze informatie gaf op basis waarvan opnieuw gezocht werd in het kanaal. Voor de speurders van de cel Delta is daarmee het bewijs geleverd dat er van manipulatie geen sprake is en dat de informatie via normale politionele uitwisseling tot bij hen is geraakt.

Er is iets vreemds aan de hand

Maar echt overtuigen doet dat bewijs niet. In mei 2013, op een zoveelste vergadering met de nabestaanden van de slachtoffers, zei onderzoeksrechter Martine Michel, geflankeerd door de procureur van Charleroi, Pierre Magnien, het zo:

‘De commissie die in 1997 in het parlement de misdaden van de Bende onderzocht, heeft de conclusie getrokken dat er iets vreemds aan de hand was met de wapenvondst van november 1986 in het kanaal van Ronquières. Wij hebben met de hulp van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) ontdekt dat ze gelijk hadden.’

Uit dat NICC onderzoek moet blijken dat het materiaal onmogelijk al een jaar in het water gelegen kan hebben. Dat bewijst men aan de hand van de corrosie op een metalen brandkoffertje en vooral op de impact van het water op papieren cheques.

In het programma gisteren bevestigde de woordvoerder van het federaal parket die stelling nog eens. Bovendien zou uit verfijnd wetenschappelijk onderzoek blijken dat die spullen maximaal 6 à 7 dagen in het water hebben kunnen liggen, wellicht slechts 24 à 48 uur.

Het woord ‘manipulatie’ viel opnieuw. Wie heeft die spullen in het water gegooid? Wie had die spullen in zijn bezit? Wist de persoon die de spullen in het water gooide dat er kort daarop op die plek zou gezocht worden? Waarom houden de speurders o.l.v. onderzoeksrechter Troch vol dat die spullen er al een jaar moesten gelegen hebben? Kortom, wie en waarom geeft iemand op een dienblad bewijzen van de Bende?

Manipulatie, manipulatie en nog eens manipulatie

Want als er gemanipuleerd is, wat is dan de bedoeling van deze manipulatie? Wordt er vanuit de onderzoekers zelf gemanipuleerd of worden zij op hun beurt gemanipuleerd door externen die hen bewust voeden met informatie?

De publiek geuite beschuldigingen van manipulatie leidden in 2013 tot een onderzoek naar de onderzoekers. Alle speurders van de Cel Delta die bij de wapenvondst betrokken waren, werden niet bepaald vriendelijk ondervraagd door de collega’s in Charleroi. Het zette enorm veel kwaad bloed bij de speurders uit Dendermonde. Ze voelden zich zwaar geschoffeerd en pikten het niet dat ze als verdachten behandeld werden.

Maar los van de (klein-)menselijke kantjes van het verhaal, die deels ook terug te voeren zijn tot een heuse guerre des flics, zal het nu vooral kwestie zijn van uit te zoeken wie er aan de touwtjes van de manipulatie trekt.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

Nieuwe opsporingsberichten over Bende van Nijvel

Het gerecht wil spijtoptanten inzetten in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Ze hopen zo de Bende te ontmaskeren. Daarom verspreidt de politie volgende opsporingsberichten, met informatie over verschillende personen die mogelijk betrokken waren bij de Bende.

Op zondag 2 oktober 1983 omstreeks 1.00 uur ‘s morgens hebben twee gewapende mannen de eigenaar van het restaurant ‘Au Trois Canards’ in Ohain vermoord. De daders zijn gevlucht met de wagen van het slachtoffer, een rode Volkswagen Golf GTI met nummerplaat FGK 991.

Vier dagen later op donderdag 6 oktober 1983 omstreeks 14.00 uur werd dezelfde Golf opgemerkt op de Renault parking in de rue de Fer in Namen. De Golf had nog steeds dezelfde nummerplaat FGK 991 maar was in het zwart gespoten.

De onderzoekers zijn op zoek naar de persoon die deze Golf heeft herspoten. Deze persoon zou toen in de regio van Namen hebben gewoond. De dag nadien, op vrijdag 7 oktober 1983 om 19.50 uur werd deze in het zwart herspoten Golf gebruikt bij een overval op de Delhaize in Beersel. Deze keer werd er wel een andere nummerplaat op de Golf bevestigd.

Geboortevlek

Tijdens de overval in Beersel werd bij één van de overvallers een geboortevlek of een wijnvlek opgemerkt in de nek. Het was een langgerekte ovalen vlek van 3 tot 5 cm lang. De dader was groot, ongeveer 1m85 à 1m90. Wie een persoon kent die aan deze beschrijving voldoet kan contact opnemen met de speurders.

Zoekactie in kanaal

Begin november 1986 aan het kanaal van Ronquières Er werd door 3 rijkswachters in burger aan een lokale duiker gevraagd om een nieuwe zoekactie te doen in het kanaal. Er werd toen een zak uit het water gehaald, nochtans was er een jaar voordien reeds een zoekactie geweest op dezelfde plaats die toen geen resultaat had opgeleverd. De rijkswachters verplaatsten zich met een witte Renault R4. Deze R4 droeg geen uiterlijke kentekens van de Rijkswacht.

De onderzoekers zijn op zoek naar de personen die mee hielpen duiken of die meer informatie hebben over deze zoekactie.

Bij roofovervallen bij supermarkketen Delhaize lieten in totaal 17 mensen het leven. Delhaize looft een premie van 250.000 euro uit in ruil voor informatie die leidt naar de identiteiten van de daders. Alle tips die bij de onderzoekers binnenkomen zullen onderzocht worden. Discretie wordt verzekerd.

Hebt u informatie over deze feiten neem dan contact op met de speurders op het gratis nummer 800 30 300 of via opsporingen@police.belgium.eu.

Bron » De Standaard

Ook volgens federaal parket is onderzoek Bende van Nijvel gemanipuleerd: “Dit roept vragen op”

Uit bijkomend onderzoek naar de wapenvondst in Ronquières in 1986 blijkt volgens het federaal parket dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel wel degelijk is gemanipuleerd. Dat zegt woordvoerder Eric Van der Sypt in De Ochtend op Radio 1. Het federaal parket heeft de leiding over het onderzoek begin dit jaar overgenomen. Het verspreidt nu drie concrete vragen in een oproep naar getuigen.

Het onderzoek naar de bende van Nijvel is gemanipuleerd. Tot die conclusie is nu ook het federaal parket gekomen. Ook, want in 2013 kwam het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie al tot die conclusie, en ook minister van Justitie Geens (CD&V) nam de stelling al in de mond. De mogelijke manipulatie draait rond een wapenvondst in het kanaal Brussel-Charlerloi in Ronquières in 1986. Een aantal wapens waren gebruikt bij misdaden door de Bende van Nijvel.

Aanvankelijk werd gedacht dat de wapens al in het water lagen sinds 1985, net na de overval op de Delhaize in Aalst. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de wapens er maximaal 7 dagen lagen, mogelijk zelfs maar 48 uren. “Iemand had die voorwerpen dus op een bepaald moment in zijn bezit, heeft die in zakken gestoken en in het water gegooid. Dat incident roept vragen op. Wij willen daar graag antwoorden op, en daarvoor doen wij voor een deel beroep op het publiek”, zegt Eric Van der Sypt van het federaal parket.

Het parket heeft nu drie concrete vragen gelost aan het publiek. Het wil weten of iemand meer informatie heeft over de wapenvondst in Ronquières, en is ook op zoek naar de mensen die toen hielpen duiken. Want volgens het parket is er rond het moment van de wapenvondst ook nog een nieuwe zoekactie gebeurd in het kanaal, waarbij een zak werd gevonden. De opdracht kwam van een aantal rijkswachters die met een witte Renault R4 reden. Maar van de zak is geen spoor, en in het dossier wordt geen melding gemaakt van de nieuwe opdracht.

Daarnaast stelt het parket ook een vraag over een Volkswagen Golf GTI. De rode wagen werd na een overval op een restaurant herspoten in het zwart. Het parket wil weten wie die wagen heeft herspoten. En het parket beschrijft ook een overvaller met een geboortevlek of wijnvlek in de nek. Het wil weten wie iemand kent die aan die beschrijving voldoet. De drie concrete vragen kan u nalezen op de website van de federale politie.

Sinds februari van dit jaar heeft het federaal parket het onderzoek overgenomen. “Het dossier wordt helemaal herbekeken, met een nuchtere kijk. En daar komen soms verrassende dingen uit”, zegt woordvoerder Eric Van der Sypt, die niet verder in detail wil gaan. “We willen in ons onderzoek ons focussen op de materiële elementen die in het dossier zitten. Sommige dingen worden nader onderzocht, zoals vingerafdrukken”, zegt Van der Sypt, wijzend op het DNA-onderzoek dat vandaag veel verder staat.

Maar het parket hoopt ook op nieuwe getuigenissen van mensen die betrokken waren. “Misschien wil iemand wel zijn geweten zuiveren. En er is nu ook de nieuwe wet op spijtoptanten. Mensen hebben de kans om naar voren te komen, duidelijke verklaringen af te leggen en dan mogelijk een verminderde straf te krijgen”, aldus Van der Sypt.

Het blijft natuurlijk mogelijk dat we nooit gaan weten wie achter de Bende van Nijvel zat. Dat beseft ook het parket. “Dat blijft een mogelijkheid. Men moet goed beseffen dat als men naar een rechtbank wil gaan, dat moet op basis van harde bewijzen. Getuigen zijn maar een deel van de oplossing. Dat kan belangrijk zijn, maar kan nooit het enige element zijn om iemand voor de rechtbank te brengen. Als je feiten aan mensen wil linken, moet je dat doen op basis van materiële elementen”, zegt Van der Sypt. “Maar we maken vooruitgang. We gaan zoveel mogelijk pistes bekijken, tot we het gevoel hebben, nu hebben we echt alles geprobeerd”, aldus de woordvoerder.

Bron » VRT Nieuws

Oproep naar getuigen in onderzoek naar Bende van Nijvel: “Wie spoot een rode Golf zwart in 1983?”

De politie doet een nieuwe oproep naar getuigen in het onderzoek naar de bende van Nijvel. Eentje waarvoor de getuigen diep in het geheugen moeten graven. Het opsporingsbericht gaat over een rode Golf die betrokken was bij de gewapende overval op zondag 2 oktober 1983 om 1 uur ’s morgens. Die werd zwart gespoten, maar door wie?

Zondag 2 oktober 1983 omstreeks 1 uur ’s morgens vermoordden twee gewapende mannen de eigenaar van een restaurant in Ohain. De daders vluchtten destijds met een rode Golf GTI met nummerplaat FGK-991. Vier dagen later, op 6 oktober 1983, werd diezelfde Golf gezien op een Renault garage in Namen. De Golf had dezelfde nummerplaat, maar het autootje was inmiddels zwart gespoten.

Dat deden leden van de bende van Nijvel vermoedelijk niet zelf. Daarom is de politie op zoek naar de persoon die een rode Golf zwart spoot tussen 2 en 6 oktober 1983, moest die zich dat nog herinneren.

“De onderzoekers zijn op zoek naar de persoon die deze Golf heeft herspoten en dit tussen 2 en 6 oktober 1983. Deze persoon zou toen in de regio van Namen hebben gewoond.”

Overvaller met wijnvlek

De Golf speelde een behoorlijke rol bij overvallen, gepleegd door leden van de Bende van Nijvel. De auto werd immers nog een tweede keer gebruikt, namelijk tijdens hun overval op de Delhaize in Beersel. Toen werd er wel een andere nummerplaat op de Golf bevestigd.

Die dag, vrijdag 7 oktober 1983 om 19.50 uur, werd er nog iets opvallend opgemerkt:

“Tijdens de overval in Beersel werd bij één van de overvallers een geboortevlek of een wijnvlek opgemerkt in de nek. Het was een langgerekte ovalen vlek van 3 tot 5 centimeter lang. De dader was groot en zo’n 1,85 meter à 1,90 meter lang. Mocht u een persoon kennen die aan deze beschrijving van de dader voldoet, neem dan contact op met de speurders.”

Lokale duiker en drie mannen verkleed als rijkswachters

Tenslotte doen de speurders nog een oproep naar de lokale duiker die in 1986 een zak uit het kanaal van Ronquières haalde. En niet zomaar. Het waren drie rijkswachters die destijds beroep deden op die lokale duiker. De man gehoorzaamde en haalde een zak naar boven. In die zak zouden onderdelen van wapens hebben gezeten.

Het jaar daarvoor was er in datzelfde kanaal echter ook een zoekactie geweest die niets had opgeleverd. Hoewel er een einde kwam aan de gewelddadige overvallen in 1985, vond de duiker een jaar later (1986) toch nog een pakket in het kanaal van Ronquières dat zou helpen bij het onderzoek. Het werd meegenomen door de drie onbekende mannen die zich verplaatsten met een witte Renault R4. Die R4 droeg echter geen kentekens van de Rijkswacht.

Premie

Het opsporingsbericht sluit af met een boodschap waardoor getuigen misschien nog wel wat dieper in het geheugen willen graven:

“Het bedrijf Delhaize looft een premie uit van 250.000 euro in ruil voor informatie die leidt naar de identiteiten van de daders. Alle tips die bij de onderzoekers binnenkomen zullen onderzocht worden. Discretie wordt verzekerd.”

Onbekende agenten

Het nieuwe speurdersteam hoopt met de oproep naar bijkomende getuigenissen over een opvallend bezoek van drie rijkswachters aan de zwaaikom van het kanaal Brussel-Charleroi in Ronquières in 1986 het onderzoek opnieuw in een stroomversnelling te brengen. Zo vertelde duikerassistent Jef Goossens het speurdersteam recent hoe hij samen met zijn vaste duiker op 6 november 1986 voor de aankomst de Dendermondse cel Delta de opdracht kreeg van drie BOB’ers om voorwerpen te zoeken in het kanaal.

“Die ochtend in 1986 haalden we vrij snel een zware juten zak boven”, herhaalde de duikassistent in het VTM-opsporingsprogramma Faroek. “Hij was wel 25 à 30 kilogram zwaar en zat vol met buisvormige voorwerpen. Of dat wapens konden zijn? Natuurlijk kan dat, maar wij hebben nooit zelf in die zak kunnen kijken. Eenmaal aan de oever hebben drie rijkswachters de zak overgenomen en gecontroleerd.”

Daarna vertrok het trio, één fors gebouwde Nederlandstalige man en twee Franstaligen, met de zak in een beige Renault R4’tje. “Tot op vandaag is het niet duidelijk wie die drie mannen waren en wat er exact in de zak zat”, vertelt Eric Van der Sypt van het federaal parket.

Wie meer weet, kan contact opnemen met de politie via het gratis nummer 0800 30 300. Je kan ook reageren via email: opsporingen@police.belgium.eu.

Bron » De Morgen